1

U bent misschien slachtoffer van een vervalste factuur.

Bij deze fraude onderscheppen oplichters een factuur, veranderen het rekeningnummer en versturen de aangepaste factuur. Als u deze factuur betaalt, betaalt u dus de oplichters.

 

Hoe gaan oplichters te werk?

De facturen worden op verschillende manieren onderschept.

Eén methode is dat oplichters ze onderscheppen in het postcircuit, bv. uit de rode brievenbussen van bpost.
Facturen worden ook gestolen uit postkamers van bedrijven zelf of bij particulieren (uit brievenbussen of uit het papier op straat bestemd voor de vuilniswagen).

Het wijzigen van het rekeningnummer gebeurt op verschillende manieren.

Vaak wordt de originele factuur ingescand en worden de gegevens van de leverancier of verkoper met speciale software aangepast.
In andere gevallen voegen oplichters een brief bij die vermeldt dat het rekeningnummer is gewijzigd of kleven ze een sticker op de enveloppe of op de factuur “Opgelet, gewijzigd rekeningnummer”.
Daarna versturen ze de aangepaste factuur.

Oplichters proberen alle soorten facturen te onderscheppen: het gaat vooral om eenmalige betalingen van een groot bedrag. Uit de meldingen van factuurfraude die de Economische Inspectie in 2016 ontving, blijkt dat het over facturen van gemiddeld 12.000 euro ging, maar er zijn gevallen bekend van minder dan 1.000 euro tot facturen van enkele honderdduizenden euro.

Meer en meer is er ook sprake van digitale factuurfraude. De oplichters dringen vanop afstand binnen in het informaticasysteem van een leverancier en onderscheppen facturatiemails of passen het rekeningnummer aan. Met andere woorden, ook bij facturen die u elektronisch ontvangt, moet u op uw hoede zijn.

 

Wat kunt u doen om niet in de val te lopen?

Plaats uw rekeningnummer niet alleen op uw facturen, maar ook op uw bestelbonnen en op uw website zodat uw klanten het rekeningnummer kunnen nakijken.
Vraag uw klanten het rekeningnummer na te kijken alvorens te betalen.

Verstuur uw facturen niet enkel per brief maar ook per e-mail of via e-invoicing. Vraag uw klanten het rekeningnummer op de papieren en elektronische factuur te vergelijken.

Vermijd meldingen op uw enveloppen, zoals de naam of het logo van uw bedrijf. Gebruik bijvoorbeeld blanco enveloppes en geen vensteromslagen voor uw facturen. Vensteromslagen worden vooral professioneel gebruikt en trekken daarom snel de aandacht van oplichters.

Volg de betalingen van uw facturen nauwgezet op. Als de betaling van een klant achterwege blijft, neem dan snel contact op. In geval van factuurfraude kunt u nog andere uitgaande facturen verifiëren en eventueel tegenhouden.

Controleer de beveiliging van uw bedrijf en kantoor, zodat u interne fraude of diefstal kunt uitsluiten.

Verstuur niet alle facturen tegelijk en deponeer ze niet in brievenbussen op bedrijventerreinen die na de werkuren vaak verlaten zijn. Lever facturen (en zeker facturen met erg hoge bedragen) indien mogelijk rechtstreeks af bij het lokale postkantoor of deponeer ze zo kort mogelijk voor het uur dat de brievenbus gelicht wordt.

Zorg voor een goede en up-to-date antivirussoftware voor uw informaticasysteem om digitale factuurfraude te voorkomen.
 

Wat kunt u doen als u toch een vervalste factuur betaalde?

Als u een aanmaning of betalingsherinnering hebt gekregen, neem eerst eens contact op met de verkoper of leverancier. Misschien is er gewoon een vergissing in het spel en heeft hij onterecht een aanmaning gestuurd.

Is dat niet het geval, contacteer dan zo snel mogelijk de betrokken banken (uw bank en de bank van het rekeningnummer naar waar u hebt overgeschreven) om de fraude te melden. Uw bank zal aan de bank van het rekeningnummer van de oplichters vragen om het geld terug te storten. Deze bank zal ook de overschrijving trachten te blokkeren of zal de rekening blokkeren zodat geldafhalingen door de oplichters niet meer mogelijk zijn.

Meld het op meldpunt.belgie.be (optie “vervalste factuur”). Automatisch wordt uw melding doorgestuurd naar de politie en bpost zodat ze de melding ook kunnen onderzoeken. Overigens krijgt u aan het einde van uw melding meteen advies en informatie over welke stappen u nog kunt ondernemen en wie u daarbij kan helpen.

 

(Bron: FOD Economie)




Vervuilende voertuigen worden geweerd in stad Antwerpen

De hele Antwerpse binnenstad en een deel van Linkeroever worden vanaf 1 februari 2017 een lage-emissiezone (LEZ).

