1

Voordeel alle aard bedrijfswagen: belangrijke aanpassing vanaf 01/01/2010

Een bedrijfswagen waarmee de werknemer of bedrijfsleider privé-verplaatsingen en woon-werkverplaatsingen maakt, vormt een belastbaar voordeel in natura. Op dit voordeel moet de genieter belastingen betalen. Vanaf 01/01/2010 is het belastbaar voordeel niet langer afhankelijk van de fiscale PK, maar van de CO2-uitstoot en de CO2-coëfficiënt.

Deze belasting wordt in principe aangerekend door de inhouding van bedrijfsvoorheffing op de maandelijkse loonberekening.

Om dit belastbaar voordeel te bepalen, bestaan er 2 fiscale berekeningsformules:

  • de forfaitaire berekeningsformule
  • de berekeningsformule volgens de werkelijke waarde van het voordeel

De nieuwe CO2-wetgeving heeft betrekking op de forfaitaire berekeningsformule. Aan de berekeningsformule volgens de werkelijke waarde van het voordeel, dit voor bestelwagens en moto’s, wijzigt niets.


Hoe werkt de forfaitaire berekeningsformule?

  • er geldt een forfait van 5.000 kilometer: woon-werkafstand (enkele rit) bedraagt maximum 25 kilometer
  • er geldt een forfait van 7.500 kilometer: woon-werkafstand (enkele rit) bedraagt meer dan 25 kilometer
  • er geldt een forfait van 5.000 kilometer: voor werknemers of bedrijfsleiders die geen woon-werkverkeer doen met de wagen, maar deze wel privé ter beschikking krijgen van de werkgever

Belastbaar voordeel tot en met 31/12/2009: forfaitaire kilometers vermenigvuldigd met een coëfficiënt afhankelijk van de fiscale PK van de wagen.

Belastbaar voordeel vanaf 01/01/2010: forfaitaire kilometers vermenigvuldigd met de CO2-uitstoot en met de CO2-coëfficiënt.


Berekeningswijze

Het belastbaar voordeel is vanaf 01/01/2010 gelijk aan het aantal forfaitaire kilometers, vermenigvuldigd met de CO2-uitstoot van de wagen en met de CO2-coëfficiënt.

Woon-werkafstand (enkele rit) bedraagt < 25 km –> berekening maandelijks belastbaar voordeel: 5.000 km x CO2-uitstoot x CO2-coëfficiënt/12

Woon-werkafstand (enkele rit) bedraagt > 25 km –> berekening maandelijks belastbaar voordeel: 7.500 km x CO2-uitstoot x CO2-coëfficiënt/12
De CO2-coëfficiënt is afhankelijk van het brandstoftype van de wagen:

Benzine/LPG/aardgas –> CO2-coëfficiënt: 0,00210 euro per gram CO2
Diesel                        –> CO2-coëfficiënt: 0,00230 euro per gram CO2
Elektrisch                   –> CO2-coëfficiënt: 0,10 euro per gram CO2 (= minimumbijdrage)

De CO2-coëfficiënten worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd.

Vanaf 01/01/2011 gelden volgende bedragen:

Benzine/LPG/aardgas –> CO2-coëfficiënt: 0,00216 euro per gram CO2
Diesel                        –> CO2-coëfficiënt: 0,00237 euro per gram CO2
Elektrisch                   –> CO2-coëfficiënt: 0,10 euro per gram CO2 (= minimumbijdrage)


Waar vindt men de CO2-uitstoot van de wagen terug?

De CO2-uitstoot kan men terugvinden op het gelijkvormigheidsattest van de wagen of op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

CO2-gids

Website Ecoscore
Wat indien de CO2-uitstoot van de wagen niet gekend is?

Indien de CO2-uitstoot van de wagen niet gekend is bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) geldt volgende vaste CO2-emissie:

  • 205 gram per kilometer voor wagens op benzine, LPG en aardgas
  • 195 gram per kilometer voor dieselwagens


Er is een minimumbijdrage

Eveneens nieuw in de CO2-berekeningsformule: er is een minimumbijdrage van 0,10 euro per kilometer.

