1

Fiscale controle

Over welke periode u nog gecontroleerd kan worden door de fiscus, hoe is het verloop van een fiscale controle, hoe wordt deze beëindigd, wat zijn uw rechten, maar ook uw plichten, u leest het in het volgende artikel…..

Termijn

De normale onderzoekstermijn om het bedrag van uw inkomsten na te gaan, is drie jaar. In de personenbelasting begint die termijn te lopen op 1 januari van het aanslagjaar. Voor het inkomstenjaar 2014, aanslagjaar 2015 begint de driejarige verjaringstermijn dus te lopen op 1 januari 2015 en eindigt ze op 31 december 2017. Voor vennootschappen begint de termijn van drie jaar te lopen op het einde van het boekjaar. Als een vennootschap zijn boekjaar afsloot op 30 juni 2014, loopt de verjaringstermijn af op 30 juni 2017.

Bij een inbreuk op de wettelijke of reglementaire maatregelen inzake belastingen die gebeurde met frauduleuze intentie of met de bedoeling te schaden, kan de termijn verlengd worden tot 7 jaar. Om een onderzoek te voeren, moet de controleur op voorhand schriftelijk en gedetailleerd laten weten welke aanwijzingen van fraude hij tegen u heeft verzameld.
Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, wordt de termijn verlengd.

 

Verloop van een fiscale controle

Een fiscale controle verloopt als volgt:

  • De controle ter plaatse wordt door de controleur aangekondigd met een bericht. Toch kunnen onaangekondigde controles worden uitgevoerd om bepaalde feiten vast te stellen.
  • De controle vindt in principe plaats in uw beroepslokalen, aangezien u niet verplicht bent u te verplaatsen. Het staat u steeds vrij om in overleg met de controleur een andere plaats, datum of tijdstip te bepalen
  • Bij de controle heeft u het recht om een identificatiebewijs van de controleur te vragen.
  • Een correcte controle vereist een gesprekspartner die de nodige inlichtingen kan verstrekken of die toegang tot de beroepslokalen kan verlenen. Daarom is uw aanwezigheid wenselijk, maar kunt u zich ook laten bijstaan (door een fiscaal raadgever en/of een boekhouder). Het is ook mogelijk u te laten vertegenwoordigen (door een volmachthouder).

Beëindiging van de fiscale controle

Naargelang de situatie kan een fiscale controle op de volgende manieren gebeuren:

  • Als de controle ter plaatse gebeurt, wordt er een verificatieverslag opgemaakt. Als er onregelmatigheden werden vastgesteld, kan u een akkoord worden voorgesteld, dat u eventueel kunt aanvaarden. Als u dat niet doet, dan ontvangt u in elk ander geval een bericht van wijziging dat de gegevens wijzigt die in uw aangifte werden vermeld.
  • Als u een verzoek om inlichtingen ontving en de controleur oordeelt dat uw antwoord volstaat, dan blijft de verificatie zonder gevolg. Als uw antwoord niet volstaat, ontvangt u een bericht van wijziging.
  • Als de aanslag ambtshalve gebeurt (aangifte niet, laattijdig, of onjuist ingevuld, of als u nalaat om te antwoorden), dan ontvangt u een kennisgeving van aanslag van ambtswege. Daarop kunt u uw opmerkingen laten gelden.

Uw rechten
Als belastingplichtige worden u bepaalde rechten gegarandeerd:

  • recht op duidelijke, nauwkeurige en gepaste informatie
  • recht een onpartijdige controle die objectief en binnen het wettelijke kader wordt uitgeoefend
  • recht op een controle die beantwoordt aan het nagestreefde doel en u geen overdreven last bezorgt
  • recht op het naleven van de door u gesloten akkoorden. De controleur mag niet terugkomen op akkoorden over feiten uit voorbije jaren . Hij mag dat wel doen voor de komende jaren, op voorwaarde dat hij u vooraf inlicht
  • recht op het naleven van het beroepsgeheim. Als u door uw beroep uw beroepsgeheim doet gelden, kan de controleur u niet dwingen gegevens over uw klanten mee te delen. U kunt zich evenwel niet beroepen op het beroepsgeheim om te ontsnappen aan een controle die betrekking heeft op uw eigen fiscale toestand.
  • recht om ter plaatse een administratief document te raadplegen, hierover uitleg te krijgen en er een kopie van te krijgen, als er geen uitzonderingen van toepassing zijn
  • recht om te worden gehoord

Uw plichten
Bij een fiscale controle moet u:

  • antwoorden op de verzoeken om inlichtingen van de controleur over uw beroepsinkomsten en -activiteiten
  • de boeken en bescheiden voorleggen
  • toegang verlenen tot uw beroepslokalen



Wie wordt in 2017 extra gecontroleerd door de fiscus?