De meest vervuilende voertuigen mogen de stad dan niet meer in. In 2020 en 2025 worden de LEZ-voorwaarden nog strenger.


Wat betekent nu de hele binnenstad en een deel van Linkeroever?

Op Linkeroever ligt de LEZ tussen de E17, de park-en-ride Linkeroever en het Sint-Annabos.

vervuilende-voertuigen-plan

 

Voor welke voertuigen geldt LEZ?

De LEZ geldt altijd, 7 dagen per week, 24 uur per dag voor:

  • categorie M: personenvervoer met personenwagens, busjes, bussen en autocars
  • categorie N: goederenvervoer met bestelwagens en vrachtwagens
  • categorie T: land- of bosbouwtrekkers op wielen

De LEZ geldt niet voor bromfietsen en moto’s.

 

Hoe gebeurt de controle op de LEZ?

Op de grens van de LEZ staan slimme camera’s. Die zoomen in op elke nummerplaat. De nummerplaat wordt vergeleken met een lijst van toegelaten voertuigen. Wagens die niet op de lijst staan en de stad inrijden, krijgen een boete.

 

Mag mijn voertuig binnen in de LEZ?

De meest vervuilende voertuigen mogen de stad niet meer in. Dit zijn oudere diesels en heel oude benzinewagens.

  • Of een voertuig de LEZ binnen mag, hangt af van zijn euronorm. Die norm – een cijfer van 1 tot 6 – staat in principe op het inschrijvingsbewijs van uw voertuig (zie rubriek ‘milieuklasse’). Hoe hoger het cijfer, hoe minder uw voertuig vervuilt.
  • De euronorm is een Europese milieustandaard waaraan de motor van een voertuig moet voldoen. Het doel is de uitstoot van vervuilende stoffen te beperken. Hoe hoger de euronorm van een auto, hoe lager de uitstoot van de motor. De euronorm van een auto bepaalt of hij binnen mag in de lage-emissiezone (LEZ).
    • Euronorm 3 is in voege sinds 2001.
    • Euronorm 4 geldt sinds 2006.
    • De meeste nieuwe personenauto’s hebben euronorm 5.
    • Sinds eind 2015 hebben personenauto’s euronorm 6.
    • Nieuwe vrachtwagens hebben ook euronorm 6.


Waar vindt u de euronorm van uw voertuig?

De euronorm van uw auto staat in principe op het inschrijvingsbewijs vermeld onder de rubriek ‘milieuklasse’. Soms beantwoorden auto’s sneller dan wettelijk verplicht aan de euronorm. Kijk dus zeker op uw inschrijvingsbewijs om de juiste euronorm van uw auto te weten. Staat er geen euronorm vermeld op uw inschrijvingsbewijs?

Enkel voertuigen die aan de toelatingsvoorwaarden beantwoorden, mogen nog binnen.

dia1

* Voor vrachtwagens boven 3,5 ton wordt de vermelding EEV (Enhanced Environmentally friendly Vehicle) gebruikt. Deze EEV is gelijkgesteld aan euronorm 5

 

Tot januari 2020 zijn dit de regels

Voertuigen die tot 2020 ALTIJD binnen mogen in de LEZ … als ze een Belgische nummerplaat hebben:

  • benzinevoertuigen en voertuigen op LPG of aardgas met euronorm 1, 2, 3, 4, 5 en 6
  • dieselvoertuigen met euronorm 4, 5 en 6
  • dieselvoertuigen met euronorm 3, met een roetfilter waarvoor een Vlaamse premie werd aangevraagd
  • landbouwvoertuigen met emissienorm fase IIIa, IIIb en IV
  • elektrische voertuigen
  • voertuigen op waterstof
  • plug-in-hybride voertuigen met een maximale CO2-uitstoot van 49 g/km
  • bepaalde specifieke professionele voertuigen


Voertuigen die NA REGISTRATIE binnen mogen in de LEZ:

  • toegelaten voertuigen (zie lijst hierboven) met een buitenlandse nummerplaat (Nederlandse nummerplaten moeten niet geregistreerd worden).
  • dieselvoertuigen met euronorm 3 met een roetfilter waarvoor geen Vlaamse premie werd aangevraagd.
  • voertuigen voor vervoer van personen met een handicap die een speciale parkeerkaart hebben én die een aangepaste wagen hebben of recht op een verhoogde tegemoetkoming in de gezondheidszorg.
  • voertuigen voor vervoer van personen met een handicap die uitgerust zijn met een rolstoellift en die niet vallen onder andere toegangsvoorwaarden voor personen met een handicap.