Deze minimumbijdrage moet toegepast worden indien de uitkomst van de vermenigvuldiging van de CO2-coëfficiënt en de CO2-uitstoot lager is dan 0,10 euro per gram CO2. Deze minimumbijdrage zal uiteraard enkel maar van toepassing zijn op zeer milieuvriendelijke wagens.


Wat indien het personeel zelf een bijdrage betaalt?

Sommige firma’s vragen aan hun werknemers om een bijdrage te betalen, opdat ze met een bedrijfswagen zouden kunnen rijden. Deze persoonlijke bijdrage mag afgetrokken worden van het berekende belastbare voordeel. Mogelijk komt het belastbare voordeel hierdoor zelfs te vervallen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Vergunningen

België, het land van de vergunningen!!!

Om U enigszins wegwijs te maken in het doolhof van vergunningen verwijzen wij U naar de hierondervermelde website.
Vergeet echter niet dat er dagelijks wijzigingen kunnen zijn …

Beroepsactiviteiten waarvoor vergunning vereist is

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Mogen verwijlintresten worden aangerekend bij niet tijdige betaling van een factuur?

Indien niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, kan de verkoper of de dienstverstrekker verwijlinteresten aanrekenen, zelfs al wordt in de algemene voorwaarden geen enkele schadevergoeding bepaald.

  • Ofwel wordt in de algemene voorwaarden niets bepaald, en bent U verwijlinteresten verschuldigd zodra de verkoper of de dienstverstrekker U in gebreke stelt door een aanmaning van de deurwaarder of een aangetekende brief.
    Hij kan U dan interesten aanrekenen tegen het wettelijk percentage.  Elk semester wordt er een nieuwe intrestvoet bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;
  • Ofwel wordt in de algemene voorwaarden bepaald dat in geval van betalingsachterstand automatisch interesten zullen worden aangerekend.
    In dat geval dient U die te betalen zonder te wachten dat U in gebreke wordt gesteld en zelfs indien het toegepaste percentage hoger ligt dan het wettelijk percentage, maar evenwel niet onredelijk veel hoger.

In de algemene voorwaarden kan eveneens een bijkomende vergoeding worden voorzien, in geval van betalingsachterstand!
Een dergelijke clausule is enkel geldig indien een gelijkaardige vergoeding wordt bepaald ten laste van de verkoper of van de dienstverstrekker, indien die hun verplichtingen niet nakomen (laattijdige levering…).
Dergelijke vergoeding moet in verhouding blijven tot de geleden schade.

De verkoper of dienstverstrekker kan van U de betaling van een factuur eisen binnen de 10 jaar, wat betreft de vorderingen die in het contract zijn bepaald.

Daarnaast voorziet het burgerlijk wetboek een reeks kortere verjaartermijnen, waaronder:

  • 6 maanden voor hotel- en restaurantrekeningen;
  • 1 jaar voor deurwaarderskosten;
  • 2 jaar voor medische kosten;
  • 5 jaar voor advocaatkosten.

Indien U eventueel wordt gevraagd een reeds verjaarde factuur te betalen, dan bent U vrij die verjaringstermijn in te roepen via een aangetekende brief, gericht aan de verkoper of de dienstverstrekker.

 

(Bron: www.mineco.fgov.be)




Binnen welke termijn dient deze factuur betaald te worden?

In principe dient U te betalen na de levering of na voltooiing van de werken, tenzij U met de andere partij een latere termijn hebt afgesproken.
De bijzondere betalingsmodaliteiten vermeld in de algemene voorwaarden op de achterzijde van de factuur moeten evenwel worden gerespecteerd, op de dubbele voorwaarde dat:

  • U die modaliteiten op de ene of andere manier, of toch althans stilzwijgend, hebt goedgekeurd bij de afsluiting van het contract;
  • Ze niet afwijken van de betalingsvoorwaarden die U op voorhand met de verkoper of de dienstverstrekker had afgesproken.

