1

Indiening fiches 281.50 ten laatste op 29 juni 2022!

Ten laatste op 29 juni 2022 dienen de fiscale fiches 281.50 voor kalenderjaar 2021 te worden ingediend. De fiches 281.50 moet u opmaken voor alle erelonen, commissies, makelaarslonen, kosten, vergoedingen of extralegale voordelen die U in 2021 aan derden betaald heeft.

Worden deze fiches niet opgesteld, dan zullen de kosten fiscaal niet aftrekbaar zijn en voor een vennootschap kan het aanleiding geven tot een aanslag geheime commissielonen tegen het tarief van 100% of 50%.

Bovendien worden er systematisch administratieve boetes opgelegd wanneer er een inbreuk wordt gepleegd. De bedragen van deze boetes variëren van 50 euro (voor een eerste overtreding) tot maximaal 1.250 euro.

Voor erelonen, commissies of andere verleende voordelen waarvan het totaalbedrag of totale waarde per ontvanger en per jaar niet hoger is dan 250 euro (excl. btw), hoeft u geen fiche op te maken. Tevens voor erelonen of commissies waarvoor U een regelmatige btw-factuur heeft ontvangen van een belastingplichtige, die onder de Belgische boekhoudwetgeving valt, moet u geen fiche opmaken.

De fiches moeten ingediend worden via het Belcotax-on-web-systeem (BOW).

Een nieuwe wet van 21/01/2022 schaft wel de verplichting af om een fiche 281.50 in te dienen voor de betalingen in 2021. Dit indien deze betalingen betrekking hebben op goederen of diensten die zijn geleverd door een belastingplichtige gevestigd in de Europese Economische Ruimte EN indien een factuur of ander gelijkwaardig document voor de betalingen werd opgesteld.

Deze laatste vereenvoudiging kan enkel maar toegejuicht worden!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 30/05/2022)




Wijziging ficheverplichting voor onkostenvergoedingen vanaf 2022!

Ondernemingen die forfaitaire en werkelijke onkostenvergoedingen van werknemers en bedrijfsleiders toekennen of terugbetalen, mogen deze als aftrekbare beroepskost ingeven, op voorwaarde dat deze op de fiscale fiche 281.10 (werknemers) en/of fiche 281.20 (bedrijfsleiders) worden vermeld.

Een recente wetswijziging verruimt nu de huidige rapporteringsverplichting voor vergoedingen betaald vanaf 1 januari 2022. Zowel voor terugbetalingen aan werknemers (fiche 281.10), als aan bedrijfsleiders (fiche 281.20), zal voor elke kostenvergoeding toegekend vanaf 1 januari 2022, al dan niet forfaitair bepaald, het werkelijke terugbetaalde bedrag vermeld moeten worden.

Afhankelijk van het type onkostenvergoeding geldt een andere sanctie in geval van het niet naleven van de nieuwe rapporteringsverplichting:

  • het niet correct vermelden van forfaitaire onkostenvergoedingen heeft de niet-aftrekbaarheid van de terugbetaling tot gevolg en kan aanleiding geven tot toepassing van de aanslag ‘geheime commissielonen’;
  • kosten die terugbetaald worden op basis van bewijsstukken en niet correct vermeld worden zullen wel aftrekbaar zijn, maar zullen aanleiding geven tot een administratieve sanctie. Het is nog onduidelijk of het gaat om een sanctie per fiche of per overtreding.

De nieuwe fiches 281.10 en 281.20 werden tot op heden nog niet gepubliceerd, dus voorlopig is het nog wachten op de verdere praktische uitwerking.

Hoe dan ook is zeker dat door de nieuwe rapporteringsverplichting de bewijslast verder bij de belastingplichtige wordt gelegd, wat uiteraard weer in het voordeel van de fiscus is.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2022)




Opfrissing hervorming vennootschapsbelasting: maatregelen van toepassing vanaf 2020

In wat volgt bezorgen wij u bij wijze van opfrissing een kort overzicht van de voornaamste maatregelen die door de hervorming van de vennootschapsbelasting (in uitvoering van het zogenaamde zomerakkoord) vanaf aanslagjaar 2021 (voor een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020) in werking treden.