Net als de voorbije jaren communiceert de fiscus op een transparante manier over verschillende controleacties die gepland of gaande zijn voor 2017.
Abeka wil u er inderdaad toe aanzetten om uw fiscale verplichtingen correct na te komen.
Zo heeft de belastingplichtige een beter idee van de kans dat hij een fiscale controle zal krijgen of een vraag om inlichtingen van de fiscus zal ontvangen.


U bent een particulier

U wordt mogelijk gecontroleerd of de fiscus zal u vragen om bijkomende inlichtingen of documenten te bezorgen als:

  • u als loontrekkende werkelijke beroepskosten heeft afgetrokken
  • u de inkomsten die u in een ander land heeft verworven, niet heeft aangegeven
  • u de belastbare meerwaarden die u naar aanleiding van een overdracht onder bezwarende titel van gebouwen of gronden heeft verwezenlijkt, niet heeft aangegeven
  • u uw belastingaangifte niet heeft ingediend ondanks de verstuurde herinnering. U zult dan het voorwerp uitmaken van een nazicht. De fiscus zal bijzondere aandacht besteden aan uw situatie als u regelmatig nalaat uw aangifte in te dienen.


U vertegenwoordigt een onderneming

Uw onderneming wordt mogelijk gecontroleerd als:

  • zij één of meerdere (gedeeltelijke) vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing inroept waarvan de toekenningsvoorwaarden moeten worden nagekeken
  • er een vermoeden is dat er ten onrechte een btw-tegoed is ontstaan of werd verrekend
  • zij verlaagde roerende voorheffing op door haar betaalde of toegekende dividenden heeft betaald
  • zij in haar hoedanigheid van grote onderneming in de zin van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen de belastbare meerwaarden op aandelen of deelbewijzen die zij heeft verwezenlijkt, niet heeft aangegeven
  • zij geen belastingaangifte heeft ingediend ondanks de verstuurde herinnering. Uw onderneming zal dan het voorwerp uitmaken van een nazicht. De fiscus zal bijzondere aandacht besteden aan de situatie van uw onderneming als zij regelmatig nalaat de aangifte in te dienen.

De fiscus selecteert de particulieren en de ondernemingen op basis van fiscale risico-indicatoren. Voor de particulieren kan de geautomatiseerde behandeling van de aangifte leiden tot een selectie voor het nazicht van eventuele onregelmatigheden.

Naast deze specifieke aandachtspunten voert de fiscus uiteraard nog andere controles uit van de fiscale situatie van de particulieren en de ondernemingen.

 

(bron: dit artikel werd op 18 april 2017 verstuurd via de juridische nieuwslijn Lexalert)




Hoe ziet het wettelijk erfrecht er binnenkort uit?

Het verandert in ieder geval spectaculair!!

Ons erfrecht dateert nog van de tijd van Napoleon en is dus meer dan 200 jaar oud.
Zelf kunnen beslissen wat u doet met uw centen, het zou dat zijn wat u zichzelf toewenst. Op vandaag is dat helemaal niet het geval als het over uw successie gaat. Het nieuwe erfrecht zal hier een oplossing bieden.

Nieuw samengestelde gezinnen, families met een onderneming, kinderloze singles en koppels, gezinnen met gehandicapte kinderen, wettelijke en feitelijke samenwonenden, Napoleon had er niet veel kaas van gegeten!!

Eén ding in ons leven staat vast: sterven doet iedereen van ons. Dat kan binnen 30 jaar, 15 jaar of deze nacht …
Daarom heeft ABEKA altijd een zeer sterk adviserende functie gehad in het tijdig regelen van de successie, zeker wanneer het ondernemers betreft.


Enkele voorbeelden van wat in ons erfrecht verandert:

  • Eindelijk wordt de reserve voorbehouden aan de kinderen beperkt. Binnenkort wordt de reserve van de kinderen altijd beperkt tot de helft van de nalatenschap. U zal in de toekomst dus met een groter deel van uw nalatenschap kunnen doen wat u wilt. Zo kan u gehandicapte kinderen een groter deel geven, of iets toebedelen aan de stiefkinderen of één van uw kinderen meer bevoordelen.
  • Eindelijk verdwijnt ook de reserve die de ouders hadden op iemand die zelf geen kinderen had.
    Er zijn mij gevallen bekend van een volwassene (enig kind) die overleed, waarbij vader overleden was en moeder nog in leven was, waarbij de erfenis deels toekwam aan de broers en zusters van de overleden vader en dit voor zijn reserve. Broers en zussen waren ook overleden, dus erfden hun kinderen (aan 65% successierecht). De overleden zoon had zijn erfgenamen nooit gekend, nooit ontmoet. Om maar te stellen … dat de logica in ons huidig erfrecht soms ver te zoeken is.
  • In het nieuwe erfrecht zal iemand die feitelijk samenwoont en geen kinderen heeft zijn hele erfenis kunnen nalaten aan zijn partner. Wat dus de logica zelve is!
  • Er komt een familiale overeenkomst, waarbij ouders er kunnen voor zorgen dat kinderen na het overlijden van hun ouders niet in een juridische strijd over de erfenis verwikkeld geraken.
  • Wanneer u als ouders verschillende goederen aan de kinderen zal schenken, bv. een huis aan uw zoon en uw bedrijf aan uw dochter, zal dit later niet meer zo gemakkelijk door uw kinderen betwist kunnen worden wanneer bij uw overlijden de waarde van het huis of het bedrijf sterk gestegen of gedaald is.
  • We zien ook met spanning uit naar de reserve van de langstlevende echtgeno(o)t(e). Hierover is men nog volledig in onderhandeling. Wij hopen wel dat minstens het vruchtgebruik op de gezinswoning blijft.
  • Door het nieuwe erfrecht zal het ook mogelijk worden om de erfenis een generatie te laten overslaan als de kinderen hiermee akkoord gaan. Leuk om weten in onze steeds ouder wordende samenleving.