In het eventuele geval dat:

  1. Het factuurbedrag niet overeenstemt met het oorspronkelijke bestek, terwijl de uitgevoerde werken er wel mee overeenkomen, kan U de betaling van de factuur geheel of gedeeltelijk schorsen, naargelang het geval, voor zover U de andere partij per aangetekende brief de redenen uitlegt waarom U de factuur of een gedeelte ervan niet betaalt, zodat deze daarop desgevallend kan reageren.
  2. U van een verkoper of een dienstverstrekker een factuur ontvangt, hoewel U niets besteld hebt.
    • Betwist deze dan onmiddellijk per aangetekende brief;
    • De verkoper of de dienstverstrekker zal dan het bestaan moeten bewijzen van de verbintenis die U zogenaamd bij hem bent aangegaan. Weet ook dat Uw stilzwijgen kan worden geïnterpreteerd als een stilzwijgend aanvaarden van de factuur, met alle gevolgen daaraan verbonden.

 

(Bron: www.mineco.fgov.be)




Tarieven personenbelasting

Tabel progressieve tarieven personenbelasting

Tabel afzonderlijk belastbare inkomsten

Tabel voordelen alle aard

Tabel voordelen alle aard auto

Revalorisatiecoëfficiënt + huur als bezoldiging

Voorafbetalingen

Investeringsaftrek

 

 




Werkingskosten 2014 sociaal verzekeringsfondsen

Via onderstaande link kan u de werkingskosten 2014 van de verschillende sociaal verzekeringsfondsen raadplegen.

 

Werkingskosten 2014




Hoe lang moet een factuur bewaard worden?

Wij raden U aan, al Uw facturen hoe dan ook gedurende 10 jaar te bewaren, alhoewel in de BTW-code wordt bepaald dat enkel de verplichte facturen zolang dienen te worden bewaard.

 

 

(Bron: www. mineco.fgov.be)




Moet een factuur uitgereikt worden bij domiciliëring?

We stellen vast dat leveranciers waarvoor U een domiciliatie ter betaling gegeven hebt geen factuur uitreiken. Dit is o.a. veel voorkomend bij de leveranciers die elektriciteit verstrekken.

U hebt er alle belang bij, maar ook alle recht toe, dat U een factuur eist!!! Zonder factuur is de BTW immers niet aftrekbaar. Doet Uw leverancier moeilijk, dreig er dan mee dat U de domiciliatie stopzet en dat U de BTW-controle op de hoogte zal brengen van het feit van de weigering van het uitreiken van een factuur. Het is immers niet normaal dat U de BTW een gans jaar dient voor te schieten.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Nieuwe facturatieregels vanaf 2013

Vanaf 1 januari 2013 zijn er een aantal nieuwe facturatieregels van kracht.
Het betreft voornamelijk volgende wijzigingen:

  • de verplichte vermeldingen op de factuur,
  • de aftrekbaarheid/opeisbaarheid van de BTW,
  • de uitreikingdatum van de facturen.

Vooral de wijziging van de aftrekbaarheid/opeisbaarheid van de BTW is een zeer belangrijke aanpassing en vergt ieders aandacht.
Verplichte vermeldingen op de factuur

  • De datum van het belastbaar feit (levering van de goederen, datum prestatie) of de datum van de ontvangst van de gelden (bij voorschotten) zal op de factuur vermeld moeten worden.
  • Er zal niet langer een verwijzing naar een wetsartikel vermeld moeten worden indien de btw wordt verlegd. De vermelding “BTW verlegd” of gelijkaardig in één der 23 officiële EU-talen is voldoende.
  • Bij vrijgestelde leveringen is het voldoende te vermelden dat u de handeling vrijstelt en kort de reden omschrijft. Bijvoorbeeld: “vrijgestelde handeling – uitvoer van goederen”.
  • Als de klant zelf zijn factuur opstelt (bv bij online aankopen) moet op de factuur de vermelding “Factuur uitgereikt door afnemer”, “Selfbilling” of een gelijkaardige omschrijving in een andere taal komen.