Verdere tariefdaling
Het basistarief in de vennootschapsbelasting daalt van 29% naar 25%. Voor kleine vennootschappen blijft het tarief van 20% behouden op de eerste schijf belastbare grondslag tot 100.000 euro.
De crisisbijdrage van 2% wordt voor alle vennootschappen volledig afgeschaft.

Criterium marktrente verduidelijkt
Wanneer een vennootschap interesten betaalt die hoger zijn dan “de overeenkomstig de marktrente geldende rentevoet”, dan is het gedeelte van deze interesten boven deze marktrente niet aftrekbaar als beroepskost. Daarnaast kan de administratie het overdreven deel van deze interesten herkwalificeren als dividenden.

In de praktijk bestaat er reeds lange tijd discussie over hoeveel deze marktrente nu precies bedraagt. Om aan deze discussies een einde te maken, wordt het bedrag van deze ‘marktrente’ voortaan wettelijk vastgelegd. Het betreft de door de Nationale Bank van België bekend gemaakte “MFI rentevoet voor leningen voor een bedrag tot 1 000 000 euro met variabel tarief en initiële rentebepaling tot een jaar verstrekt aan niet-financiële vennootschappen gesloten in de maand november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de interesten betrekking hebben”, verhoogd met 2,5%. Dit tarief is vrij te raadplegen op de website van de Nationale Bank. Indien u deze maatregel in 2019 reeds vrijwillig had toegepast, bedroeg de marktrente 4,09% (1,59% verhoogd met 2,5%).

Deze nieuwe bepaling is van toepassing op de interesten die betrekking hebben op periodes na 31 december 2019.

Degressieve afschrijvingen zijn niet langer mogelijk
Het degressief afschrijvingsstelsel wordt afgeschaft in de vennootschapsbelasting. Daarnaast moeten kleine vennootschappen voortaan verplicht pro-rata temporis afschrijven voor het jaar van de investering. Bovendien mogen kleine vennootschappen de bij de aankoop komende kosten ofwel ineens afschrijven tijdens het belastbare tijdperk waarin de kosten zijn gemaakt, ofwel op dezelfde wijze als de hoofdsom van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de desbetreffende vaste activa.

De wijziging van de afschrijvingsregimes is van toepassing op de vaste activa die worden verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 2020.

Disconto op schulden
Het in resultaat nemen van een disconto voor schulden zal met betrekking tot niet-afschrijfbare activa (bv. aandelen of antiek), niet langer als aftrekbare kost worden aanvaard voor zover de aankoopprijs lager is dan de werkelijke waarde verhoogd met het disconto.

Verrekening van beroepsverliezen van buitenlandse vaste inrichtingen en van buitenlands vastgoed
Verliezen geleden binnen een buitenlandse vaste inrichting of met betrekking tot in het buitenland gelegen activa waarover de vennootschap beschikt (bv. vastgoed) en waarvan de winsten behaald in deze inrichtingen of door middel van deze activa bij verdrag worden vrijgesteld in België, zijn nog slechts aftrekbaar in België voor zover deze verliezen definitief zijn en ze geleden zijn in de EER. De belastingplichtige moet met andere woorden alle mogelijkheden in het buitenland hebben uitgeput om de verliezen daar in aftrek te brengen.

De nieuwe regeling is niet van toepassing voor de overgedragen verliezen bestaande uit verliezen van buitenlandse vaste inrichtingen die werden in mindering gebracht op de Belgische winst in belastbare tijdperken die aanvangen voor 1 januari 2020.

