1

Zo zal uw onroerend goed in het buitenland voortaan belast worden

Als u eigenaar bent van een woning in het buitenland, die u zelf gebruikt of verhuurt aan een privépersoon, dan zal uw buitenlandse onroerend goed vanaf aanslagjaar 2022 belast worden in de personenbelasting op basis van een kadastraal inkomen.

Onroerend goed in België wordt belast op basis van het kadastraal inkomen (KI). Het KI is geen echt inkomen, maar een fictief inkomen dat overeenstemt met het gemiddelde jaarlijkse netto-inkomen dat het onroerend goed zijn eigenaar zou opbrengen. Dat wil zeggen de gemiddelde jaarlijkse normale netto huurwaarde van het onroerend goed op het referentietijdstip. Tot op vandaag is dat referentietijdstip 1 januari 1975.

Voor onroerend goed in het buitenland moet u tot en met aanslagjaar 2021 de werkelijke huurwaarde (als de woning verhuurd is) of de gemiddelde jaarlijkse brutohuurwaarde (als de woning niet verhuurd is) aangeven. Deze laatste zijn de huurinkomsten die u zou kunnen opstrijken mocht u de woning het volledige jaar hebben verhuurd, rekening houdend met de gebruiken van het land en de ligging van de woning.

Vanaf aanslagjaar 2022 (inkomstenjaar 2021) wordt de woning in het buitenland op een gelijkaardige manier belast als onroerend goed in België, nl. op basis van een KI.

De fiscus zal aan alle buitenlandse onroerende goederen van Belgische belastingplichtigen een KI toekennen. Dat KI wordt vastgesteld op basis van de huidige verkoopwaarde en houdt rekening met de huurwaarden van 1975.

Om de nodige informatie te verzamelen, werd een aangifteplicht voor de eigenaar ingevoerd:

  • aan- of verkoop van een buitenlandse onroerend goed na 31 december 2020: binnen de 4 maanden melden aan de fiscus (dienst Administratie Opmetingen en Waardering). Dat kunt u via brief, e-mail of via MyMinfin.
  • op 31 december 2020 al eigenaar van een onroerend goed? Dan heeft u tot 31 december 2021 tijd om dat aan te geven bij de Administratie. Als u in de laatste belastingaangiftes van aanslagjaar 2020 en/of 2021 uw buitenlandse woning al heeft aangegeven, zal de fiscus u binnenkort een aangifteformulier sturen om de nodige informatie op te vragen.

De nieuwe wet voorziet in een administratieve boete van € 250 tot € 3.000 voor wie de aangifteverplichtingen niet nakomt.

Of het nieuwe regime een impact op de verschuldigde belasting zal hebben, hangt af van de situatie. Vaak zal de nieuwe regeling iets voordeliger zijn.

Sowieso zal de belastingdruk eerder beperkt zijn voor vastgoed dat gelegen is in één van de vele landen waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten. Daarin staat dat het land waarin het vastgoed gelegen is de belasting mag heffen.

Er wordt met de buitenlandse inkomsten rekening gehouden om het belastingtarief te bepalen dat op uw andere inkomsten van toepassing is. Hoe meer buitenlandse inkomsten, hoe hoger de belastingdruk op uw andere inkomsten. Dat is de zogenaamde ‘vrijstelling met progressievoorbehoud’.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 30/11/2021)




Investeringsaftrek van 25% tot en met eind 2022

De Corona-wet III verhoogde vorig jaar de gewone investeringsaftrek van 8% naar 25% voor investeringen gedaan tussen 12 maart 2020 en 31 december 2020 en dit voor zelfstandigen en kleine vennootschappen. Deze maatregel werd verlengd voor investeringen gedaan tot 31 december 2022.

De investeringsaftrek heeft als doel zelfstandigen en KMO’s aan te moedigen om productieve investeringen te doen. De investeringsaftrek is een fiscaal voordeel waarbij je een bepaald percentage van de investering kan aftrekken van de belastbare winst.

Om in aanmerking te komen voor de toepassing van de gewone investeringsaftrek, moeten volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:

  • investeringen door zelfstandigen die winsten of baten behalen of vennootschappen die wettelijk als klein worden aangemerkt;
  • investeringen in materiële of immateriële vaste activa die over een periode van ten minste drie jaar afgeschreven kunnen worden;
  • investeringen die tijdens het belastbaar tijdperk in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht;
  • investeringen die in België werkelijk en uitsluitend voor de beroepswerkzaamheid worden gebruikt.

Noteer dat niet alle investeringen in aanmerking komen voor de investeringsaftrek zoals onder meer de investeringen in nieuwe personenwagens.

 

Een concreet voorbeeld:

Een vennootschap koopt in 2021 een nieuwe machine met een kostprijs van € 30.000.