 

Opeisbaarheid en aftrekbaarheid BTW (ZEER BELANGRIJKE WIJZIGING)

  • Tot vóór 2013 werd de BTW opeisbaar door het uitreiken van een factuur, bij het verstrijken van een periode waarin leveringen of diensten werden verricht of bij de levering van goederen. De BTW-aangifte was dus gelinkt aan de boekhoudkundige verwerking van de facturen.
  • Vanaf 1 januari 2013 is het uitreiken van een factuur niet langer een oorzaak van opeisbaarheid. De BTW wordt wel opeisbaar van zodra een betaling ontvangen is of de levering/einde van de dienstverrichting is verricht.

In de praktijk heeft dit ook een grote impact op de zogenoemde “voorschotfacturen”. Indien u een voorschotfactuur opmaakt zal de BTW niet langer verschuldigd zijn louter en alleen door het opmaken van de factuur. De BTW wordt slechts opeisbaar op het ogenblik dat de leverancier de betaling van de factuur ontvangt. De klant zelf zal de BTW kunnen aftrekken vanaf datzelfde moment.


Een voorbeeld:

U maakt op 5/4/2013 een voorschotfactuur op, de klant betaalt op 31/5/2013, u ontvangt het geld op 2/6/2013.
De BTW zal niet langer betaald moeten worden via de BTW-aangifte van april, maar slechts via de BTW-aangifte van juni.
Ook voor de klant is de BTW slechts aftrekbaar in de BTW-aangifte van juni.

Toch zal de voorschotfactuur die op 5/4/2013 opgemaakt is, niet correct zijn. Zie volgende alinea…
Voorschotfacturen nog mogelijk?

Eén der verplichte vermeldingen om een geldige factuur op te maken en bijgevolg de BTW aftrekbaar te maken is het vermelden van het belastbaar feit.
Zoals hierboven besproken is het belastbaar feit de datum van betaling of, indien reeds geleverd, de prestatie of de levering.

Bij voorschotfacturen brengt dit met zich mee dat er een betaling ontvangen moet worden voorafgaandelijk aan het opstellen van de factuur.

Indien u wenst dat uw klant een voorschot betaalt, zal in de praktijk een verzoek tot betaling of een proforma factuur opgesteld moeten worden en na ontvangst van de betaling de effectieve voorschotfactuur (met vermelding van de datum van de ontvangst van de gelden).

 

Uitreikingdatum van de factuur

  • Vóór 1 januari 2013 moest de factuur opgemaakt worden uiterlijk de 5de werkdag van de maand volgend op de maand waarin de BTW opeisbaar was.
  • Vanaf 1 januari 2013 dient de factuur opgemaakt te worden uiterlijk de 15de dag van de maand volgend op de maand waarin de BTW opeisbaar wordt.

Tot op heden moet de BTW-aangifte ingediend worden ten laatste de 20ste van de maand. Rekening houdend met bovenstaande alinea betekent dit dat u in theorie maximum 5 dagen (3 dagen in het geval een weekend deze periode doorkuist) de tijd heeft om uw BTW-aangifte op te maken.

Vanuit onze positie als boekhouder zouden wij u vriendelijk willen verzoeken niet te wachten tot de 15de, maar uw verkoopfacturen zo snel mogelijk op te stellen. In de BTW-periodes loopt de werkdruk en de hoeveelheid informatie die verwerkt moet worden hoog op binnen de boekhoudkantoren.
IN DE PRAKTIJK

Ondertussen is gebleken dat de nieuwe regeling inzake aftrekbaarheid van BTW belangrijke praktische gevolgen heeft in hoofde van klanten en leveranciers.

