De betaalde huur voor de beroepslokalen door een vennootschap of eenmanszaak was in het verleden zonder meer fiscaal aftrekbaar als aan de voorwaarden art. 49 WIB92 werd voldaan.

Ten gevolge de eindejaarwetgeving 28/12/2023 is er een nieuwe voorwaarde voor deze aftrek ingevoerd.

U zal als belastingplichtige of vennootschap bij Uw aangifte in de personenbelasting of vennootschapsbelasting een verplichte aanvullende bijlage moeten toevoegen.

Doelstelling van deze maatregel is uiteraard controle en voorkomen dat bepaalde verhuurders de huurinkomsten niet of niet correct aangeven.

Deze verplichting gaat in vanaf Aj 2024 (inkomstenjaar 2023) en de bijlage zal de volgende informatie moeten bevatten:

• identificatiegegevens verhuurder
• adres onroerend goed
• bedrag van de betaalde huur
• bedrag van het deel van de betaalde huur dat als beroepskosten in aftrek wordt genomen

Zonder bijlage bij de aangifte zal de betaalde huur fiscaal niet aftrekbaar zijn! Toch maar best niet vergeten dan, want de fiscale gevolgen kunnen zwaar zijn.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/04/2024)

Een gemengde btw-plichtige is een btw-plichtige dewelke zowel btw-plichtige als vrijgestelde handelingen verricht.

Daar niet alle omzet aan btw wordt onderworpen is er ook slechts een gedeeltelijke recht op aftrek.

De aftrek van de btw wordt bepaald op basis van:

• het algemeen verhoudingsgetal

of

• het werkelijk gebruik

Sinds 1 januari 2023 werd een gemengde btw-plichtige, dewelke de methode van het werkelijk gebruik toepast, verplicht om hiervan kennisgeving te doen aan de btw-administratie via het formulier E-604A of E-604B vóór 30/06/2023.

Vanaf 1 januari 2024 werd deze meldingsplicht uitgebreid voor de gemengde btw-plichtige door een verplichte aanvullende mededeling via de periodieke btw-aangifte over de toepassing van het algemeen verhoudingsgetal of het werkelijk gebruik.

Ten gevolge de administratieve rompslomp en onder druk van de beroepsverenigingen van de cijferberoepers werd er ondertussen reeds voorzien in een tolerantie of uitstel voor 2024.

Het doel van de wetgever is duidelijk. Een efficiëntere informatieverstrekking voorzien met het oog op verscherpte controles bij de gemengde btw-plichtige in de eerstkomende jaren.

Spijtig dat dit alles moet gepaard gaan met aanvullende administratieve rompslomp ten koste van deze gemengde btw-plichtige en de accountant die diens dossier dient te beheren!

Wanneer volgen de administratieve vereenvoudigingen?

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/04/2024)

Vanaf 24/04/2024 kan iedere brave burger zijn aangifte in de personenbelasting over inkomstenjaar 2023 indienen. (Bron De Tijd 24/04/2024).

Belastingplichtigen dewelke een niet complexe aangifte indienen via Tax-On-Web zullen dit moeten doen uiterlijk op 15/07/2024.

Papieren aangiften, ook de complexe via een mandataris, moeten uiterlijk ingediend worden op 30/06/2024.

Complexe aangiften moeten uiterlijk worden ingediend op 16/10/2024. Een aangifte wordt als complex beschouwd als deze één van de volgende inkomsten bevat:

• bezoldigingen bedrijfsleiders
•  winsten en/of baten
• bezoldigingen aan meewerkende echtgenoten
• buitenlandse beroepsinkomsten

Mogelijk ontvangt U van de fiscus een Voorstel vereenvoudigde aangifte (VVA). In het verleden stelden wij spijtig genoeg vast dat deze voorstellen niet altijd correct en volledig waren. Bijzondere aandacht is aangewezen indien U niet teveel personenbelasting wenst af te dragen aan onze schatkist.

Via Tax-On-Web kan U het VVA rechtzetten uiterlijk op 15/07/2024. Heeft U een VVA op papier ontvangen, dan zal U de rechtzetting uiterlijk op 30/06/2024 moeten vragen!