De investeringsaftrek voor deze investering bedraagt dan € 7.500 (25% van € 30.000). Niet alleen kunnen de afschrijvingen op deze machine pro rata ten laste van het belastbare resultaat worden gelegd, maar bovendien geniet de vennootschap nog een aanvullend fiscaal voordeel van 1.500 euro indien het KMO-tarief van 20% wordt genoten of een fiscaal voordeel van € 1.875 indien de winsten belast worden aan het tarief van 25%.

Voor zelfstandigen kan het belastingvoordeel nog hoger zijn daar de winsten/baten belast worden aan de progressieve tarieven personenbelasting.

Met een noodzakelijke investering vóór het einde van het boekjaar 2021 kan dan ook het fiscaal resultaat nog worden geoptimaliseerd!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 30/11/2021)




Geen fiscaal voordelige auteursrechten meer vanaf 2022?

Sinds 1 januari 2008 worden inkomsten uit auteursrechten voor zelfstandigen (onder voorwaarden) beschouwd als roerende inkomsten en niet als beroepsinkomsten. Dit betekent dat de effectieve fiscale druk op deze vergoedingen kan worden herleid tot 7,5% in plaats van de progressieve tarieven die van toepassing zijn op de beroepsinkomsten en die al snel oplopen tot 50%.

Het Wetboek van Inkomstenbelastingen voorziet dat de vergoedingen voor auteursrechten worden behandeld als roerende inkomsten en dit tot een maximumbedrag van 62.550 euro voor inkomstenjaar 2021. Deze vergoedingen zijn onderworpen aan een bevrijdende roerende voorheffing van 15% en niet aan de progressieve tarieven van de personenbelasting. Tevens worden deze vergoedingen niet onderworpen aan sociale bijdragen.

Om de netto-inkomsten te bepalen die uiteindelijk belast zullen worden, kan een kostenforfait worden toegepast. Hierdoor kan de effectieve belastingdruk herleid worden tot 7,5%.

De fiscus voert op dit ogenblik controleacties uit op de naleving van alle voorwaarden met betrekking tot de toekenning van auteursrechten en de verklaring hiervoor is uiteraard overduidelijk, namelijk het fiscale gunsttarief in vergelijking met andere inkomsten. De fiscus tracht in vele gevallen deze auteursrechten te herkwalificeren en te belasten als een beroepsinkomen met zware financiële gevolgen voor de belastingplichtige. Bovendien is er de laatste jaren een sterke evolutie geweest in de toekenning van deze auteursrechten en het spreekt voor zich dat dit niet voordelig is voor de Belgische Schatkist!

In de wandelgangen van de regering wordt dan ook gesproken over een aanpassing of verstrenging van het bestaande stelsel vanaf 2022. Of wordt het een volledige uitsluiting voor bepaalde beroepsgroepen?

Wordt vervolgd …

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 26/10/2021)




Mijn zoon of dochter toch nog fiscaal ten laste voor inkomstenjaar 2020?

Om uw zoon of dochter fiscaal ten laste te nemen, moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

  • deel uitmaken van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar
  • de nettobestaansmiddelen mogen de grenzen niet overschrijden
  • hij/zij mag geen bezoldigingen ontvangen die de ouders inbrengen als beroepskost

Met betrekking tot de nettobestaansmiddelen voor Aj 2021 dienen wij u toch te wijzen op een belangrijke uitzondering ten gevolge corona. Om de nettobestaansmiddelen te bepalen voor inkomstenjaar 2020 dient er namelijk geen rekening te worden gehouden met de volgende inkomsten uit studentenarbeid:

  • bezoldigingen studentenarbeid 2e kwartaal 2020
  • bezoldigingen studentenarbeid 4e kwartaal 2020 in de zorgsector of het onderwijs

Op het eerste zicht zou u kunnen concluderen dat de nettobestaansmiddelen op jaarbasis worden overschreden, maar rekening houdende met voorgaande is het best mogelijk dat uw zoon of dochter toch nog fiscaal ten laste is voor Aj 2021.

Voor meer informatie met betrekking tot kinderen ten laste en de nettobestaansmiddelen verwijzen wij naar de website van Financiën waar spijtig genoeg het bovenstaande niet wordt verduidelijkt.

Het spreekt voor zich dat een foutieve conclusie of beoordeling een zware fiscale impact heeft!  Alleen al omwille van dit gegeven voelde Abeka zich genoodzaakt om u gepast te informeren.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 01/06/2021)




Vergeet uw vrijgestelde roerende voorheffing op dividenden ontvangen in 2020 niet terug te vorderen!