Er zijn niet alleen de theoretische vragen over de toepassing van de nieuwe regels, bedrijven worden ook verplicht om vanaf 1 januari 2013 hun boekhoudsystemen aan te passen, zodat die voortaan rekening zullen houden met:

  • de factuurdatum
  • de betaaldatum
  • de datum van de levering
  • de datum van opeisbaarheid van de btw

 

De BTW-aangifte wordt losgekoppeld van de boekhoudkundige verwerking van de facturen !!!!!

Gelet op het feit dat er twee weken vóór de inwerkingtreding nog steeds geen definitieve wet was, noch enige administratieve toelichting, was dergelijke aanpassing van de boekhoudsystemen praktisch niet meer haalbaar voor ondernemingen en is het vrijwel onmogelijk om de nieuwe regels te respecteren vanaf 1 januari 2013.

Naar aanleiding van de praktische bezwaren die werden geuit, heeft de administratie nu beslist om de nieuwe regels inzake de opeisbaarheid van de BTW uit te stellen:

  • In 2013 wordt een overgangsperiode van 12 maanden voorzien waarin zowel de leveranciers/dienstverrichters (voor wat betreft het uitreiken van facturen) als hun klanten (voor wat betreft het uitoefenen van het recht op aftrek) nog steeds de huidige regels mogen toepassen.
  • Vanaf 1 januari 2014 zou de nieuwe regeling dan effectief moeten worden toegepast, zeker door klanten met het oog op de uitoefening van hun recht op aftrek. Voor de leveranciers/dienstverrichters zou er vanaf 1 januari 2014 nog wel in een overgangsperiode worden voorzien voor wat betreft het uitreiken van facturen. De definitieve invulling van de toepasselijke regels tijdens deze overgangsperiode, zullen in de loop van 2013 door de administratie worden gecommuniceerd.

ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING ?????…. wie sprak deze woorden ooit uit ????

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Mandaat vennootschap onbezoldigd – sociale kas verplicht?

Een veel voorkomende vraag: Mijn mandaat in de vennootschap wordt onbezoldigd. Moet ik dan nog sociale bijdragen betalen?

Op de website van Acerta vinden we echter een duidelijk antwoord.

De mandataris van een vennootschap (zaakvoerder, bestuurder, …) die onbezoldigd is in rechte en in feite en daarnaast geen andere zelfstandige activiteit uitoefent (bijvoorbeeld als werkend vennoot) is niet verzekeringsplichtig.

Alleen als voldoende bewezen is dat u een onbezoldigd mandataris bent, bent u vrijgesteld van aansluiting. Om als onbezoldigd mandataris beschouwd te worden, moet u tegelijkertijd aan de drie onderstaande voorwaarden voldoen:

  • U mag naast het onbezoldigd mandaat geen enkele andere activiteit uitoefenen in de vennootschap (geen boekhoudkundige, commerciële, administratieve of andere taken). Doet u dat wel, dan bent u werkende vennoot of hebt u een uitvoerende functie op zelfstandige basis.
  • Uw mandaat moet als onbezoldigd beschreven zijn in de statuten van uw vennootschap, of de raad van bestuur of algemene vergadering heeft uitdrukkelijk beslist tot de kosteloosheid (bewijs in rechte).
  • U geniet in de praktijk geen enkel voordeel (ook geen voordelen in natura en ook geen belastingvoordeel) vanwege uw functie als mandataris (bewijs in feite).

Als u voldoet aan bovenstaande voorwaarden bent u niet langer verzekeringsplichtig en mag uw aansluiting bij het Sociaal Verzekeringsfonds worden stopgezet.

Opgelet! Bovenstaande regeling geldt enkel voor mandatarissen die hun vennootschap vanuit België besturen. Mandatarissen die een vennootschap vanuit het buitenland besturen, zijn altijd verzekeringsplichtig of het mandaat nu bezoldigd is of niet.

Wanneer u als mandataris de pensioenleeftijd heeft bereikt of een vervroegd pensioen geniet, bent u niet verzekeringsplichtig als u naast het onbezoldigd mandaat geen andere activiteit uitoefent. Als bewijs volstaat de kosteloosheid in feite.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)