Dit zijn maar enkele voorbeelden van de grondige wijzigingen die op komst zijn.

Op 8 mei 2017 om 18u00 geeft ABEKA een gratis seminarie bij Frisomat in Wijnegem. Voor meer info over dit seminarie en eventuele inschrijving verwijzen wij naar deze uitnodiging of contacteer georges@abeka.be.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Topseminarie: Het nieuwe erfrecht – De aanpassingen zijn spectaculair


UITNODIGING
(GRATIS SEMINARIE)

 

 

 

TOPSEMINARIE: HET NIEUWE ERFRECHT – DE AANPASSINGEN ZIJN SPECTACULAIR

Wanneer: maandag 8 mei 2017 om 18u30, ontvangst vanaf 18u00
Locatie: FRISOMAT, Stokerijstraat 79, 2110 Wijnegem

 

 

Beste ondernemer,

ABEKA heeft zich in de laatste 15 jaar ontwikkeld als dé voorbereidende adviseur van uw successieplanning.

U wilt uw vermogen veilig en zorgeloos overdragen aan de volgende generatie.

ABEKA maakt uw dossier op en zorgt tegen een betaalbare prijs voor een stevig dossier voor notarissen en juridische adviseurs.

Tijdens dit topseminarie geven Nathalie Labeeuw en Olivier De Keukelaere (Cazimir Advocaten), veel gevraagde sprekers en nu uniek samen aan het woord, een overzicht van de werkelijk revolutionaire aanpassingen aan ons erfrecht.

Of u nu al uw successieplanning hebt uitgewerkt of nog niet, wij geven u alvast een gouden raad: INSCHRIJVEN

 

Programma:

De ontvangst start om 18u00, waarbij u onthaald wordt met broodjes

  • 18u30 – 19u15:
    • Inleiding: De spelregels van erf- en schenkbelasting. Waarom en wanneer aan successieplanning doen?
    • (R)evolutie in successieplanning: nieuwe standpunten Vlaamse Belastingdienst sinds 1 juni 2016: deel 1 – Hoe nu nog schenken en toch controle en inkomsten behouden?
  • 19u15 – 19u45: pauze (broodjes zijn voorzien)
  • 19u45 – 20u30: (R)evolutie in successieplanning: nieuwe standpunten Vlaamse Belastingdienst sinds 1 juni 2016:
    deel 2 – Overdracht van uw familiebedrijf
  • 20u30 – 21u00: Vragen
  • Vanaf 21u00: Afterdrink

Inschrijven kan u via deze link.

Voor deze exclusieve sessie zijn de plaatsen beperkt. Deelname is gratis, inschrijven is verplicht.

Vragen die u graag anoniem behandeld wilt zien op dit seminarie kunnen vooraf gemeld worden aan georges@abeka.be

Voor meer info over de aanpassingen in het erfrecht, zie volgend artikel in onze nieuwsbrief.




Bent u voorbereid op een fiscale controle? De fiscus op (be)zoek!

Een kleine bloemlezing van een recent bijgewoond topseminarie, gegeven door Sophie Lippens, advocaat-vennoot bij Mythra fiscale advocaten, willen we u zeker niet onthouden.

  • Wat kan/mag de fiscus?
  • Welke zijn de grenzen van en voor de fiscus?
  • En “last but not least”, hoe u en uw onderneming beschermen tegen de fiscus, zeker bij een onaangekondigd bezoek, ook inval genoemd?


Welke substantiële vragen dien je als ondernemer te stellen “alvorens” toegang te verlenen tot de beroepslokalen van uw onderneming? Ter info: uw receptie of onthaal
is geen beroepslokaal.

  • Hebt u een onderzoeksbevel van de onderzoeksrechter?
    • Neen, dan betreft het een fiscale controle.
    • Ja, dan betreft het een fiscaal strafrechtelijke controle.
  • Kan u mij uw “aanstellingsbewijs” tonen?
    Controleer de aanstellingsbewijzen van alle controleambtenaren (naam, opdracht, vervaldag…). Dit geeft u inzicht in het doel van de controle…waar is de fiscus naar op zoek.  Wanneer “vooraf” geen of een ongeldig aanstellingsbewijs wordt getoond, kan u als ondernemers de toegang tot uw onderneming weigeren zonder sancties, éénmaal de ambtenaren binnen zijn, dan is het te laat…


Wat kan de fiscus inkijken en vooral in welke mate hoeft u daaraan mee te werken?