Vrijgestelde reserves kunnen tijdelijk voordelig omgezet worden in belaste reserves
Vennootschappen met vrijgestelde reserves worden tijdelijk aangezet die reserves om te zetten in belaste reserves aan een verlaagd tarief. De maatregel geldt voor de aanslagjaren 2021 en 2022. De vrijgestelde reserves die voor die regeling in aanmerking komen, zijn diegene die bestonden op het einde van het laatste belastbare tijdperk dat afsluit vóór 1 januari 2017. Het verlaagd tarief bedraagt 15%, en daalt verder tot 10% voor zover het bedrag geïnvesteerd wordt in:

  • materiële vaste activa, andere dan deze vermeld in art. 75,5° WIB92 (bv. personenauto’s) of immateriële vaste activa;
  • die afschrijfbaar zijn; en
  • die niet gelden als herbelegging voor de gespreide belasting van meerwaarden.

Deze gunstmaatregel geldt als minimum belastbare grondslag. Er zijn geen fiscale aftrekken mogelijk of er mag niet gecompenseerd worden met het verlies van het belastbaar tijdperk. Er mogen geen voorheffingen, FBB en belastingkredieten worden verrekend. De vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen is van toepassing.

Een aantal vrijgestelde reserves komen niet in aanmerking voor deze omzetting (o.a. gespreid te belasten meerwaarden, meerwaarden m.b.t. bedrijfsvoertuigen en binnenschepen, vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen, kapitaalsubsidies).

Aftrekbeperking van bepaalde uitgaven
Volgende kosten zijn niet langer aftrekbaar en moeten volledig in de verworpen uitgaven worden opgenomen:

  • aanslag geheime commissielonen;
  • administratieve boetes (bijvoorbeeld proportionele btw-boetes).

Het tarief van 50% van de aanslag geheime commissielonen in het geval van vrijwillige opname van verdoken meerwinsten in de boekhouding wordt opgeheven.

De 120% aftrekbaarheid van kosten verdwijnt en wordt verlaagd naar 100%. Deze maatregel heeft een impact op o.a. de aftrekbaarheid van kosten voor elektrische wagens en het collectief vervoer van personeelsleden voor woon-werkverkeer.

Autokosten in de vennootschapsbelasting
Er wordt een nieuwe CO2-formule voor de berekening van de fiscale aftrekbaarheid van autokosten ingevoerd. Deze formule zal eveneens van toepassing zijn voor de aftrek van brandstofkosten.

 

(Bron: Lexalert – Cazimir Advocaten)




De forfaitaire onkostenvergoeding is een niet-belaste vergoeding zonder sociale bijdragen.

Zowel de bedrijfsleiders als de werknemers kunnen een forfaitaire onkostenvergoeding krijgen. Er is niets mis met een forfaitaire kostenvergoeding, maar u moet die wel kunnen onderbouwen.
Forfaitair wil eigenlijk zeggen dat de vennootschap u een vast bedrag per maand terugbetaalt als kosten die eigenlijk de vennootschap zou moeten dragen. Aangezien het forfaitaire kosten zijn dient  u geen facturen, bonnetjes e.d. voor te leggen.

Elke onkostenvergoeding moet vermeld worden op de loonfiche. Hoe dient u dit op te nemen op de fiche?

Terugbetaling op basis van bewijsstukken → vermelding op loonfiche:  ja – bewijsstukken (geen bedrag)
Forfaitaire vergoeding op ernstige normen → vermelding op loonfiche:  ja – ernstige normen (geen bedrag)
Forfaitaire vergoeding zonder ernstige normen → vermelding op loonfiche:  ja en het betaald bedrag

Bij het niet vermelden van deze kosten op de loonfiche riskeert u een aanslag geheime commissielonen van 103%.

Ernstige normen houdt in dat de onkosten gebaseerd zijn op bv. de vergoeding voor ambtenaren, ernstige vaststellingen, vergelijkingen.