Na deze data zal er enkel nog een rechtzetting kunnen gevraagd worden via de procedure “ontheffing van ambtswege” of via de indiening van een gemotiveerd bezwaarschrift na ontvangst van het aanslagbiljet personenbelasting Aj 2024.

Noteer deze jaarlijkse verplichting alvast in Uw agenda want de gevolgen van een laattijdige aangifte personenbelasting zijn niet mis. Een laattijdige aangifte personenbelasting kan beboet worden en bovendien kan de fiscus een taxatie doorvoeren op basis van “kennisgeving aanslag van ambtswege” die een omkering van de bewijslast tot gevolg heeft en samen gaat met belastingverhogingen.

Toch maar op tijd en correct indienen dan …

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/04/2024)

Voor vennootschappen met boekjaren die aanvangen na 31/12/2023 zullen er nieuwe groottecriteria gelden.

Een vennootschap zal als “klein” beschouwd worden wanneer niet meer dan één van de onderstaande criteria wordt overschreden:

• balanstotaal                   € 6.000.000
• omzet                              € 11.250.000
• werknemers                   50

Een microvennootschap zal niet meer dan één van de onderstaande criteria mogen overschrijden:

• balanstotaal                   € 450.000
• omzet                              € 900.000
• werknemers                   10

Een vennootschap wordt “groot” wanneer er twee opeenvolgende boekjaren meer dan één van de criteria wordt overschreden.

Een grote vennootschap zal een VOL-schema moeten hanteren voor het neerleggen van de jaarrekening bij de NBB. Bovendien zijn grote vennootschappen uitgesloten van enkele fiscale voordelen zoals ondermeer en niet beperkend: het verlaagd KMO-tarief 20%, investeringsaftrek, liquidatiereserves, …

Rekening houdende met de inflatie komt de verhoging van deze groottecriteria niets te vroeg en zullen toch meer vennootschappen kunnen blijven genieten van de fiscale voordelen van een KMO-vennootschap.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/04/2024)

Tal van vennootschappen leggen op hun jaarlijkse algemene vergaderingen liquidatiereserves aan. Het aanleggen van deze liquidatiereserves heeft een afzonderlijke aanvullende vennootschapsbelasting van 10% tot gevolg, maar heeft als voordeel dat deze liquidatiereserves aan een voordelig tarief roerende voorheffing kunnen uitgekeerd worden:

• 5% roerende voorheffing na een sperperiode van 5 jaar.
• 0% roerende voorheffing op het ogenblik van de liquidatie/ontbinding van de vennootschap.

In het geval de sperperiode niet gerespecteerd wordt, moet U rekening houden met een roerende voorheffing van 20% bij uitkering.

In 2024 kan U dus de aangelegde reserves van het boekjaar 2018 en voorgaande uitkeren tegen het verminderde tarief roerende voorheffing van 5%.

Misschien toch nog snel uitkeren vooraleer er een nieuwe regering op zoek moet naar aanvullende inkomsten voor de schatkist?

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/03/2024)

Er is al heel wat inkt gevloeid met betrekking tot de doorgevoerde wijzigingen autofiscaliteit.

Toch willen wij in herinnering brengen dat de fiscale aftrekbaarheid van hybride wagens en wagens met een verbrandingsmotor, aangekocht in de periode 01/07/2023 tot en met 31/12/2025, qua fiscale aftrekbaarheid vanaf volgend jaar in een uitdoofscenario terecht komen.

De fiscale aftrekbaarheid voor deze wagens wordt ook berekend op basis van de gramformule:

120% – (0,5 x brandstofcoëfficiënt x gram C02/km)

Maar ten gevolge de ingevoerde overgangsmaatregelen gelden er aanvullende beperkingen;

• maximale fiscale aftrek 2025 (Aj 2026) = 75%
• maximale fiscale aftrek 2026 (Aj 2027) = 50%
• maximale fiscale aftrek 2027 (Aj 2028) = 25%
• fiscale aftrek 2028 (Aj 2029) = 0% !!!!!