  • Afhankelijk of de controle al dan niet strafrechtelijk is, zijn de bevoegdheden van de fiscus omlijnd
  • Protesteer/Weiger elke eigenhandige kopiename van digitale gegevens door de controleambtenaren.
  • Screen de inhoud van de PV’s op woorden als “vrijwillig”, “spontaan” of “met toestemming”…
  • U kan niet gedwongen worden om het proces verbaal te ondertekenen voor goedkeuring, teken voor ontvangst.
  • Niemand kan gedwongen worden om het gebouw niet te verlaten tijdens een fiscale visitatie.


Hoe antwoorden op vragen van de controleurs ?

  • Beantwoord de vragen zo gericht en duidelijk mogelijk.
  • Geef steeds de voorkeur aan schriftelijke vragen.
  • “Ik weet het niet” of “ik moet dit opzoeken” zijn correcte antwoorden!
  • U hebt het recht op stilzwijgen, maar dit bevordert niet steeds de verdere afhandeling van uw dossier.
  • Mondelinge vragen mogen door personeel beantwoord worden, mits toestemming van de bedrijfsleider.
  • Maak zelf en laat uw medewerkers of de aanwezige gerechtsdeurwaarder steeds notities maken over de opmerkingen, suggesties en vragen van de controleambtenaar.
  • Eis een PV van verhoor met alle vragen en antwoorden en breng verbeteringen aan waar nodig + vraag steeds een kopie.


Welke voorbereidingen dient iedere bedrijfsleider liefst vandaag nog voor zichzelf en zijn medewerkers te maken?

  • Wees ordelijk in uw administratie. Enkel wat wettelijk verplicht is, kan zich in uw beroepslokalen bevinden.
  • Opmaak van een stappenplan om een mogelijk onverwacht fiscaal bezoek zo vlot mogelijk te laten verlopen.
  • Bezorg uw onthaalbediende de telefoonnummer(s) van de personen (management/boekhouder) die onmiddellijk dienen verwittigd te worden bij een onaangekondigd bezoek van de fiscus.
  • Bepaal in uw arbeidsreglement wie bevoegd is om inspecteurs toegang te verlenen tot de bedrijfsruimten.
  • Verwittig onmiddellijk uw raadsman en/of gerechtsdeurwaarder (om vaststellingen te acteren).
  • Opgelet! Een inval door de fiscus is steeds erg goed voorbereid en gebeurt dikwijls gelijktijdig in uw onderneming, in uw bedrijf en mogelijk ook bij uw boekhouder.

Abeka organiseerde zich voor zijn klanten zodanig dat één van onze zaakvoerders/managementteam samen met een raadsman en/of gerechtsdeurwaarder zo snel mogelijk ter plaatse komen om u bij een onverwacht bezoek te ontzorgen. Onze zaakvoerders/managers werden inzake deze materie grondig opgeleid.

Maak een afspraak met Bruno Van De Poel, onze expert ter zake, via bruno@abeka.be. Hij bespreekt graag met u bovenstaande en tal van andere Tips & Tricks, die voor u en uw bedrijf het verschil maken tussen een fiscale (strafrechtelijke) controle, waarbij u als ondernemer in de “drivers seat” blijft of  eenzelfde onaangekondigd bezoek, waarbij u als rechtgeaard ondernemer het angstzweet uitbreekt.

 

(Auteur: Bruno Van De Poel, kredietmanager Abeka)




Bijzondere liquidatiereserve krijgt ruimer toepassingsgebied (voor het verleden)

Naar aanleiding van volgend artikel verwijzen wij vooreerst naar de inhoud van volgende link: Liquidatiereserve: uitbreiding naar boekjaar 2012 en 2013!!!

Het gaat meer bepaald om kleine vennootschappen met een gebroken boekjaar en een afsluitdatum in de laatste maanden van 2012. Omdat de latere regeling van de bijzondere liquidatiereserve slechts terugging tot aanslagjaar 2013 (voor de maatregel kwamen alleen belaste reserves in aanmerking die “bestonden” en goedgekeurd waren op 31 maart 2013), vielen die bepaalde vennootschappen met aanslagjaar 2012 niet in deze maatregel. Het Grondwettelijk Hof vindt dat discriminerend.

In afwachting kunnen de betrokken “kleine” vennootschappen het best bezwaar indienen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 




Hoge belasting op gebruik gratis woning is ongrondwettelijk, zegt nu ook Antwerps Hof van Beroep (deel 3)

Eind 2011 werd door de belastinghervorming van de regering Di Rupo het voordeel van alle aard voor een woning zo goed als verdubbeld.

