1

Nog slechts 13 dagen de tijd om uw fiscaal geschenk binnen te halen: de liquidatiereserve 2013

Als uw KMO in 2013 winst heeft gemaakt, kunt u eerstdaags nog een bijzondere liquidatiereserve aanleggen.

KMO-vennootschappen hebben ten gevolge van de Programmawet van 10/08/2015 de mogelijkheid om een bijzondere liquidatiereserve aan te leggen over de winsten met betrekking tot het aanslagjaar 2014.

Het aanleggen van de bijzondere liquidatiereserve heeft een afzonderlijke belasting in de vennootschapsbelasting tot gevolg van 10%.  Hiervoor dient een afzonderlijke aangifte te worden ingediend en de afzonderlijke belasting dient betaald te worden vóór 30/11/2016.

Aangezien de liquidatiereserve hierdoor reeds wordt belast met 10% kan deze in het geval van een vereffening van de vennootschap uitgekeerd worden aan de aandeelhouders/vennoten zonder roerende voorheffing op de liquidatiebonus.  Het betreft met andere woorden een definitieve belasting van de reserves in de vennootschap.

Het normale tarief roerende voorheffing op de liquidatiebonus bedraagt heden 27%.  Het valt te verwachten dat deze roerende voorheffing wordt opgetrokken naar 30% ten gevolge de budgettaire maatregelen van onze regering.  Door toepassing van de bijzondere liquidatiereserve kan hierdoor naar de toekomst een besparing worden gerealiseerd van 20% op de te verdelen reserves.

Indien de liquidatiereserve wordt uitgekeerd vóór liquidatie van de vennootschap is er een aanvullende roerende voorheffing van 17% (20% vanaf 01/01/2017?) verschuldigd.

Heel belangrijk voordeel: in het geval u de liquidatiereserve toch uitkeert 5 jaar na de laatste dag van het boekjaar waarin ze wordt aangelegd, is er nog slechts een roerende voorheffing van 5% verschuldigd!!!! Uw voordeel in dit geval is 27% – 13,64% = 13,36% belasting.

U kunt maximaal de winst na belastingen van 2013 (aanslagjaar 2014) overboeken naar de bijzondere liquidatiereserve, op voorwaarde dat die winst nog deel uitmaakt van uw reserves bij het begin van het huidig boekjaar.

Wilt u alsnog gebruik maken van deze opportuniteit, dan moet u deze aangifte opmaken vóór 30/11/2016 via formulier 275A-Bijz.

U kan deze aangifte:

  • mailen naar CPIC.PRMRV@minfed.fed.be
  • per post versturen naar Inningscentrum, sectie roerende voorheffing, Koning Albert II laan 33 B42, 1030 Brussel.

Ook de betaling van deze 10% roerende voorheffing dient bij de fiscus te zijn toegekomen vóór 30/11/2016 !!!!

Nog belangrijk om weten is dat de huidige reserves in de vennootschap kunnen aangetast worden door eventuele toekomstige verliezen.  In deze concrete situatie kan dit tot gevolg hebben dat u een afzonderlijke belasting van 10% op uw winsten/reserves heeft afgedragen die niet meer voor uitkering ter beschikking zijn in het geval van liquidatie!

Mocht u nog vragen hebben met betrekking tot de toepassing van deze bijzondere liquidatiereserve dan kan u hiervoor contact opnemen met edwin@abeka.be

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Nieuwe permanente regeling liquidatiereserve start reeds voor de inkomsten 2014 (aj.2015)

Vanaf 1 oktober 2014 is de liquidatiebonus onderworpen aan een tarief van 25% roerende voorheffing. Zowel bij vereffening als bij dividenduitkering is dus 25% RV verschuldigd op het uitgekeerde bedrag, met uitzondering van de vennootschappen die onder de VVPR-bis regeling nog dividenden kunnen uitkeren met inhouding van 15% roerende voorheffing.

