1

De fiscus aanvaardt voortaan bezwaarschriften per e-mail

Aangezien het niet in de wet staat dat een bezwaarschrift ondertekend moet zijn, dient een e-mail als bezwaarschrift wel aanvaard te worden door de fiscus (uiteraard indien betrokkene of volmachthouder deze e-mail heeft verstuurd).

De datum van de verstuurde e-mail is wel degelijk de datum van de verzending, al zal de fiscus toch nog kunnen vragen achter een origineel ondertekende brief.

Bij een elektronisch ondertekende e-mail met uw eID zal deze brief niet meer opgevraagd worden.

Hetzelfde geldt voor een vraag om ambtshalve ontheffing.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Nogmaals uitstel: vennootschappen met een bestuursmandaat dienen hun prestaties met een bestuursmandaat met BTW te factureren

Vandaag hebben rechtspersonen die een bestuursmandaat uitoefenen nog de keuze: ofwel rekenen zij BTW aan over hun bestuurdersvergoedingen, ofwel doen zij dat niet.

Vanaf 1 juni 2016 geldt dit keuzestelsel, dat formeel werd bekritiseerd door Europa, niet meer en moet dus op bestuurdersvergoedingen in principe verplicht BTW worden gerekend.

Het wil dus maar niet lukken met deze maatregel: zie onderstaande artikels

De nieuwe maatregel zou oorspronkelijk in werking treden op 1 januari 2015, daarna uitgesteld tot 1 januari 2016, toen werd het 1 april 2016, en momenteel wordt 1 juni 2016 vooropgezet.

Facturen zonder BTW kunnen dus nog gemaakt worden tot 31/05/2016.

Wij herinneren er nog eens aan dat voor vennootschappen welke niet onderworpen zijn aan de BTW (en dus geen BTW kunnen recupereren bvb. een verzekeringskantoor) deze doorgerekende BTW een meerkost tot gevolg heeft. Mogelijk kan de BTW-eenheid een oplossing bieden.  Informeer tijdig bij Abeka als u van deze optimalisatie gebruik wenst te maken!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Zeg niet meer faillissementsverzekering, maar overbruggingsrecht!!

Mede met de naamswijziging werd het systeem uitgebreid.

Gefailleerde zelfstandigen en zelfstandigen die hun activiteit noodgedwongen moeten onderbreken, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op een uitkering gedurende maximum 12 maanden.

Het overbruggingsrecht is van toepassing op:

  • faillissement en collectieve schuldrekening (vonnis geeft een vaste datum)
  • gedwongen stopzetting van de zelfstandige activiteit ten gevolge van een brand, vernieling, natuurramp, landbouwramp of allergie
  • gedwongen stopzetting door economische moeilijkheden

 

Op welk bedrag heeft de zelfstandige recht?

  • zelfstandige zonder gezinslast: € 1.092,36
  • zelfstandige met gezinslast: € 1.431,80
  • rechten gezinsbijslag en terugbetaling gezondheidszorgen worden gedurende 4 kwartalen verder opgebouwd en dit zonder verdere sociale bijdragen te betalen (niet voor opbouw pensioenrechten)

Nog niet alles lijkt even duidelijk, maar dit artikel zal verder aangevuld worden als het betreffende KB wordt gepubliceerd.

Wij wijzen er tevens op  dat, indien men voor de zelfstandige activiteit uitkeringsgerechtigde werkloze was en men de zelfstandige activiteit stopt binnen de 15 jaar, men recht blijft hebben op de vroegere werkloosheidsuitkering. De werkloosheidsuitkering krijgt hierbij voorrang op het overbruggingsrecht.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




De fiscus blijft zijn eigen wetten interpreteren!! Schenken met behoud van vruchtgebruik voortaan belast … met terugwerkende kracht.

Er wordt in de praktijk zeer vaak geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik. In feite houdt de schenker het recht van het vruchtgebruik over het geschonkene (bv. op aandelenportefeuille, aandelen van het familiebedrijf, spaarboekje, een kunstverzameling, …) levenslang, de begiftigde krijgt enkel de blote eigendom. Bij overlijden komt het vruchtgebruik automatisch samen bij de blote eigendom en is er geen erfbelasting verschuldigd.

Het was dan ook een gangbare praktijk dat men deze schenkingen liet verlijden door een Nederlandse notaris. Men moest dan op deze schenking geen 3% of 7% schenkbelasting betalen.