Het Gentse Hof van Beroep oordeelde vorig jaar al dat dit onderscheid discriminerend is. Maar nu komt het Hof van Beroep te Antwerpen tot hetzelfde besluit. De fiscus zal die conclusie nu nog maar moeilijk kunnen negeren.

Zie ook onze links:

 

“Unanieme” rechtspraak

In ons vorig artikel hebben we nog opgemerkt dat het weinig waarschijnlijk leek dat de fiscus zich zomaar zou neerleggen bij deze rechtspraak. Maar nu het Antwerpse Hof van Beroep dat van Gent bijtreedt, wordt het lastig voor de fiscus om nog vol te houden.

De kans is weliswaar reëel dat de bestaande regeling bevestigd zal worden in een nieuw koninklijk besluit, dat deze keer wel samen met een Verslag aan de Koning gepubliceerd zal worden met daarin de “juiste” verantwoording. Maar het zal moeilijk zijn om die “rechtzetting” terugwerkende kracht te geven. Voor zover nog mogelijk, dienen de betrokkenen dus best snel een bezwaarschrift in.

Verder opvolgen is de boodschap, Abeka kan u hierin verder begeleiden!!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Opgelet: opvolging voorafbetalingen vennootschapsbelasting wordt terug belangrijk!!!

Vanaf Aj 2018 (inkomsten 2017) werd de notionele intrestaftrek aanzienlijk verminderd (0,737%) voor de  KMO en het tarief voor de vermeerdering onvoldoende voorafbetalingen werd verdubbeld naar 2,25%.  Het voordeel wordt meer dan gehalveerd en het nadeel meer dan verdubbeld.  Begrijpe wie kan, maar het is nu eenmaal zo.  Hierdoor zullen de adviezen voorafbetalingen terug aan belang winnen.  Een verschuldigde belasting van 50.000 euro wordt immers bij onvoldoende voorafbetaling verhoogd met 1.125,00 euro niet aftrekbare belasting vermeerdering!

Abeka zorgt ervoor dat hun klanten automatisch een advies voorafbetalingen ontvangen!!!!!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Fiscale en andere nieuwtjes….

Fiscus int boete via loon, huur of bankrekening.

  • Vanaf 1 februari 2017 zal de fiscus de openstaande boetes innen door een betere opvolging via een computer die systematisch de snelste en meest efficiënte manier kiest om de bedragen te vereffenen.
  • Voorheen gebeurde dit door het tegenhouden van de terugbetaling van belastingen of het sturen van een deurwaarder.
  • Voortaan zal men ook systematisch gebruik maken van het derdenbeslag.
  • Werkgevers zullen de opdracht krijgen het openstaande boetegeld van het eerstvolgende salaris af te houden. Er geldt wel de beperking dat € 1.037 netto per maand niet vatbaar is voor beslag.
  • Huurders kunnen dan weer een brief in de bus krijgen met het verzoek om een deel van de huursom aan de belastingdiensten over te maken.
  • De fiscus kan banken ook vragen of er nog “voldoende provisie” op de rekening van de wanbetaler staat. Zo ja, dan mag het verschuldigde bedrag worden doorgestort.

 

Tankkaartentaks vanaf 2017!

  • Tot 31/12/2016 werd voor het gebruik van een auto van het bedrijf een “veel besproken” voordeel van alle aard auto aan de bedrijfsleiders of werknemers doorgerekend.
  • Daarenboven werd in de vennootschap 17% van het privé belastbaar voordeel in verworpen uitgaven opgenomen, dit boven de reeds andere niet-aftrekbare autokosten.
  • De verworpen uitgave van thans 17% wordt vanaf 1 januari 2017 verhoogd naar 40% indien de gebruiker van de auto ook beschikt over een tankkaart van de vennootschap en/of de werkgever.
  • Deze nieuwe “belasting” zal ook gelden als tankkosten terugbetaald worden, en eveneens voor de elektrische auto als er gebruik wordt gemaakt van elektriciteit van de vennootschap.
  • Zo los je het tekort in de begroting op!!!! Als wij ervan zouden uitgaan dat er € 15.000 autokosten zijn op jaarbasis (afschrijvingen per jaar inbegrepen), er € 3.000 brandstofkosten zijn, er een jaarlijks voordeel alle aard auto van € 8.000 is, en de fiscale aftrek van de auto (Co2-uitstoot) 50% is, dan betalen wij voor deze auto in 2017 626 meer vennootschapsbelasting. Als u dit vermenigvuldigt met het aantal auto’s dat onderworpen is….

 

Kwartaalvoorschotten BTW worden afgeschaft vanaf 1 april 2017

Zoals gemeld in onze nieuwsbrief van oktober (zie link) heeft Minister Van Overtveldt via een persbericht van 19/01/2017 inderdaad bevestigd dat:

  • De btw-voorschotten voor kwartaalaangevers worden afgeschaft vanaf 1 april 2017.
  • Kwartaalaangevers zullen net zoals maandaangevers wel een decembervoorschot moeten voldoen.