Bij de ontvangst van dividenden wordt er in de praktijk roerende voorheffing ingehouden. Deze definitieve belasting op roerende inkomsten kan in de personenbelasting teruggevraagd worden tot een bedrag van maximaal 240 euro per persoon voor aanslagjaar 2021 – inkomstenjaar 2020, indien de dividenden aan de opgelegde voorwaarden voldoen.

Hiervoor dient u deze vrijgestelde roerende voorheffing wel aan te geven in de specifieke rubrieken, dewelke hiervoor in de aangifte personenbelasting werden voorzien, namelijk:

  • code 1437-18
  • code 2437-85

Noteer dat u hiervoor niet altijd attesten ontvangt die u wijzen op de mogelijkheden tot recuperatie of terugvordering van de ingehouden roerende voorheffing via de aangifte personenbelasting! Zodoende wordt uw bijzondere aandacht gevraagd bij de voorbereiding van uw aangifte personenbelasting.

In het geval iedere echtgenoot dividenden heeft ontvangen van 800 euro bruto en hierop het maximum van 30% roerende voorheffing werd ingehouden, impliceert dit dat de volledige ingehouden roerende voorheffing wordt gerecupereerd via de personenbelasting. Toch een aardig bedrag van 480 euro dat best niet vergeten wordt!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 01/06/2021)




Een vereenvoudigd voorstel van aangifte ontvangen? Grondig nazicht is geen overbodige luxe en bij fouten tijdig reageren is een must!

Vele belastingplichtigen hebben, zonder het te beseffen, van de fiscus reeds een vereenvoudigd voorstel van aangifte (VVA) ontvangen. Het is namelijk zo dat, als u in het verleden Tax-On-Web gebruikte of eBox activeerde, u dit VVA niet op papier zal ontvangen.

Uit de praktijk leren wij dat een grondig nazicht van deze voorstellen geen overbodige luxe is. Wij stellen immers vast dat het voorstel honderden euro’s kan afwijken van de uiteindelijke belastingschuld of dat de belastingtegoeden niet correct worden voorgesteld.

Dit is nu eenmaal een spijtig gevolg van het gegeven dat het systeem nog niet feilloos is en dit vraagt bijzondere aandacht van de belastingplichtige.

Stelt u een fout vast in het vereenvoudigde voorstel, dan kan u op papier reageren tot en met 30/06/2021 of online de correcties aanbrengen via MyMinfin (Tax-On-Web) tot 15/07/2021.

Deze antwoordtermijn geldt ook voor de beroepsbeoefenaar of de gevolmachtigde en dit in tegenstelling tot de verlengde termijn voor het indienen van de aangiften personenbelasting Aj 2021.

Abeka zal in ieder geval voor alle relaties waarvoor het een mandaat heeft de vereenvoudigde voorstellen ten gronde controleren en u tijdig informeren.

In het geval u gehouden bent tot het indienen van een aangifte personenbelasting zal u de volgende termijnen moeten respecteren:

  • papieren aangifte: ten laatste op 30/06/2021
  • via TOW: ten laatste op 15/07/2021
  • via een mandataris: ten laatste op 21/10/2021

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 01/06/2021)




Nog snel een tweede woning kopen met fiscale voordelen vóór 31/12/2021?

Op 9 maart 2021 werd er een wetsvoorstel ingediend dat een einde wenst te maken aan de belastingverminderingen voor kapitaalsaflossingen op hypothecaire leningen aangegaan voor de aankoop van een tweede woning.

Indien dit voorstel tot wet wordt gestemd, zal dit gelden voor alle aankopen vanaf 01/01/2022.

Wenst u een tweede woning aan te kopen, en is er fiscale ruimte voor aanvullende belastingverminderingen die U wenst te benutten, dan zal het noodzakelijk zijn om uw aankoop te realiseren vóór het jaareinde. Het maximale belastingvoordeel in de personenbelasting bedraagt 705 euro op jaarbasis.

Gezien de complexiteit van de personenbelasting, en meer in het bijzonder de woningfiscaliteit, is het aangewezen om Uw dossier voor te leggen aan een fiscalist. Mogelijk is uw fiscale korf in het langetermijnsparen reeds gevuld en heeft u zelfs ook bij een aankoop in 2021 geen aanvullend fiscaal voordeel.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel, fiscaal accountant ITAA 11308681 – 30/03/2021)




Uw buitenlands vastgoed verplicht te melden aan FOD Financiën?

Op 12 februari 2021 werd een wet goedgekeurd die Belgische eigenaars van buitenlands onroerend goed verplicht om hiervan melding te maken bij FOD Financiën.

Indien U een buitenlands onroerend goed heeft aangekocht na 01/01/2021, dient dit te gebeuren binnen de 4 maanden. Was U reeds eigenaar vóór die datum, ook dan geldt er een meldingsplicht. Het formulier kan aangevraagd worden bij de Administratie Opmetingen en Waarderingen of per mail op het volgende adres: foreigncad@minfin.fed.be

Vanaf juni 2021 zou het formulier beschikbaar zijn via “MyMinfin”.