U moet uw voertuig registreren, daarna kan u steeds gratis binnen in de LEZ. Registreren kan vanaf begin november 2016 en moet ten laatste 24 uur na het binnenrijden van de LEZ. Bij de verstrenging van de toelatingsvoorwaarden in 2020 en 2025, zal een nieuwe registratie nodig zijn.

 

Voertuigen die NA BETALING binnen mogen in de LEZ:

  • dieselvoertuigen met euronorm 3 zonder roetfilter
  • voertuigen ouder dan 40 jaar
  • sommige beroepsgebonden dieselvoertuigen met euronorm 2 of 3 zonder roetfilter.
  • alle niet toegelaten voertuigen kunnen maximaal 8 keer per jaar toch de LEZ binnenrijden via een LEZ-dagpas.

U moet vooraf registreren en betalen.

Betalingen kunnen voor een dag, een week, een maand, drie maanden, zes maanden of een een jaar. De tarieven verschillen voor personenauto’s en vrachtwagens.

Allemaal heel ingewikkeld…… en voor verdere vragen zie www.slimnaarantwerpen.be/nl/lez

 

(Bron: www.slimnaarantwerpen.be)




Wat verandert er op 1 januari 2017?

Traditiegetrouw zijn er op 1 januari een aantal veranderingen en nieuwigheden. Wat brengt 2017 zoal?
Heel veel, daarom hebben wij getracht uit verschillende bronnen een samenvatting te maken en in te delen in verschillende categorieën.
Wij raden iedereen aan dit even door te nemen, een verwittigd man/vrouw is er twee waard!!!!

Algemeen

  • Waterfactuur gemiddeld 20 euro omhoog
    De waterfactuur van een gemiddeld gezin in Vlaanderen zal in 2017 ongeveer 20 euro hoger liggen dan in 2016. (basis: gemiddeld gezin van 2,3 personen en met een verbruik van 84 kubieke meter per jaar).

 

  • Gemiddelde elektriciteitsfactuur met 5 procent omhoog
    Gezinnen en kmo’s in Vlaanderen zullen in 2017 opnieuw meer betalen voor hun elektriciteit, terwijl grotere bedrijven op middenspanning significant minder zullen betalen. De jaarlijkse stroomfactuur voor een gezin met een doorsnee verbruik stijgt in 2017 met 5 procent, of 50 euro, naar 1.022,29 euro. Ook voor de kmo’s (op laagspanning) gaat de stroomfactuur omhoog met ruim 6 procent voor een gemiddelde kmo (50.000 kWh jaarverbruik).

 

  • Brandweersirenes moeten ‘s nachts stiller
    Brandweerkorpsen zijn vanaf 1 januari verplicht een tweede, stillere sirene te gebruiken voor interventies tussen 22 en 6 uur. De verplichting bestond al langer voor brandweerwagens die na 1 januari 2014 besteld werden, maar geldt voortaan ook voor alle andere interventievoertuigen. Zo’n nachtsirene mag nog maximaal 95 decibel produceren, in plaats van 110 decibel voor de ‘dagsirene’.

 

  • Achternamen in alfabetische volgorde als ouders het niet eens raken
    Als ouders het niet eens raken over de familienaam van hun kind, zal vanaf 1 januari de naam van beide ouders gelden, naast elkaar en in alfabetische volgorde. De vorige regering maakte het mogelijk dat ouders vrij de familienaam van hun kind konden kiezen. Het Grondwettelijk Hof struikelde echter over de bepaling in de wet-Turtelboom dat automatisch zou worden teruggevallen op de naam van de vader als de ouders het niet eens raken. Daarom wordt in een dergelijk geval voortaan gekeken naar de alfabetische volgorde.Ouders van kinderen die sinds 1 juni 2014 zijn geboren en die geen keuze hebben gemaakt of die het niet eens waren, krijgen nog tot 30 juni 2017 de tijd om het kind alsnog een dubbele naam in alfabetische volgorde te geven.

 

Auto

  • Benzine 95 verdwijnt
    De meer milieuvriendelijke brandstof 95 E10-benzine vervangt de benzine 95. Voertuigen die niet 95 E10-compatibel zijn, moeten benzine 98 tanken. Vooral met oldtimers en sportwagens is het opletten geblazen.
    Om er zeker van te zijn dat uw voertuig compatibel is met 95 E10, heeft de Belgische Automobiel- en Tweewielerfederatie (FEBIAC) een toepassing ontwikkeld. Deze applicatie omvat de lijst van voertuigen (auto’s en motorfietsen) die al dan niet compatibel zijn met 95 E10.

 

  • Maximumsnelheid van 70 km/u wordt nieuwe norm buiten bebouwde kom
    Vanaf 1 januari geldt buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 70 km/u. Momenteel is dat nog 90 km/u, maar die regel is in de praktijk eerder de uitzondering, waardoor er een wildgroei aan verkeersborden is ontstaan die de limiet van 70 opleggen.