Deze forfaitaire kosten kunnen omvatten:

  • internetkosten, abonnement bvb. 50%
  • gebruik van een voorbestemde ruimte in de woning
  • energiekosten voor deze voorbestemde ruimte (verwarming, elektriciteit, onderhoud)
  • klein  bureelmateriaal zoals papier, cartridges e.d.
  • afschrijving apparatuur zoals computer, printer
  • afschrijving bureelmeubilair zoals bureau, stoel, kast
  • verzekering voor brand en diefstal
  • deel van gemeente-en provinciebelasting
  • beroepsmatige tijdschriften en boeken
  • telefoonkosten vast toestel (indien op privé-naam), telefoonkosten gsm (indien privé-bezit)
  • secundaire autokosten, ook al is de auto van de zaak door bvb verplichting de auto proper te houden, stalling, klein onderhoud
  • parkingkosten
  • kosten van taxi en openbaar vervoer
  • kilometervergoeding voor beroepsverplaatsingen met privé-auto
  • indien geen er geen maaltijdcheques gegeven worden een maaltijdvergoeding voor verplaatsingen in België
  • kleine representatiekosten bv. u bent aangesloten bij verschillende clubs en kan niet anders dan deelnemen en bv. kaarten kopen
  • traktatiekosten aan klanten, hieronder vallen ook restaurantkosten
  • kosten voor geschenken aan klanten bij speciale gelegenheden


Advies:

  • Overdrijf zeker niet, maar al bij al kan deze vergoeding toch al over een degelijk bedrag per maand gaan.
  • Onderbouw uw onkostenvergoeding.
  • Vermeld zeker de onkostenvergoeding op de loonfiche.
  • Geef niet iedereen dezelfde onkostenvergoeding.
  • Mits goed onderbouwd, voelt u zich ook gesteund door de Vlaamse regering. Die kent ook een onkostenvergoeding toe aan de inspecteurs van Financiën.
  • Soms is er voor de vennootschap wel een beperkte aftrekbaarheid, bv. voor de autokosten.
  • Volgens de functie kan een onderbouwde onkostenvergoeding al snel 210 tot 350 € bedragen.
  • And last but not least: geniet van deze forfaitaire onkostenvergoeding.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Monsterboete van 309% verlaagd vanaf 2015, maar is ook voor hangende zaken van toepassing

Het nieuwe federale regeerakkoord bevat een verlaging van de monsterboete t.o.v. vennootschappen inzake geheime commissielonen van:

  • 309% naar 103% voor natuurlijke personen
  • van 309% naar 51,5% voor vennootschappen

Wat is een geheim commissieloon?

Een aanslag geheime commissielonen is van toepassing op bezoldigingen, erelonen, commissies en voordelen alle aard, … die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave.  Ook verdoken meerwinsten kunnen aan de aanslag onderworpen worden.

De taxatie geheime commissielonen zal niet langer gekoppeld worden aan het ontbreken van een fiche, maar aan het niet (tijdig) op ondubbelzinnige wijze kenbaar maken van de identiteit van de genieter.

  • Eigenlijk betekent dit dat de verkrijger van het voordeel moet gekend zijn binnen de 2,5 jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar en dit op ondubbelzinnige wijze.
  • In de praktijk betekent dit dat de monsterboete van 309% niet meer van toepassing zal zijn.
  • De nieuwe regeling geldt vanaf 29/12/2014 en is ook van toepassing op alle hangende geschillen.
  • Een eventuele aanslag geheime commissielonen blijft een aftrekbare kost, maar de kosten zelf waarop de taxatie geschiedde, zijn niet meer aftrekbaar.
  • De aanslag kan voortaan niet meer toegepast worden op de verwerping van kleine kosten, die niet beroepsmatig blijken te zijn.
  • Een vennootschap die verdoken meerwinsten (niet aangegeven omzet) niet terug heeft opgenomen in de boekhouding wordt ook belast aan 103%.
  • Neemt men deze meerwinsten (niet aangegeven omzet) echter spontaan op in een later boekjaar dan daalt dit tarief tot 51.5%. Voorwaarde is dat deze opname gebeurt vóór enige kennisgeving van de fiscus.
  • Voor het niet of laattijdig opstellen van de fiches zal enkel een administratieve boete worden opgelegd, tenminste als het voordeel in hoofde van de genieter kan worden belast.

Samengevat:
Eindelijk neemt er een einde aan de dreiging van de controleur dat hij de monsterboete zal taxeren….. een heel grote vooruitgang. En uiteraard zijn wij daar blij mee….

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)