Het risico bestond er dan enkel in dat men toch erfbelasting moest betalen als de schenker binnen de 3 jaar overleed.

Of liever gezegd … WAS er geen erfbelasting verschuldigd.

Sinds de uitbreiding van de fiscale bevoegdheden heeft Vlaanderen de mogelijkheid zelf standpunten in te nemen over de schenk- en erfbelasting.

De Vlaamse belastingadministratie heeft dan ook haar nieuw standpunt gepubliceerd, waardoor alle schenkingen van gelden en aandelen met voorbehoud van vruchtgebruik door erflaters aan hun erfgenamen, die niet onderworpen werden aan 3 of 7% schenkbelasting, toch zullen onderworpen worden aan de erfbelasting. Zelfs indien de schenker de vroegere 3-jarige termijn overleeft.

En nu nog het meest spectaculaire nieuws … met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2013.

De reacties van fiscale advocaten is niet mals:

  • de beslissing gaat in tegen de wet
  • wie heeft beslissingsbevoegdheid inzake schenkingen: de federale wetgever of de Vlaamse decreethouder?
  • is er nog scheiding der machten?

Wij kenden ondertussen al het nieuwe gecontesteerde standpunt van de verzekeringsgift.

Vlaanderen besliste dan ook al, in tegenstelling tot het federale standpunt, dat de verzekeringsgift (beleggingen aangehouden in een levensverzekering) tot erfbelasting zal leiden bij het overlijden van de schenker, zelfs bij een vroegere onderwerping aan de schenkbelasting.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Alle bankrekeningen worden geblokkeerd na een overlijden. Wat nu?

Vroeg of laat komen we spijtig genoeg allemaal wel eens in aanraking met een overlijden binnen onze familiale kring. Op dat ogenblik worden de familieleden – naast de emotionele verwerking van het overlijden – geconfronteerd met allerhande praktische problemen, in het bijzonder het regelen van de nalatenschap.
Cazimir advocaten schreef hierover een allesomvattend artikel welke wij u niet wensen te onthouden.


Blokkering van de bankrekeningen

Bij een overlijden blokkeert de bank alle bankrekeningen en bankkaarten van de overledene, alsook alle gemeenschappelijke of onverdeelde rekeningen van de overledene en zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. Zélfs de eigen rekeningen van de overlevende partner worden geblokkeerd.

De reden hiervan is ondermeer in de bescherming van de erfgenamen. De bank weet op het moment van overlijden niet wie de potentiële gerechtigden zijn. Dit is immers afhankelijk van verschillende factoren (onder meer het huwelijksstelsel, wie zijn de wettige en/of reservataire erfgenamen, is er een testament etc.).

Deze blokkering heeft tot gevolg dat de langstlevende partner in principe niets meer kan betalen, noch met de bankrekening van de overledene, noch met de gemeenschappelijke rekeningen en zelfs niet meer met de eigen rekeningen. Ook de aanwezige kluizen, eender op wiens naam deze gehuurd zijn, worden geblokkeerd en de bestaande volmachten worden opgeheven. Dit kan tot schrijnende toestanden leiden omdat er geen betalingen meer kunnen worden uitgevoerd.


Hoe deblokkeren?

Vooraleer de bank de rekeningen zal deblokkeren, moet haar een attest van erfopvolging (opgemaakt door het registratiekantoor) of een akte van erfopvolging worden voorgelegd (opgemaakt door de notaris) (hierna ook samen “erfrechtverklaring”). Een attest van erfopvolging kan door het registratiekantoor enkel worden afgeleverd indien er geen testament of andere uiterste wilsbeschikking voorhanden is. Er mag ook geen huwelijkscontract zijn opgemaakt, noch mogen er “onbekwame” (= minderjarigen of onbekwaamverklaarden) erfgenamen aanwezig zijn. In al deze gevallen is de ontvanger van het registratiekantoor onbevoegd en zal een notaris een akte van erfopvolging moeten opstellen. In de praktijk zorgt de notaris meestal voor dit document.

De verklaring van erfrecht ondertekend door het gemeentebestuur (bij minieme bedragen) en de akte van bekendheid opgemaakt door de vrederechter, zijn niet geldig voor de deblokkering van de bankrekeningen.