 

  • Boetes uitgesproken door een rechter worden pak duurder
    Boetes uitgesproken door een rechter, of penale boetes, worden een pak duurder. De boete die een rechter uitspreekt, werd standaard met 6 vermenigvuldigd. Die vermenigvuldigingsfactor stijgt vanaf 1 januari naar 8. Daardoor komt er voor gsm’en achter het stuur minstens 40 euro bij. Voor dronken rijden gaat het om 400 euro. Het gaat echter niet alleen om verkeersmisdrijven, maar ook om alle boetes die door een rechter worden uitgesproken als straf bij een misdrijf, bijvoorbeeld milieu-inbreuken, inbreuken op de sociale wetgeving, inbreuk op fiscale wetgeving,  vermogensdelicten, enzovoort.

 

  • Aanvraag premie elektrische wagen wordt eenvoudiger
    De procedure voor het aanvragen van een premie voor een elektrische wagen wordt vanaf 1 januari een stuk eenvoudiger. Voortaan is het voldoende om zich binnen de drie maanden na de eerste inschrijving van het voertuig aan te melden via een webapplicatie van het Vlaams Energieagentschap (VEA). Vroeger moesten bestuurders bij de ontvangst van de wagen nog een tweede dossier indienen, maar veel Vlamingen vergaten die tweede stap en liepen zo de premie mis.

 

  • Werkgevers betalen meer voor bedrijfswagens met tankkaart
    Werkgevers die werknemers een bedrijfswagen met tankkaart ter beschikking stellen, zullen daar meer voor moeten betalen. De verhoging van het werkgeversgedeelte van het voordeel van alle aard stijgt voor deze bedrijfswagens van 17 naar 40 pct. Voor werknemers heeft deze maatregel geen gevolgen.

 

  • Bedrijfswagens: referentie CO2-uitstoot voor 2017
    Voor inkomstenjaar 2017 bedraagt de basis-CO2-coëfficiënt 5,5% voor een referentie-uitstoot van:

    • 87 gr/km voor dieselvoertuigen (i.p.v. 89 gr/km voor inkomstenjaar 2016);
    • 105 gr/km voor wagens met benzine-, LPG- of aardgasmotor (i.p.v. 107 gr/km voor inkomstenjaar 2016).
  • Ligt de CO2-uitstoot:
    • hoger dan de referentie-uitstoot, dan wordt de coëfficiënt verhoogd met 0,1% per gram CO2 boven de referentie-uitstoot (tot een maximum van 18%);
    • lager dan de referentie-uitstoot, dan wordt de coëfficiënt verlaagd met 0,1% per gram CO2 onder de referentie-uitstoot (tot een minimum van 4%).

Door een daling van de referentiecijfers, stijgt het voordeel van alle aard, waardoor er meer bedrijfsvoorheffing op ingehouden wordt en de werknemers (en bedrijfsleiders) netto iets minder overhouden

  • Bedrijfswagens: CO2-solidariteitsbijdrage bedrijfswagens 2017 bekend:
    De CO2-solidariteitsbijdrage wordt op 1 januari aangepast.

 

  • Strengere controle van parkeerkaarten voor personen met een handicap
    Vanaf 1 januari controleert de politie strenger op verkeerd gebruikte parkeerkaarten voor personen met een handicap.
    Parkeerwachters en politieagenten scannen de QR-code op je parkeerkaart en zien meteen of de kaart nog geldig is.
    Gebruik je de parkeerkaart van een overleden persoon, dan betaal je een boete van 110 euro.

 

Fiscaliteit:

  • Roerende voorheffing, taks op beursverrichtingen, speculatietaks, uitwisseling financiële informatie
    • Vanaf 1 januari wordt de roerende voorheffing op de meeste dividenden en intresten van 27% naar 30% verhoogd. De roerende voorheffing op een gereglementeerd spaarboekje blijft wel onveranderd op 15 procent, die bovendien enkel betaald moet worden door wie meer dan 1.880 euro aan rente-inkomsten heeft.
    • De taks op de beursverrichtingen blijft ongewijzigd voor wie zijn orders in België uitvoert, maar de bovengrens verdubbelt. Zo wordt de taks voor aandelentransacties behouden op 0,27%, maar gaat het maximum per transactie van 800 euro naar 1.600 euro. Dit betekent dat er alleen impact is op orders van meer dan 300.000 euro. De toepassing van de taks op de beursverrichtingen wordt wel uitgebreid tot de verrichtingen die Belgische residenten in het buitenland uitvoeren. Tot nog toe ontsnapten die aan de taks. De beurstaks vermijden door via een buitenlandse makelaar effecten te kopen en te verkopen, kan niet meer.
    • De speculatietaks op overdrachten van beursgenoteerde aandelen binnen de zes maanden na hun aankoop wordt afgeschaft.
    • In de loop van 2017 zal de uitwisseling van financiële informatie tussen de belastingdiensten van de Europese lidstaten gebeuren volgens de Common Reporting Standard die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling heeft opgesteld. Die uitwisseling van informatie slaat niet alleen op intresten (in tegenstelling tot de vroegere Spaarrichtlijn) maar ook op dividenden en meerwaarden. De beurstaks vermijden door via een buitenlandse makelaar effecten te kopen en te verkopen, kan niet meer. De regering verdubbelt ook de maximumbedragen van de beurstaks.
    • Afbouw individuele premies voor renovatiewerkzaamheden
      Verschillende individuele premies voor renovatiewerkzaamheden, bijvoorbeeld voor dakisolatie en glas, worden geleidelijk afgebouwd. In de plaats komt er een premie voor wie verschillende investeringen combineert in een zogeheten ‘totaalrenovatie’. Die bonus varieert tussen de 1.250 en 4.750 euro. Daarnaast komt er ook een burenpremie. Als tien mensen in één gemeente samen hun woning energiezuiniger maken, krijgen ze daarvoor per woning een premie van maximaal 400 euro. Die premie komt bovenop de al bestaande premies voor energiebesparende maatregelen.
    • Brussel schrapt woonbonus, vermindering registratierecht, personenbelasting verlaagt, gunstregimes schenking familiale onderneming, verhoging taks op bankinstellingen.
      De grootste verandering is de afschaffing van de woonbonus. Die gaf een royale aftrek bij de aankoop van een huis. In ruil verhoogt de Brusselse regering het abattement, of de korting op de registratierechten, van 60.000 euro naar 175.000 euro voor een eerste woning tot 500.000 euro.
      Een tweede belangrijke hervorming betreft de personenbelasting. Die ging dit jaar al met 1 procent naar beneden (afschaffing agglomeratie-belasting) en daalt in 2017 nog eens met een halve procent.
    • Verder vereenvoudigt de regering de bestaande gunstregimes voor de schenking en vererving van familiale ondernemingen. Tenslotte wordt de belasting op bank- en kredietinstellingen én op bankautomaten 2,5 maal verhoogd.

 

Werkgelegenheid:

  • Meer loon voor honderdduizenden werknemers
    In januari hebben honderdduizenden werknemers uitzicht op extra centen, als gevolg van de jaarlijkse indexering van hun lonen. De indexering van de lonen verschilt van sector tot sector. Voor sommige sectoren gebeurt dat bijna maandelijks, voor anderen per kwartaal, halfjaar of jaar. De grootste groep die er in januari op vooruit gaat, zijn de bedienden uit het aanvullend paritair comité voor bedienden. HR-dienstverlener SD Worx berekende hun jaarlijkse indexering in januari op 1,13 procent. Andere grote groepen die in januari hun loon zullen zien stijgen: de arbeiders en bedienden uit de voedingssector (1,12 procent jaarlijkse indexering), de werknemers uit de horeca (1,123 procent jaarlijkse indexering) en de arbeiders uit de transportsector (1,14 procent jaarlijkse indexering). Nog een grote groep die er in januari op vooruitgaat is de schoonmaaksector: 0,38 procent. Maar die groep heeft een halfjaarlijkse indexering. Ze kregen dus in juli al wat extra loon.

 

  • Flexibeler werken wordt een feit in 2017
    De wet rond werk- en wendbaar werk, die tot meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt moet leiden, treedt op 1 januari in werking, al zal de uitvoering van sommige onderdelen op zich laten wachten tot werkgevers en vakbonden op sectorniveau over die delen een akkoord bereiken. Een van de aspecten die wel al begin volgend jaar ingaan, betreft de werkregeling voor piek- en dalmomenten. Daarnaast komt er door die hervorming meer tijdskrediet voor zorg, een wettelijk kader om af en toe te kunnen thuiswerken en meer vorming. Werkgevers zullen hun werknemers tijdens piekmomenten maximaal 45 uur per week en hoogstens 9 uur per dag aan het werk kunnen stellen. Op kalmere momenten kan dan een dalrooster gelden, en door piek- en dalroosters af te wisselen werkt de werknemer op jaarbasis evenveel uren en vermijdt hij dus overuren. Er komt ook een wettelijk kader voor ‘occasioneel telewerk’, zodat werknemers voor een aantal onverwachte gebeurtenissen (technicus die aan huis komt bijvoorbeeld) niet verplicht zijn vakantie te nemen.Wie tijdskrediet opneemt voor de zorg voor een kind of familielid, kan dat voor 51 in plaats van 48 maanden doen. Een laatste element is het thematisch palliatief verlof, voor wie iemand bijstaat die aan een ongeneeslijke ziekte lijdt en zich in een terminale fase bevindt, dat met 1 maand wordt verlengd. De periode van één maand kan vanaf dan twee keer verlengd worden met nog een maand, zodat het totaal op drie maanden komt. Behalve volledig met werken stoppen, maar het kan ook halftijds of voor een maand.