Vanaf Aj 2026 geldt ook de minimale aftrekbaarheid van 50% en 40% niet meer zodoende dat de kosten van zwaar vervuilende wagens met een hoge CO2-uitstoot zelfs vanaf dat ogenblik al fiscaal niet meer aftrekbaar kunnen worden.

Hybride wagens of wagens met een verbrandingsmotor aangekocht vanaf 01/01/2026 zullen zelfs fiscaal niet meer in rekening kunnen gebracht worden!

Als alle vennootschappen omwille van deze ingevoerde fiscale beperkingen hun wagenpark gaan elektrificeren hopen wij alleen maar dat het licht niet uit gaat in het laatste deel van dit decennium.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/03/2024)

Binnenkort dienen talrijke algemene vergaderingen te beslissen over de resultaatverwerking van hun vennootschap over het boekjaar 2023.

Weet dat U de mogelijkheid heeft om uzelf een belastingvrij dividend uit te keren van 833,00 euro.

In eerste instantie zal de vennootschap weliswaar een roerende voorheffing moeten inhouden van 15 of 30% op het bruto-dividend. De ingehouden roerende voorheffing kan wel gerecupereerd worden in de aangifte personenbelasting over inkomstenjaar 2024.

Indien de uitgekeerde dividenden tot het gemeenschappelijk vermogen behoren kan er zelfs een bedrag van 1.666 euro belastingvrij worden uitgekeerd.

Let wel op dat U reeds geen andere dividenden int of ontvangt in 2024 waarvoor U deze vrijstelling kan inroepen.

Meer informatie vindt u in deze link. Op heden vereist deze webpagina van FOD Financiën nog een update met betrekking tot het vrijgestelde bedrag!

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/03/2024)

Vennootschappen met winstverwachtingen waarvan het boekjaar afsluit op 31/12/2024 alsook de zelfstandigen kunnen best een eerste voorafbetaling organiseren vóór 10/04/2024 met betrekking tot het aanslagjaar 2025.

Deze voorafbetaling is in feite een must in de wetenschap dat er bij onvoldoende voorafbetalingen een fiscaal niet-aftrekbare belastingverhoging wordt opgelegd van maar liefst 9%.

Heeft Uw vennootschap of heeft U als zelfstandige onvoldoende liquide middelen om deze voorafbetaling te financieren, dan is het zelfs voordeliger om deze voorafbetaling te financieren, zelfs in de wetenschap dat de intresten op kredieten aanzienlijk zijn gestegen in vergelijking met een recent verleden. De betaalde intresten zullen immers minder dan 9% bedragen en bovendien fiscaal aftrekbaar zijn.

Geef de schatkist geen euro teveel en voorzie in de noodzakelijke voorafbetalingen. Een besparing van 9% op de verschuldigde belastingen is immers aanzienlijk.

Contacteer desnoods tijdig Uw financiële instelling met het oog op de financiering van deze voorafbetaling.

Meer informatie vindt u in deze links:

• Info voorafbetaling vennootschapsbelasting
• Info voorafbetaling personenbelasting

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/03/2024)

Hieronder kan u de algemene voorwaarden van Accounton nalezen:

Algemene voorwaarden Accounton

Iedere zelfstandige is gehouden om voorlopige sociale bijdragen 2024 te betalen.

De meeste zelfstandigen hebben een afrekening van hun sociale kas ontvangen voor de voorlopige sociale bijdragen van het eerste kwartaal 2024. Als berekeningsbasis wordt het geherwaardeerde netto belastbare inkomen 2021 (1,186783) gehanteerd.

De voorlopige bijdrage voor het 1^e kwartaal 2024 zal verschuldigd zijn voor eind maart 2024.

Weet dat U mogelijks te veel of te weinig voorlopige sociale bijdragen 2024 zal betalen en dat het aangewezen is om tijdig een herziening van deze berekeningen te vragen.

Een correcte inschatting van de voorlopige sociale bijdragen 2024 zal immers tot gevolg hebben dat U geen zware afrekeningen zal ontvangen in 2026. Bovendien zijn de betaalde sociale bijdragen fiscaal aftrekbaar in de personenbelasting.

Toch even beoordelen dan?

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2024)