1

Nieuw systeem van sociale bijdragen vanaf 1 januari 2015 – bijdrageverlaging of verhoging

Als zelfstandige betaalt u sociale bijdragen op uw inkomen. Het nieuwe systeem van inning dat op 1 januari 2015 is gestart, houdt in dat de sociale kas dezer dagen, eind januari 2015, een voorlopige verplichte bijdrage vordert.
Let goed op, anders dan vroeger is dit een voorlopige verplichte bijdrage, en kan u vermindering of verhoging vragen. Dus informeer eerst bij uw ontzorger voor u betaalt.

Waar gaat het over?

  • De sociale bijdragen worden vanaf 1 januari 2015 berekend op basis van het inkomen van het jaar zelf, dus 2015.
  • De sociale kas stuurt de zelfstandige eind januari 2015 een afrekening met een voorlopige verplichte bijdrage toe, berekend op basis van het netto-belastbaar inkomen als zelfstandige in 2012.
  • Dit is dus in tegenstelling tot vroeger een voorlopige verplichte bijdrage en geen definitieve bijdrage, er volgt nadien een afrekening. (2017)
  • Is er ten overstaan van uw netto-belastbaar inkomen als zelfstandige in 2012 een wijziging in vergelijking met 2015, dan is dringend ingrijpen een noodzaak.
  • Men kan enkel bijdrageverlaging vragen als men gemotiveerd kan aantonen dat het netto-belastbaar inkomen van 2015 lager zal liggen dan 12.870 € (kwartaalbijdrage 729 €) of 25.300 € (kwartaalbijdrage 1.458 €) per jaar. De motivatie is tweeledig: enerzijds een korte algemene motivatie en anderzijds bewijsstukken die de inkomstendaling aantonen.
    Enkele voorbeelden:

– meer dan 1 gedwongen invordering van minder dan 3 jaar geleden die gedeeltelijk oninbaar werd verklaard
– ziekte, ongeval, handicap, …
– bevalling van de zelfstandige zelf
– fysieke ongeschiktheid of juridische onbekwaamheid gedurende minstens 3 maanden
– faillissement van een belangrijke klant
– dalen van het aantal werknemers of werkende vennoten
– een geschokt bankkrediet (weigering, opzegging, …)
– ongevallen of rampen die de normale uitoefening van de activiteit belemmeren of verhinderen
– een afbetalingsplan bij de RSZ, de BTW of de belastingen bekomen

  • De aanvraag tot bijdrageverlaging kan pas als u begin 2015 uw voorlopige verplichte bijdrage afrekening heeft gekregen.
  • Een onterechte aanvraag voor verlaging wordt beboet met bijdrageverhogingen!! (3% per kwartaal en een éénmalige verhoging van 7% einde jaar)
  • Een bijdrageverhoging kan men best aanvragen als het netto-belastbaar inkomen 2015 t.o.v. 2012 gestegen is, anders zal later een zware afrekening volgen.
  • Er zal een omrekening naar een jaarinkomen gebeuren bij een onvolledig jaar of geen 4 kwartalen onderwerping in hetzelfde kalenderjaar.
  • Bij stopzetting van werkzaamheid zal er altijd nog een regularisatie volgen!!!! jaar N+2
  • Meerwaarden bij stopzetting tellen niet mee in de berekening voor de regularisatie: maar men moet zelf de aanvraag doen !!!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Monsterboete van 309% verlaagd vanaf 2015, maar is ook voor hangende zaken van toepassing

Het nieuwe federale regeerakkoord bevat een verlaging van de monsterboete t.o.v. vennootschappen inzake geheime commissielonen van:

  • 309% naar 103% voor natuurlijke personen
  • van 309% naar 51,5% voor vennootschappen

Wat is een geheim commissieloon?

Een aanslag geheime commissielonen is van toepassing op bezoldigingen, erelonen, commissies en voordelen alle aard, … die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave.  Ook verdoken meerwinsten kunnen aan de aanslag onderworpen worden.

De taxatie geheime commissielonen zal niet langer gekoppeld worden aan het ontbreken van een fiche, maar aan het niet (tijdig) op ondubbelzinnige wijze kenbaar maken van de identiteit van de genieter.