 

  • Studentenarbeid
    Op 1 januari 2017 veranderen de regels op studentenarbeid. De 50 dagen waarin studenten mogen werken met verminderde sociale bijdragen, worden dan omgezet in 475 uur. De maatregel is vooral interessant voor studenten die geen volledige dagen werken.Vandaag kunnen studenten gedurende 50 dagen genieten van een voordeelstatuut als ze werken. Gedurende deze 50 dagen betaalt de student namelijk slecht 2,71% RSZ of solidariteitsbijdrage. Het voordeel voor de werkgever is nog groter: de RSZ bijdrage bedraagt amper 5,42%. Reeds lange tijd ligt het systeem echter onder vuur zowel bij werknemers als werkgevers. Vooral de lage flexibiliteit stuit op weerstand. De app Student@work waarmee studenten hun resterende dagen kunnen checken zal vanaf 1 januari ook in uren tellen.

 

  • Voordeliger statuut voor student-ondernemers
    Studenten die naast hun studies ook een bedrijfje willen opstarten, kunnen daarvoor vanaf 1 januari rekenen op een voordeliger statuut. Jongeren die hun opleiding combineren met werken of ondernemen, zullen hierdoor in de toekomst fiscaal ten laste van hun ouders kunnen blijven.

 

  • Werkgevers die langdurig werklozen in dienst nemen krijgen premie
    Werkgevers die een langdurig werkloze in dienst nemen, hebben vanaf 1 januari 2017 recht op een aanwervingspremie van de Vlaamse regering. Het gaat om een bedrag van 1.250 euro na drie maanden en nog eens 3.000 euro na een vol jaar tewerkstelling. De financiële stimulans moet werkgevers het laatste duwtje in de rug geven om langdurige werklozen een contract aan te bieden.

 

  • Afbetalingsplan RSZ moet werkgevers in moeilijkheden uit de rechtbank houden
    Werkgevers die problemen hebben om hun sociale zekerheidsbijdragen te betalen, moeten vanaf Nieuwjaar niet meer automatisch voor de rechtbank verschijnen. De werkgevers krijgen eerst de mogelijkheid om samen met de Rijksdienst Sociale Zekerheid (RSZ) een afbetalingsplan uit te werken.

 

  • Vakantiebijdrage arbeiders daalt verder:
    Werkgevers financieren het vakantiegeld van de arbeiders via kwartaalbijdragen en via een jaarlijkse bijdrage aan de RSZ. Vorig jaar werd een geleidelijke verlaging ingezet van het percentage van de kwartaalbijdrage. Vanaf 1 januari 2017 zal de kwartaalbijdrage 5,61% bedragen in plaats van 5,65%. Ook volgend jaar zal de bijdrage nog verder dalen, tot 5,57%. De jaarlijkse bijdrage blijft behouden op 10,27%.

 

  • Meer moederschapsrust voor zelfstandigen
    Ben je zelfstandige in hoofdberoep of meehelpende echtgenote? Dan mag je vanaf 1 januari een langere periode van moederschapsrust opnemen na je bevalling.
    Vrouwelijke zelfstandigen hebben vanaf 2017 recht op 12 weken moederschapsrust in plaats van de huidige 8 weken.

 

  • Hogere vergoeding voor vrijwilligers
    In 2017 mogen vrijwilligers een hogere forfaitaire kostenvergoeding krijgen voor het vrijwilligerswerk. Vanaf 1 januari mag dan maximaal 33,36 euro per dag verdient worden en dit voor maximaal 1334,55 euro per jaar.

 

  • Fusie FBZ en FAO tot Fedris
    Het Fonds voor de beroepsziekten (FBZ) en het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) fuseren tot Fedris, het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s.

 

  • Fusie RSZ en DIBISS
    De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) fusioneert met DIBISS en neemt een belangrijk deel van zijn opdrachten over. 223 personeelsleden maken de overstap naar de RSZ. De pensioenopdrachten van DIBISS gaan naar de Federale Pensioendienst (FPD). Meer info op de website van Fedris (online vanaf 1 januari).

 

Financieel:

  • Hypotheekleningen
    Vanaf 1 april 2017 moet er een Europees gestandaardiseerd informatieblad (ESIS) worden gebruikt bij kredietoffertes, waardoor de consumenten de verschillende aanbiedingen beter kunnen vergelijken. Ook komt er een jaarlijks kostenpercentage (JKP), zoals bij de consumentenkredieten. Het JKP drukt uit hoeveel kosten er in totaal (alles inbegrepen, dus met schattingskosten, waarborgkosten, notariskosten,…) bij een krediet komen kijken.

