1

Zijn meerwaarden op Bitcoins en cryptomunten belastbaar in de personenbelasting?

Of de meerwaarden op Bitcoins en cryptomunten al dan niet belastbaar zijn in de personenbelasting hangt af van de feitelijke omstandigheden en zal in de praktijk wellicht nog dikwijls aanleiding geven tot fiscale betwistingen.

Voor belastingplichtigen die handelen als een goed huisvader en beleggen voor de lange termijn zijn meerwaarden in principe niet belastbaar.

Van belastingplichtigen dewelke regelmatig traden en speculeren met als doelstelling meerwaarden te realiseren, wordt verwacht dat deze inkomsten worden aangegeven als een divers inkomen in de personenbelasting. Dit divers inkomen wordt belast aan het afzonderlijke tarief van 33% in de personenbelasting.

Belastingplichtigen wiens voornaamste inkomsten en activiteiten bestaan uit het traden van Bitcoins en cryptomunten worden geacht deze inkomsten aan te geven als een beroepsinkomen. Dit beroepsinkomen zal onderworpen worden aan de progressieve tarieven personenbelasting.

Deze laatste categorie is uiteraard ook gehouden om zich te registreren in de KBO en aan te sluiten bij een sociale kas voor zelfstandigen.

Weet tevens dat het Nationaal Centrum Opsporingen en FOD Financiën middelen inzet om deze digitale transacties op te sporen en te belasten. In het geval u een regelmatige trader bent en aanzienlijke meerwaarden realiseert, is de kans dan ook reëel dat u vroeg of laat een vraag om inlichtingen van de fiscus kan verwachten.

Een gewaarschuwd man is er twee waard …

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/01/2024)




Krijgt de fiscus zijn bazooka?

De Belgische fiscale wetgeving voorziet reeds in een antimisbruikbepaling (art. 344 WIB92) maar in de praktijk haalt de fiscus zelden zijn slag thuis voor de rechtbank.

In de praktijk volstaat het immers dat de belastingplichtige minstens één niet fiscale reden aanhaalt waarom bepaalde opeenvolgende handelingen worden gesteld die ook aanleiding geven tot fiscale voordelen.

Daar de fiscus een slechte verliezer is, wordt er momenteel in regeringskringen gesproken om de antimisbruikbepaling aan te passen. Het derde actieplan van onze Minister van Financiën in de strijd tegen fiscale en sociale fraude.

Deze verregaande maatregel zou opnieuw een regelrechte aanslag zijn op de rechten van de belastingplichtige, rechten die in de loop der jaren almaar verder beknot werden!

In het nieuwe voorstel dat op tafel ligt zou de fiscus zelfs niet meer moeten bewijzen dat het doel van een specifieke belastingbepaling of -wet werd gefrustreerd. En de belastingplichtige zal enkel nog geldige zakelijke en of economische redenen kunnen aanhalen die de economische realiteit weerspiegelen. De antimisbruikbepaling zou zelfs van toepassing kunnen zijn op belastingplichtigen die het misbruik niet zelf gepleegd hebben?

Wat ons betreft alvast een middelvinger en weg met deze bazooka.

En dit allemaal in de hoop van:

  • Een toekomstige ondernemingsvriendelijke regering die werk maakt van de inperking van het overheidsbeslag.
  • Een duidelijke en waterdichte fiscale wetgeving die de noodzakelijke rechtszekerheid en houvast biedt aan alle belastingplichtigen.

Een bazooka geven aan de fiscus in combinatie met een fiscale wetgeving die onvoldoende rechtszekerheid biedt is echt een brug te ver. Tabula rasa a.u.b.!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/01/2024)




8,02% intrest op uw tegoeden rekening-courant in de vennootschap!

Goed nieuws voor de bedrijfsleiders dewelke tegoeden aan hun vennootschap ter beschikking stellen.

Voor 2023 bedroeg de aanvaarde intrest op deze tegoeden 5,70% maar voor 2024 werd deze intrest opgetrokken naar 8,02%.

Bij een toekenning van deze intresten is het wel opletten dat de fiscale regels van de thin-cap worden nageleefd. Wordt er geen rekening gehouden met deze regels dan wordt een deel van deze intresten immers geherkwalificeerd in een dividend. Deze herkwalificatie heeft tot gevolg dat een deel van de intresten fiscaal niet aftrekbaar zijn in de vennootschapsbelasting.

Bij de uitkering van de intresten is de vennootschap verplicht om 30% roerende voorheffing in te houden. Maar ook na inhouding van deze 30% roerende voorheffing zal de netto intrest 5,614% bedragen!

Het valt te verwachten dat de fiscus bij toekenning van deze intresten aandacht zal schenken aan de financiële positie van de vennootschap. Als er voldoende cash is om de tegoeden terug te betalen en u wenst toch het persoonlijke rendement op deze tegoeden na te streven, dan is het bij een fiscale controle niet uitgesloten dat de fiscus zal trachten om de fiscale aftrek van de intresten bij de vennootschap te betwisten.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/01/2024)




Een belastingverhoging van 9% bij onvoldoende voorafbetalingen in 2024!

Met uitzondering van jonge vennootschappen en jonge zelfstandigen zijn vennootschappen en zelfstandigen aangewezen tot voorafbetalingen in de vennootschapsbelasting en personenbelasting.

In 2024 zal het nog belangrijker zijn om aandacht te hebben voor deze materie en deze betalingen tijdig te organiseren.

De belastingverhoging wordt immers in 2024 opgetrokken tot 9% en bovendien zijn deze belastingverhogingen fiscaal niet aftrekbaar. Toch een serieuze sanctie als je het ons vraagt.

In feite kan er gesteld worden dat een correcte voorafbetaling van deze belastingen een goede belegging is en deze belastingverhogingen kan neutraliseren en/of reduceren.

De website FOD Financiën wacht nog op een update met betrekking tot de voorafbetalingen Aj 2025 maar deze zal wellicht snel beschikbaar zijn.

In ieder geval kan u de voorafbetalingen uitvoeren vóór volgende data indien het boekjaar afsluit op 31/12/2024:

  • Vóór 10/04/2024 (voordeel 12%)
  • Vóór 10/07/2024 (voordeel 10%)
  • Vóór 10/10/2024 (voordeel 8%)
  • Vóór 20/12/2024 (voordeel 6%)

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/01/2024)