Een bijkomende fiscale formaliteit die als doelstelling heeft om een kadastraal inkomen toe te kennen aan deze buitenlandse onroerende goederen. Vanaf aanslagjaar 2022 zal het toegekende kadastrale inkomen immers moeten gebruikt worden om deze buitenlandse onroerende inkomsten aan te geven in de Belgische aangifte personenbelasting.

De overheid hoopt op deze manier een einde te maken aan de discriminerende behandeling van buitenlandse onroerende inkomsten, maar tegelijkertijd kunnen wij ook concluderen dat deze meldingsplicht weer een stap richting vermogenskadaster is! Verklaart dit de inspanning welke onze overheid vraagt van de betrokken ambtenaren?

 

(Auteur: Edwin Van Lommel, fiscaal accountant ITAA 11308681 – 01/03/2021)




Voorafbetalingen vennootschapsbelasting – personenbelasting 21/12/2020

Vennootschappen, waarvan het boekjaar afsluit op 31/12/2020, alsook de eenmanszaken, hebben nog de mogelijkheid om een laatste voorafbetaling uit te voeren vóór 21/12/2020.

Voorafbetalingen reduceren of neutraliseren de aanzienlijke niet aftrekbare belastingverhogingen, dewelke worden opgelegd bij onvoldoende of geen voorafbetalingen.  (Aj 2021 = 6,75% voor vennootschappen en 2,25% voor eenmanszaken)

Vennootschappen en eenmanszaken dienen hun voorafbetalingen uit te voeren op het volgende rekeningnummer en met vermelding van de gestructureerde mededeling:

  • BE61 6792 0022 9117 (BIC: PCHQ BEBB) van het ‘Inningscentrum – Dienst voorafbetalingen’ met adres Koning Albert II-laan 33, 1030 Brussel

De gestructureerde mededeling kan U terugvinden op Myminfin of samenstellen op basis van Uw ondernemingsnummer: https://financien.belgium.be/nl/gestructureerde-mededeling

 

(Auteur: Edwin Van Lommel, fiscaal accountant ITAA 11308681)




Nog éénmaal genieten van een superlaag voordeel alle aard gratis woonst. Nieuwe berekening VAA gratis woonst is meer dan aanvaardbaar!

Op 28/11/2010 besliste de nieuwe regering Di Rupo het voordeel van alle aard gratis woonst bijna te verdubbelen.
Van KI x 100/60 x 2 naar KI x 100/60 x 3,8 waarbij KI staat voor geïndexeerd Kadastraal Inkomen.
Deze maatregel werd ingevoerd vanaf 01/01/2012.

Op 15/05/2018 legde de fiscus zich neer bij de rechtspraak die meermaals oordeelde dat het onderscheid dat werd gemaakt naargelang de hoedanigheid van de verstrekker van het voordeel strijdig was met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
Vanaf inkomstenjaar 2017 kregen wij op deze wijze een zeer voordelige berekening voor iedereen, namelijk KI x 100/60.

In het Koninklijk Besluit van 07/12/2018 (BS 27/12/2018) werd er door de regering Michel een definitieve oplossing gegeven door bij de berekening van het VAA gratis woonst de vermenigvuldigingsfactor 2 toe te passen vanaf 01/01/2019.

Voor alle duidelijkheid: voor inkomstenjaar 2018, aangifte personenbelasting 2019, kan men nog steeds het voordeligere KI x 100/60 aangeven!

Volgend voorbeeld zal u een beter idee geven van de berekening VAA gratis woonst.

Wij gaan uit van een geïndexeerd KI van 4.513,98 € en in het voorbeeld steeds van het inkomstenjaar.


Opmerkingen:

  • er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen wie het onroerend goed ter beschikking stelt
  • er wordt geen onderscheid meer gemaakt in de hoogte van het KI (voorheen al dan niet lager of hoger dan 745 €)
  • wat betreft een ongebouwd onroerend goed blijft de formule: geïndexeerd KI x 100/90
  • het VAA gratis verwarming bedraagt voor 2018 1.990 €,
  • het VAA gratis elektriciteit bedraagt voor 2018 990 €
  • voor de berekeningen VAA moet men prorateren op dagbasis indien men niet het ganse jaar het voordeel heeft genoten.

Nu er een definitieve regeling werd uitgewerkt kan het dus terug interessant zijn voor een bedrijfsleider om een woning op de vennootschap te kopen.

Wenst u graag te weten wat dit concreet voor u betekent, aarzel dan niet om een Abeka-medewerker te contacteren voor meer uitleg.

 

(Auteur: Georges Bauwens, Erkend Boekhouder-Fiscalist BIBF 301 85 790)