 

Bijzondere regeling interne meerwaarden bij de oprichting van een holding.

  • Voorheen werden heel wat aandelen van een vennootschap ingebracht aan de op het moment van inbreng werkelijke waarde. Soms kon men daardoor bij een vennootschap, opgericht met een kapitaal van € 18.500, de aandelen inbrengen voor  € 1.000.000 € of een interne meerwaarde van € 981.500.
  • Nadien kon men via een kapitaalvermindering belastingvrij uitkeren.
  • De fiscus doet er de laatste tijd alles aan om deze kapitaalsverminderingen aan te vallen, en ze te herkwalificeren als dividenden, waarop dan de roerende voorheffing van toepassing is.
  • Bij inbreng van aandelen in een holding vanaf 1/1/2017 zal de interne meerwaarde, bij latere kapitaalsvermindering, voortaan altijd belast worden aan de roerende voorheffing.
  • Verkoop van aandelen aan een holding kunnen nog wel ontsnappen aan de hogervermelde regel als blijkt dat men kan aantonen dat de verkoop geen abnormale verrichting is, er geen fiscale redenen zijn, bv. het uitwerken van een successieplanning.

 

Aanpassingen in bevallingsrust voor zelfstandigen.

  • Een zelfstandige kan tijdelijk haar zelfstandige activiteit stopzetten en hiervoor in de plaats een uitkering van het ziekenfonds krijgen.
  • Deze uitkering bedraagt bruto € 458,31 per week.
  • De duur van de bevallingsrust wordt verlengd van 8 naar 12 weken (bevallingen vanaf 1/1/2017)
  • Drie weken hiervan zijn verplicht te nemen, één week voor en twee weken na de bevalling.
  • De spreiding kan voortaan, met minstens één week, tot 38 weken na de bevalling.
  • Voorheen moest men alle beroepsactiviteiten stopzetten, nu kan men halftijds stoppen met de beroepsactiviteit. Het gaat dan om een periode van maximaal 18 weken halftijdse facultatieve bevallingsrust. De periode van opname blijft wel 38 weken. De uitkering bedraagt dan € 244,66 bruto.
  • De bedrijfsvoorheffing bedraagt steeds 11,11 %.
  • Inwerkingtreding 1/1/2017

 

Pro deo-diensten die advocaten verstrekken in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand, evenals de pro deo-diensten verricht door gerechtsdeurwaarders in het kader van de rechtsbijstand, worden vanaf 1 april 2017 onderworpen aan het normaal btw-tarief van 21%. Deze beslissing is ook van toepassing op advocaten-stagiairs en op kandidaat-gerechtsdeurwaarders. De administratie aanvaardt dat het bijzonder nultarief van toepassing is op de ereloonstaten die uiterlijk op 31 maart 2017 worden opgemaakt, zelfs wanneer de betaling ervan gebeurt op een later tijdstip.

 

Indexatiecoëfficiënt voor het kadastraal inkomen aangepast.

  • Voor inkomstenjaar 2016 bedraagt die coëfficiënt 1,7153, terwijl dat voor inkomstenjaar 2015 1,7057 was.
  • Is van belang bij verhuur voor privé-bewoning: u wordt immers getaxeerd op het geïndexeerde KI, verhoogd met 40%.
  • Ook de onroerende voorheffing stijgt dus.
  • Ook de voordelen alle aard gratis woonst passen zich aan. (dit wordt nu als volgt berekend:  geïndexeerd KI *5/3* 3,8)
  • Ook het voordeel alle aard verwarming en elektriciteit wordt aangepast: voor bedrijfsleiders vaa verwarming € 1910, vaa elektriciteit € 950, voor anderen vaa verwarming € 860, vaa elektriciteit € 430

 

In de horeca kunnen ook studenten, extra’s en flexi’s niet meer cash betaald worden.

  • Het verbod om werknemers cash te betalen bestond al langer, maar niet voor bovenvermelde werknemers.
  • Ook voor werknemers in bakkerijen kunnen cash betalingen niet langer.
  • Wijziging treedt in op 2 februari 2017.

 

Voor het vakantiegeld dat u in 2017 moet betalen voor de prestaties van 2016 kan een provisie aangelegd worden. De percentages voor aj. 2017 zouden zich aanpassen als volgt:

  • 18,80% wordt 18,60% van de vaste en variabele lonen (excl. de eindejaarspremie) van de bedienden die op het einde van het boekjaar nog in dienst waren en voor wie er geen zgn. decemberafrekening betaald werd;
  • 10,27% blijft 10,27% van 108/100 van de lonen van vorig jaar, toegekend aan de arbeiders die nu recht hebben op vakantiegeld én voor wie u dit jaar bijdragen betaalt aan de verlofkas.