  • Eigenlijk betekent dit dat de verkrijger van het voordeel moet gekend zijn binnen de 2,5 jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar en dit op ondubbelzinnige wijze.
  • In de praktijk betekent dit dat de monsterboete van 309% niet meer van toepassing zal zijn.
  • De nieuwe regeling geldt vanaf 29/12/2014 en is ook van toepassing op alle hangende geschillen.
  • Een eventuele aanslag geheime commissielonen blijft een aftrekbare kost, maar de kosten zelf waarop de taxatie geschiedde, zijn niet meer aftrekbaar.
  • De aanslag kan voortaan niet meer toegepast worden op de verwerping van kleine kosten, die niet beroepsmatig blijken te zijn.
  • Een vennootschap die verdoken meerwinsten (niet aangegeven omzet) niet terug heeft opgenomen in de boekhouding wordt ook belast aan 103%.
  • Neemt men deze meerwinsten (niet aangegeven omzet) echter spontaan op in een later boekjaar dan daalt dit tarief tot 51.5%. Voorwaarde is dat deze opname gebeurt vóór enige kennisgeving van de fiscus.
  • Voor het niet of laattijdig opstellen van de fiches zal enkel een administratieve boete worden opgelegd, tenminste als het voordeel in hoofde van de genieter kan worden belast.

Samengevat:
Eindelijk neemt er een einde aan de dreiging van de controleur dat hij de monsterboete zal taxeren….. een heel grote vooruitgang. En uiteraard zijn wij daar blij mee….

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Successieplanning: fiscaal en financieel ontzorgen

Successieplanning is niet voorbehouden voor mensen op leeftijd met een stevig vermogen. Op alle grote levensmomenten moet men zich afvragen wat er gebeurt op de dag dat men er niet meer is.

Bij Abeka staat fiscale en financiële ontzorging zeer hoog aangeschreven. Hierdoor hebben wij een bijzondere focus voor de privépersoon en zijn vermogen. Onze jarenlange ervaring op vlak van fiscaliteit én de intensieve begeleiding van bedrijven en hun zaakvoerders/bestuurders/vennoten stelt ons in staat om hen volledig te begeleiden en gemoedsrust te bezorgen.

Door onze persoonlijke aanpak luisteren wij heel discreet naar uw verhaal en geven u ondertussen tips en adviezen. De voorbereidende besprekingen zijn immers uiterst belangrijk. Wij doen dit in volledige onafhankelijkheid. Zelf komen wij nergens tussen bij het beleggen van vermogens, maar wij zetten voor u enkel duidelijke structuren op. Van het moment dat wij door de hele voorbereiding gewandeld zijn, begeleiden wij u verder. U kan hierbij gebruik maken van externe partners, zijnde gespecialiseerde adviseurs, juristen, notarissen, en dit zowel in binnen- en buitenland.

Door onze begeleiding wordt een successieregeling betaalbaar.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




BTW op bestuurdersvergoedingen uitgesteld tot 01/01/2016 – BTW-eenheid !!!

Bent u een bestuurder of zaakvoerder die zijn mandaat uitoefent via een vennootschap, dan is volgend artikel belangrijk.

Hoe zit het juist in elkaar?

  • Bestuurdersbezoldigingen voor een natuurlijk persoon zijn niet aan BTW onderworpen.
  • Voorheen konden bestuurdersvennootschappen kiezen om hun bestuurdersvergoedingen al dan niet aan BTW te onderwerpen.
  • Deze keuze verdwijnt op 01/01/2016.
  • Bedoeling was om vanaf 01/01/2015 deze bestuurdersvergoedingen voor vennootschappen aan de BTW te onderwerpen.
  • Er werd beslist de inwerkingtreding van deze maatregel met één jaar uit te stellen tot 01/01/2016.
  • Nadeel: Voor vennootschappen welke niet onderworpen zijn aan de BTW kan dit een meerkost tot gevolg hebben. Mogelijk kan de BTW-eenheid een oplossing bieden.  Informeer tijdig.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Vermijd een bijzondere rekening bij de BTW

Het niet tijdig indienen van BTW-aangiften en laattijdge betalingen kunnen zware gevolgen hebben