 

  • Bankmobiliteit:
    In 2017 (vermoedelijk in het tweede kwartaal) wordt de bankoverstapdienst nog verder uitgebreid. De nieuwe bank zal de recurrente betalers en schuldeisers die via domiciliëring worden betaald, informeren over het nieuwe rekeningnummer. Op dit ogenblik dient u dit nog zelf te doen.

 

Volksgezondheid:

  • Oude ‘doktersbriefjes’ worden afgeschaft
    De oude getuigschriften voor verstrekte hulp – de zogenaamde ‘doktersbriefjes’ – worden vanaf 1 januari 2017 definitief afgeschaft en vervangen door de nieuwe modellen, voorzien van een ontvangstbewijs met vermelding van het KBO-nummer. Dat meldt LTD3, de grootste tariferingsdienst voor de medische sector. Wie na Nieuwjaar nog een oud model indient, loopt het risico geen terugbetaling meer te kunnen krijgen. Artsen die de oude briefjes blijven gebruiken, riskeren bovendien een boete. De nieuwe getuigschriften zijn al meer dan een jaar in omloop, maar veel artsen gebruiken nog de oude doktersbriefjes die ze in voorraad hadden. Dat mogen ze nog doen tot en met 31 december, daarna hangt hen een boete van 50 tot 1.250 euro boven het hoofd.Patiënten kunnen de nieuwe doktersbriefjes herkennen aan het ontvangstbewijs onderaan, waarop het KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen) ingevuld moet worden.Vanaf 1 januari 2018 valt ook de papieren afdruk weg, en wordt het vervangen door de eID-kaart. Enkel het elektronische voorschrift is dan nog geldig.
    Meer informatie vindt u op de website van RIZIV.

 

  • SIS-kaart wordt definitief afgeschaft
    Vanaf 1 januari 2017 is de SIS-kaart, die al sinds 2014 geleidelijk wordt afgeschaft, definitief niet meer geldig. Mensen kunnen vanaf dan enkel nog terecht bij de apotheker, de dokter of het ziekenhuis met hun elektronische identiteitskaart (eID). Wie geen eID heeft, kan terecht bij zijn of haar ziekenfonds voor een Isi+-kaart. Het gaat dan om kinderen jonger dan twaalf jaar, grensarbeiders, vreemdelingen die bijdragen maar geen Belgisch paspoort hebben, of gepensioneerden die in het buitenland verblijven.

 

  • Snellere terugbetaling voor geneesmiddelen tegen hepatitis C
    Tot nu toe kreeg je geneesmiddelen tegen hepatitis C pas terugbetaald als je een ernstig stadium van de ziekte had (leverfibrose stadium 3 en 4). Vanaf 1 januari krijg je de geneesmiddelen al in stadium 2 van de leverfibrose terugbetaald. Zo hoef je als patiënt niet meer te wachten tot de ziekte verergert voor je met de behandeling start.

 

  • Artsen moeten goedkoper voorschrijven
    Huisartsen zijn verplicht om een bepaald percentage goedkope geneesmiddelen voor te schrijven. Vanaf 1 januari moet 60 % van de geneesmiddelen die huisartsen voorschrijven goedkoop zijn. Vroeger was dat maar 50 %. Zo kan je als patiënt gemakkelijker besparen op je geneesmiddelen op voorschrift.Bespaar ook op geneesmiddelen die je zonder voorschrift bij de apotheker koopt. Zoek het goedkoopste geneesmiddel zelf op via deze link.

 

  • Stoppen met roken via tabakoloog wordt fors goedkoper
    Wie wil stoppen met roken en daarvoor bij een tabakoloog aanklopt, betaalt vanaf 1 januari enkel nog het remgeld en niet langer de volle pot. Voor Vlamingen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming en voor jongeren tot en met 20 jaar wordt het zelfs bijna gratis.

 

  • Hogere minimumleeftijd voor vervroegd pensioen
    Net als in de voorbije jaren wordt op 1 januari de minimumleeftijd om vervroegd op pensioen te kunnen gaan, lichtjes opgetrokken. Het wordt 62,5 jaar bij een loopbaan van 41 jaar. Voor langere loopbanen zijn er uitzonderingen: vervroegd pensioen op 61 jaar bij een loopbaan van 42 jaar en 60 jaar bij een loopbaan van 43 jaar.