 

Vervuilende voertuigen worden geweerd in stad Antwerpen.
De hele Antwerpse binnenstad en een deel van Linkeroever worden vanaf 1 februari 2017 een lage-emissiezone (LEZ).
De meest vervuilende voertuigen mogen de stad dan niet meer in. In 2020 en 2025 worden de LEZ-voorwaarden nog strenger. Zie ons artikel in onze nieuwsbrief van december.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting

Het artikel van Cazimir Advocaten dd. 23/01/2017 over de update inzake erfbelasting kunnen wij u niet onthouden.

Beding van aanwas en terugvalling

(Standpunt nr. 16092 dd. 14.11.2016 – publ. 03/01/2017)

Met betrekking tot de bedingen van aanwas en terugvalling houdt het nieuwe standpunt van VLABEL van 14/11/2016 weinig vernieuwing in. De standpunten in nr. 15050 van 30/03/2015 m.b.t. aanwasbedingen gekoppeld aan een overeenkomst onder de levenden, zijn voor het merendeel bevestigd. Hoewel absoluut ten onrechte, houdt VLABEL zich aan het vermoeden waarbij het beding van aanwas tussen gehuwden als een schenking wordt aanzien en op die manier zal worden belast. Dit principe kent enkel uitzondering wanneer het bezwarend karakter duidelijk uit de bewoordingen van de overeenkomst blijkt waardoor de aanwas fiscaal als ten bezwarende titel zal worden beschouwd. Daarentegen wordt het beding van aanwas tussen niet-gehuwden geacht ten bezwarende titel te zijn overeengekomen. Dit is een onhoudbare en bovendien ongeoorloofde discriminatie tussen gehuwden en ongehuwden, aangezien er geen objectieve elementen voorhanden zijn om dergelijk onderscheid te rechtvaardigen. O.i. zal VLABEL zich hierover dan ook vroeg of laat noodgedwongen moeten herbezinnen.

Indien twee gehuwden schenken onder voorbehoud van vruchtgebruik/rente en met aanwas van het vruchtgebruik of de rente bij het overlijden van de eerststervende, zal de realisatie van deze aanwas geen schenkbelasting opeisbaar maken. De aanwas valt eveneens buiten de erfbelasting, evenwel met dien verstande dat art. 2.7.1.0.6 VCF wel van toepassing is wanneer de aanwas een rente uitmaakt en de vervreemders echtgenoten zijn gehuwd onder een gemeenschapsstelsel.

Indien echter slechts één echtgenoot een goed zou schenken met voorbehoud van vruchtgebruik en met terugval van het vruchtgebruik ten behoeve van de langstlevende echtgenoot, wordt het beding van terugval beschouwd als een schenking. Als het gaat om een schenking van roerende goederen, dan is art. 2.7.1.0.3, 3° VCF van toepassing en wordt dus erfbelasting geheven en niet schenkbelasting. Dit geldt ook bij terugval van rente, maar dan op grond van art. 2.7.1.0.6 VCF.

 

Levensverzekeringen verbonden aan een beleggingsfonds

(Standpunt nr. 16112 dd. 05.12.2016 – publ. 03/01/2017)

Verzekeringsproducten gekoppeld aan een beleggingsfonds (bv. levensverzekeringen Tak 23) zijn tegenwoordig erg in trek bij het grote publiek. Hoewel de keuze voor een tak 23-levensverzekering hogere opbrengsten kan genereren, mag niet uit het oog worden verloren dat hieraan ook een groter risico vasthangt. De risico’s van de interne fondsen hangen evenwel samen met de risico’s van de producten waarin het fonds belegt.

Bij overlijden van het verzekerde hoofd, wordt het opgebouwde kapitaal uitgekeerd aan de begunstigde van de levensverzekering. Dit uitgekeerde kapitaal zal worden beschouwd als een fictief legaat krachtens art. 2.7.1.0.6 VCF en dus worden belast met erfbelasting. Een fictief legaat betekent dat de verkrijging wordt gelijkgesteld met een verkrijging uit een nalatenschap. Dit is meteen de reden waarom het relevante tijdstip voor de waardering van de verkrijging dan ook op de dag van het overlijden wordt gesteld. Bij levensverzekeringen tak 23 is het niet abnormaal dat de waarde bij overlijden verschilt van de waarde van de effectief uitgekeerde som. VLABEL neemt hier een andere koers dan de federale administratie. Daar waar deze laatste administratie destijds het werkelijk uitgekeerde kapitaal belastte, belast VLABEL de waarde op datum van overlijden. VLABEL houdt m.a.w. geen rekening met het eventueel hoger of lager werkelijk uitgekeerde bedrag voor de heffing van de erfbelasting, aangezien dit anders – in de visie van VLABEL – een ongelijke fiscale behandeling van de belastingplichtigen zou uitmaken. In deze visie is het m.a.w. – o.i. onterecht – mogelijk dat de belastingplichtige erfbelasting zal moeten betalen op iets dat hij de facto niet zal verkrijgen. VLABEL heeft o.i. niet voldoende rekening gehouden met het bepaalde in art. 2.7.3.3.2, lid 1, 3° juncto lid 2 VCF, waarin wordt bepaald dat men voor een beurswaarde drie waarderingsmomenten kan kiezen. Bovendien mogen erfgenamen of legatarissen zich niet benadeeld zien door een abrupte daling van de waarde van de effecten kort na het overlijden, terwijl er niet tijdig liquiditeiten kunnen worden vrijgemaakt en de erfgenaam of legataris een plotse beursdaling onmogelijk kan ondervangen.