De regering Michel heeft nu (B.S. 29/12/2014) een nieuwe regeling, de liquidatiereserve, uitgewerkt die zeer interessant kan zijn. Zij is wonderwel al van toepassing op boekjaren die afsluiten vanaf 31/12/2014 (aj. 2015).  De aanleg van een liquidatiereserve kan dus al van toepassing zijn bij de winstverdeling van dit boekjaar.

Hierna schematisch de voornaamste modaliteiten:

  • De regeling geldt enkel voor KMO vennootschappen, die dat zijn op het moment van het aanleggen van de liquidatiereserve.
  • De liquidatiereserve dient op een passiefrekening geboekt te worden, een attest dient bij de aangifte vennootschapsbelasting gevoegd te worden.
  • De maximale liquidatiereserve, die u kan aanleggen, is de te bestemmen winst van het boekjaar na belastingen (code 9905), dus vóór boeking aanleg liquidatiereserve en vóór de boeking heffing 10%, gedeeld door 1,10.
  • Op deze liquidatiereserve dient een afzonderlijke vennootschapsbelasting betaald te worden van 10%. Deze belasting is fiscaal niet aftrekbaar.
  • Deze belasting wordt gedragen door de vennootschap (het aanleggen van 100.000 € liquidatiereserve, betekent bij de liquidatie van de vennootschap 100.000 € netto voor de ontvanger).
  • De afzonderlijke vennootschapsbelasting werkt bevrijdend, bij liquidatie van de vennootschap dient er geen extra belasting of RV betaald te worden.
  • Uitkeren van deze aangelegde reserve vóór de liquidatie brengt een sanctie met zich mee:

o binnen de 5 jaar: 15% roerende voorheffing
o na 5 jaar: 5% roerende voorheffing
o Deze termijn wordt gerekend vanaf de laatste dag van het belastbaar tijdperk van het boekjaar waarin de liquidatiereserve wordt aangelegd.

  • Bij uitkering van de liquidatiereserve worden de oudste aangelegde reserves eerst uitgekeerd.

Opmerkingen:

  • Het grote nadeel van deze nieuwe regeling is dat de vennootschap 10% afzonderlijke vennootschapsbelasting jarenlang ‘voorfinanciert’ aan de staat, en ze deze gelden niet voor de bedrijfsactiviteit kan gebruiken.
  • Indien men de liquidatiereserve na 5 jaar uitkeert, heeft men in totaal 10% afzonderlijke vennootschapsbelasting en 5% RV betaald, dus in totaal slechts 15%.
  • Winsten uit het verleden komen niet in aanmerking.
  • Eventuele boekhoudkundige overgedragen verliezen hoeft u niet in mindering te brengen van de winst die u naar de liquidatiereserve wilt boeken.
  • Liquidatiereserves kunnen aangetast worden door toekomstige verliezen. In dat geval betaalde u 10% afzonderlijke vennootschapsbelasting op bedragen welke bij liquidatie niet kunnen uitgekeerd worden!!
  • U kunt via uw vennootschapsaangifte kiezen voor bepaalde fiscale voordelen die echter niet allemaal combineerbaar zijn. Wij hebben ondertussen al de notionele interestaftrek, de investeringsaftrek, de investeringsreserve en de liquidatiereserve. Het is een moeilijke keuze, maar voor veel vennootschappen is de keuze tussen notionele interestaftrek en liquidatiereserve of investeringsaftrek en liquidatiereserve de meest voordelige.

Wij verwijzen hierbij ook naar ons aanvullend artikel “Liquidatiereserve: uitbreiding naar boekjaar 2012 en 2013 !!!”

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Aanpassingen van tarieven van de roerende voorheffing voor 2013 (bijkomend) en 2014

Na 2012 en 2013 worden ook in 2014 de tarieven roerende voorheffing aangepast. Wij geven u hierbij een kort overzicht van de wijzigingen, op 25/04/2013 nog niet gepubliceerd en dus ook nog niet echt van toepassing.