  • De BTW-administratie volgt op wie de deadlines van indiening en/of betaling overschrijdt.
  • Dient u de aangiften te laat in en betaalt u te laat, dan rekent men u  nalatigheidsinteresten en boeten aan.
  • Wordt een bijzondere rekening geopend, dan brengt men bovendien een boete van 15% in rekening op de verschuldigde BTW.
  • Wordt u bedacht met een bijzondere rekening, dan begint er een knipperlicht te branden en riskeert u controles.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Nieuwe permanente regeling liquidatiereserve start reeds voor de inkomsten 2014 (aj.2015)

Vanaf 1 oktober 2014 is de liquidatiebonus onderworpen aan een tarief van 25% roerende voorheffing. Zowel bij vereffening als bij dividenduitkering is dus 25% RV verschuldigd op het uitgekeerde bedrag, met uitzondering van de vennootschappen die onder de VVPR-bis regeling nog dividenden kunnen uitkeren met inhouding van 15% roerende voorheffing.

De regering Michel heeft nu (B.S. 29/12/2014) een nieuwe regeling, de liquidatiereserve, uitgewerkt die zeer interessant kan zijn. Zij is wonderwel al van toepassing op boekjaren die afsluiten vanaf 31/12/2014 (aj. 2015).  De aanleg van een liquidatiereserve kan dus al van toepassing zijn bij de winstverdeling van dit boekjaar.

Hierna schematisch de voornaamste modaliteiten:

  • De regeling geldt enkel voor KMO vennootschappen, die dat zijn op het moment van het aanleggen van de liquidatiereserve.
  • De liquidatiereserve dient op een passiefrekening geboekt te worden, een attest dient bij de aangifte vennootschapsbelasting gevoegd te worden.
  • De maximale liquidatiereserve, die u kan aanleggen, is de te bestemmen winst van het boekjaar na belastingen (code 9905), dus vóór boeking aanleg liquidatiereserve en vóór de boeking heffing 10%, gedeeld door 1,10.
  • Op deze liquidatiereserve dient een afzonderlijke vennootschapsbelasting betaald te worden van 10%. Deze belasting is fiscaal niet aftrekbaar.
  • Deze belasting wordt gedragen door de vennootschap (het aanleggen van 100.000 € liquidatiereserve, betekent bij de liquidatie van de vennootschap 100.000 € netto voor de ontvanger).
  • De afzonderlijke vennootschapsbelasting werkt bevrijdend, bij liquidatie van de vennootschap dient er geen extra belasting of RV betaald te worden.
  • Uitkeren van deze aangelegde reserve vóór de liquidatie brengt een sanctie met zich mee:

o binnen de 5 jaar: 15% roerende voorheffing
o na 5 jaar: 5% roerende voorheffing
o Deze termijn wordt gerekend vanaf de laatste dag van het belastbaar tijdperk van het boekjaar waarin de liquidatiereserve wordt aangelegd.

  • Bij uitkering van de liquidatiereserve worden de oudste aangelegde reserves eerst uitgekeerd.

Opmerkingen:

  • Het grote nadeel van deze nieuwe regeling is dat de vennootschap 10% afzonderlijke vennootschapsbelasting jarenlang ‘voorfinanciert’ aan de staat, en ze deze gelden niet voor de bedrijfsactiviteit kan gebruiken.
  • Indien men de liquidatiereserve na 5 jaar uitkeert, heeft men in totaal 10% afzonderlijke vennootschapsbelasting en 5% RV betaald, dus in totaal slechts 15%.
  • Winsten uit het verleden komen niet in aanmerking.
  • Eventuele boekhoudkundige overgedragen verliezen hoeft u niet in mindering te brengen van de winst die u naar de liquidatiereserve wilt boeken.
  • Liquidatiereserves kunnen aangetast worden door toekomstige verliezen. In dat geval betaalde u 10% afzonderlijke vennootschapsbelasting op bedragen welke bij liquidatie niet kunnen uitgekeerd worden!!
  • U kunt via uw vennootschapsaangifte kiezen voor bepaalde fiscale voordelen die echter niet allemaal combineerbaar zijn. Wij hebben ondertussen al de notionele interestaftrek, de investeringsaftrek, de investeringsreserve en de liquidatiereserve. Het is een moeilijke keuze, maar voor veel vennootschappen is de keuze tussen notionele interestaftrek en liquidatiereserve of investeringsaftrek en liquidatiereserve de meest voordelige.

Wij verwijzen hierbij ook naar ons aanvullend artikel “Liquidatiereserve: uitbreiding naar boekjaar 2012 en 2013 !!!”

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)