Sinds de wet van 1 juli 2012 moet de notaris of de ontvanger van een registratiekantoor die gelast is met de opmaak van een erfrechtverklaring, steeds contact opnemen met de fiscale en sociale administraties. Deze instanties moeten onderzoeken of er geen schulden zijn op naam van de overledene en/of de erfgenamen. De sociale en fiscale instanties hebben 12 werkdagen de tijd om eventuele schulden te melden aan de betrokken notaris of ontvanger. Deze notificaties zijn belangrijk omdat een bank maar zal deblokkeren als in de erfrechtverklaring wordt verklaard dat ‘er geen schulden werden gemeld van de overledene of de erfgenamen, dat alle gemelde schulden reeds werden voldaan of dat zij voorafgaand aan de vrijgave van de tegoeden zullen worden betaald met die tegoeden’. Voor deze laatste hypothese is echter het akkoord van alle erfgenamen nodig.

In de praktijk vraagt de bank evenwel niet enkel in deze laatste hypothese goedkeuring aan alle erfgenamen, maar gebeurt dit zo goed als altijd. Zelfs indien er een erfrechtverklaring aanwezig is, wordt gevraagd aan alle erfgenamen om te tekenen voor vrijgave. Dit kan vanzelfsprekend voor bijkomende problemen zorgen.


Toch bepaalde schulden betalen met rekening (mede) op naam van overledene?

Op verzoek van de notaris, of de erfgenamen kan een bank een aantal ‘gewone’ schulden betalen, ook zonder dat de sociale en fiscale notificaties zijn gebeurd.

Onder ‘gewone’ schulden vallen de begrafeniskosten (inclusief rouwmaaltijden en concessies), de kosten van de laatste ziekte van de overledene (gedurende een jaar) en de kosten betreffende de gezinswoning van de overledene, te weten facturen voor levering van water, elektriciteit, stookolie, gas, brandverzekering, huur of betaling van een hypothecair krediet (volgens het afbetalingsplan van kracht bij overlijden), met een vervaldag binnen de laatste drie maanden voor het overlijden en de eerste zes maanden na het overlijden.


Beperkte vrijgave van tegoeden

De langstlevende partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) kan toch vrijgave krijgen van een beperkt bedrag, als voorschot om dringende uitgaven te doen, niettegenstaande het feit dat de rekeningen geblokkeerd blijven. Hiervoor moet geen erfrechtverklaring worden voorgelegd. Dit bedrag is beperkt tot de helft van het bedrag dat op de rekening staat en is nominaal begrensd tot een som van 5.000 euro.

Voorbeeld 1: als er 2.000 euro op de zichtrekening staat, kan de overlevende partner maximaal 1.000 euro afhalen.

Het maximum van 5.000 euro is echter geen beperking per rekening of per bank. Het is een maximum dat geldt voor alle bankrekeningen in totaal.

Voorbeeld 2: Er zijn liquiditeiten bij bank A ten belope van 250.000 euro. Bij bank B en C staan daarnaast nog eens bedragen van respectievelijk 50.000 euro en 100.000 euro. De langstlevende partner mag in dit geval in totaal slechts een bedrag van 5.000 euro afhalen.

Het is echter mogelijk om bij verschillende banken geld af te halen, zonder dat de banken per se van elkaar weten dat een andere bank reeds een bepaalde som heeft vrijgegeven. Dit heeft evenwel gevolgen: voor het bedrag dat de langstlevende boven deze grenzen afhaalt, verliest de deze zijn/haar aandeel in het gemeenschappelijk vermogen, de onverdeeldheid of de nalatenschap.

Voorbeeld 3: Indien de langstlevende 8.000 euro zou afhalen (dus 3.000 euro teveel), dan verliest de hij/zij alle rechten in de 3.000 euro die teveel zijn afgehaald. Indien het gaat om een nalatenschap van 100.000 euro, waarin de langstlevende in principe gerechtigd is voor 50.000 euro, dan zal de langstlevende (ten gevolge van het teveel afgehaalde geld) slechts recht hebben op 47.000 euro en de overige erfgenamen op 53.000 euro.

De langstlevende verliest bovendien ook de mogelijkheid tot het verwerpen of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving van de nalatenschap. Hij/zij wordt geacht de nalatenschap zuiver te hebben aanvaard.

 

(Bron: Cazimir Advocaten)