Roerende voorheffing op liquidatiebonus stijgt

Bij de ontbinding van de vennootschap worden alle activa (bv. investeringen) verkocht, de vorderingen (bv. openstaande klanten) geïnd en de schulden (bv. leningen) betaald. Het geld dat daarna beschikbaar is, wordt aan de aandeelhouders uitgekeerd. Het bedrag dat effectief wordt uitgekeerd, is niet noodzakelijk gelijk aan de liquidatiebonus.

Deze liquidatiebonus, dit is dus de belasting die men betaalt bij het stopzetten van een vennootschap, zal stijgen van 10% naar 25%. Vroeger (voor 1 januari 2002) was het uitkeren van deze liquidatiebonus zelfs belastingsvrij.

Die verhoging geldt wel pas vanaf oktober 2014.  Het is dus erg zinvol voor bedrijven die op het punt staan te stoppen, hun stopzetting nu reeds aan te vatten zodat zij nog een groot deel (of alles) kunnen uitkeren aan hun aandeelhouders aan het huidige tarief van 10% roerende voorheffing.

Anderzijds is het ook zo dat men kan overwegen om reeds bestaande reserves in het kapitaal van de vennootschap te incorporeren (hierbij zal men wel onmiddellijk 10% roerende voorheffing dienen te betalen) en vijf jaar later een kapitaalvermindering, zonder inhouding van roerende voorheffing, aan uzelf uit te keren. Momenteel is de kapitaalsvermindering immers nog vrij van roerende voorheffing, en wegens zijn eigenheid zien wij dit toch nog niet zo vlug veranderen.
Nieuw tarief van 15% roerende voorheffing op dividenden

Er zou vanaf 2013 toch een nieuw verlaagd tarief van 15% roerende voorheffing op dividenden komen, maar dan onder volgende voorwaarden:

  • het moet gaan om “kleine vennootschappen” (art.15. W.Venn.)
  • tarief zal enkel gelden voor dividenden toegekend aan aandelen op naam
  • deze aandelen op naam moeten uitgegeven zijn vanaf 01/07/2013
  • de aandelen moeten uitgegeven worden in ruil voor inbreng in geld
  • de eerste twee jaar na de inbreng zou het tarief nog wel 25% roerende voorheffing op deze dividenden bedragen
  • het derde jaar zou een tarief van 20% roerende voorheffing op deze dividenden gelden
  • pas vanaf het vierde jaar zou het tarief van de roerende voorheffing op deze dividenden 15% worden
  • deze tarieven zouden enkel gehanteerd worden voor zover deze aandelen ononderbroken in het bezit geweest zijn van de inbrengers

Wie dit allemaal bedenkt…..?? Wie dit allemaal in het oog moet houden….??  Maar goed om weten, dus wees er snel bij als u enige opportuniteiten ziet ….

Voor beginnende vennootschappen kan men dus misschien beter even wachten met de oprichting tot 01/07/2013.

Voor bestaande vennootschappen zou men vandaag kunnen liquideren (voor 1 oktober 2014) en een nieuwe oprichten. Vooral belangrijk als u denkt binnen enkele jaren uw vennootschap stop te zetten. Dan kan u mogelijk twee vliegen in één klap slaan door de voordelen van deze nieuwe maatregelen te combineren.  Hou wel rekening met alle fiscale spelregels zodat u niet geconfronteerd wordt met simulatie of de nieuwe antimisbruikbepaling. Volgens het Hof van Cassatie is het vereffenen en herbeginnen in een nieuwe vennootschap immers geen ‘fraude’ (Cassatie, 14.09.2007) en met de oude antimisbruikbepaling kon zo’n operatie ook niet aangepakt worden (Antwerpen, 17.04.2007).

En zo horen bij elke nieuwe maatregel dus ook opportuniteiten….

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)