 

Uitkeringen uit een private stichting

(Voorafgaande beslissing nr. 16049 dd. 14.11.2016 – publ. 10/01/2017)

Voor het eerst spreekt de Vlaamse Belastingdienst zich uit over een private stichting in een voorafgaande beslissing. Het gaat om een VZW die een private stichting wil oprichten. Een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid tussen 5 religieuzen zal een inbreng doen in de private stichting. Het doel van de private stichting is in eerste instantie “het in stand houden op religieus, materieel en medisch vlak van de Congregatie van de Zusters..”.

De voorafgaande beslissing behandelt verschillende punten.

Allereerst of de inbreng onderworpen is aan het vast recht van 100 euro (artikel 2.8.4.1.1 §3 lid 2 VCF). Terecht stelt VLABEL dat deze bepaling niet van toepassing is omdat de inbrenger geen rechtspersoon is (zoals de toepassing van dat artikel het vereist). Wel kan gebruik worden gemaakt van het verlaagd tarief in de schenkbelasting van 5,5% omdat de begiftigde een private stichting is.

Daarnaast wordt de vraag beantwoord of artikel 2.8.4.1.1, §2 VCF kan/moet worden toegepast. Deze bepaling bevat het verlaagd tarief voor roerende schenkingen. VLABEL stelt: “Indien aanvrager stoffelijke voordelen bedoelt aan de stichter, bestuurders of enig ander persoon die kaderen in de verwezenlijking van de belangeloze doelen waarvan sprake onder art. 4 van de ontwerpstatuten, kan aanvaard worden dat er geen animus donandi aanwezig is, zodat er geen Vlaamse schenkbelasting verschuldigd is”. De reden waarom dit wordt opgeworpen is niet duidelijk. VLABEL stelde in diezelfde voorafgaande beslissing al dat het verlaagd tarief van 5,5% van toepassing is. Bedoelt VLABEL dan in de relatie tussen aanvrager en uiteindelijke begunstigde? Of in de relatie stichting en begunstigde? Het is niet duidelijk en het antwoord ontbreekt.

Vervolgens bevestigt VLABEL geheel terecht ook dat artikel 2.7.1.0.5. VCF niet meer van toepassing is indien de schenking aan de private stichting ter registratie werd aangeboden en daarop schenkbelasting werd betaald.

VLABEL doet tot slot – en daarop werd door de praktijk al enige tijd gewacht – uitspraak over de toepassing van artikel 2.7.1.0.6. VCF. Er was enige onduidelijkheid ontstaan omdat VLABEL eerder stelde dat de uitkering uit een Liechtensteinse Foundation onderworpen is aan erfbelasting (Voorafgaande beslissing nr. 16025 dd. 27.06.2016). VLABEL stelt nu: “Indien zoals hoger gesteld het zou gaan om stoffelijke voordelen aan de stichter, bestuurders of enig ander persoon die kaderen in de verwezenlijking van de belangeloze doelen en waarvan sprake onder artikel 4 van de ontwerpstatuten, dan zijn dit uitkeringen die door de raad van bestuur van de Private Stichting beslist werden, zonder dat dit een beding ten behoeve van een derde is.” Met andere woorden, uitkeringen uit een private stichting vallen niet onder artikel 2.7.1.0.6. VCF indien de uitkeringen kaderen binnen de verwezenlijking van het doel van de private stichting en indien de beslissing tot uitkering wordt genomen door de private stichting.

 

Belastingverhoging wegens tekortschatting in geval van meerdere (onroerende) goederen

(Standpunt nr. 16117 dd. 05.12.2016 – publ. 03/01/2017)

In dit standpunt licht VLABEL toe hoe de belastingverhoging wegens tekortschatting moet worden toegepast indien er verschillende onroerende goederen werden gewaardeerd. Indien er een tekortschatting is geweest voor sommige goederen en voor andere niet (ongeacht of ze allen zijn gecontroleerd), dan wordt de belastingverhoging toegepast per goed afzonderlijk. Dit vloeit voort uit artikel 3.18.0.0.13. VCF. Het standpunt gaat over registratiebelasting (hoofding “verkooprecht”), maar geldt ook voor de erfbelasting (artikel 3.18.0.0.8. VCF). Dit is een wijziging ten opzichte van de belastingplichtige in vergelijking met het Wetboek Successierechten (artikel 127 W.Succ.). Daar wordt de boete opgelegd indien het tekort gelijk is aan of hoger is dan het achtste van het totaal der waarderingen van de gecontroleerde goederen.

 

(Bron: Cazimir Advocaten)