 

  • Minimumpensioenen met 0,7 procent omhoog
    Wie er een volledige loopbaan van 45 jaar (of gelijkgestelde periodes) heeft opzitten en enkel een minimumpensioen ontvangt, zal vanaf 1 januari 2017 iets meer krijgen. De regering besliste in het kader van de taxshift 25 miljoen euro uit te trekken om de minimumpensioenen van betrokkenen met 0,7 procent te verhogen. De maatregel zou een impact moeten hebben op circa 168.000 mensen, van wie 21.100 zelfstandigen met een volledige zelfstandigenloopbaan en 71.100 zelfstandigen met een gemengde loopbaan.

 

  • Inkomensgerelateerde kinderopvang wordt 1,08 procent duurder
    De tarieven in de kinderopvanginitiatieven waar ouders volgens hun inkomen betalen, worden in 2017 automatisch geïndexeerd met 1,08 procent. De indexering komt fors hoger uit dan begin 2016, toen die 0,41 procent bedroeg. Alle ouders voor wie de tariefverhoging geldt, zijn in de loop van december op de hoogte gebracht. Zij hebben het nieuwe attest al gekregen en moeten niets meer doen.

 

  • Ziekenfondsen Securex, Partenamut en Partena fuseren
    De onafhankelijke ziekenfondsen Securex, Partenamut en Partena Ziekenfonds bundelen vanaf 1 januari 2017 de krachten. De drie onafhankelijke ziekenfondsen willen zo inspelen op de veranderde context, met toegenomen regionalisering van het gezondheidsbeleid.

 

  • Wat verandert er specifiek voor artsen:
    Vooral inzake honoraria, administratie, financiële tegemoetkomingen, wetgeving, sociaal recht verandert er heel wat.
    Artsen kunnen hierna op de website van het Vlaams Artsensyndicaat meer informatie vinden.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Kick-off Abeka Adviesraad

Abeka nodigt u graag uit op de kmo-connectdays in de Lotto Arena te Antwerpen, hét belangrijkste event van het jaar voor ondernemers.

Hieronder vindt u uw uitnodiging om gratis deel te nemen aan het hele event (uitgezonderd het congres).

Wij kijken er naar uit u te ontmoeten op onze stand of tijdens één van de parallelsessies die wij met Abeka verzorgen op 23 en 24 november e.k.

Tijdens deze sessies maakt u kennis met de “ABEKA-ADVIESRAAD voor KMO’s” en lichten wij u graag toe welke voordelen deze voor u als ondernemer kan bieden.

Alle details vindt u op de website van kmo-connectdays.

Moeite met uw deelname te registreren? Stuur een mail naar bruno@abeka.be en wij doen de registratie graag voor u.

kmo-connectdays

 

Dit is uw persoonlijke uitnodiging voor één van de grootste professionele netwerkevents van dit najaar. Waarom? Omdat we geloven in de sterkte van een uitgebreid netwerk en dus in de kracht van dit event.

kmo-connectdays 2016 biedt jou gedurende deze tweedaagse een B2B-plaza met 100 bedrijven, parallelsessies, meet-the-experts en volop netwerkmogelijkheden. Wilt u er graag bij zijn? Registreer u hier.

Op 23 & 24 november verzorgen wij een interactieve parallelsessie: “Abeka-Adviesraad een noodzaak of overbodige luxe?”. Inschrijven voor deze sessie kan nog via deze link.

Heeft u zin om ook aan de betalende congresformule deel te nemen en toegang te krijgen tot alle sessies van de keynote sprekers? Dan kunnen wij u als trouwe klant een korting van € 50 op uw toegangsticket aanbieden! Gebruik de promocode abeka2016 bij registratie voor het congres.

We kijken uit naar uw deelname aan onze parallelsessie en een bezoek aan onze stand 1213!




Te veel winst in 2016, kies ik voor een liquidatiereserve of voor een IPT?

Begrip groepsverzekering/IPT

Een vennootschap kan voor haar bedrijfsleider een pensioen opbouwen.

Eén van de voordelen van de aanleg van dit extra-wettelijk pensioen via een verzekering is dat de premies integraal aftrekbaar zijn van uw winst in de vennootschap. De belasting voor de bedrijfsleider op het einde van het contract is laag, van 10% tot 16,5%.

De premies van zo’n verzekering zijn voor de onderneming aftrekbaar onder bepaalde voorwaarden, waarvan de belangrijkste de zgn. 80%-grens is (het totale pensioen, zowel wettelijke als extra-wettelijke pensioen mag niet meer bedragen dan 80% van uw laatst opgenomen normale bruto jaarloon, uw verzekeraar kan dit voor u eenvoudig berekenen!). Let op, om van een groepsverzekering of IPT te genieten, moet de bezoldiging maandelijks uitbetaald worden.

Heeft u heel veel winst in de vennootschap, dan kan u een backservice laten berekenen. Dit wil zeggen dat u maximaal 10 jaar in uw loopbaan kunt teruggaan, ook voor die jaren die gepresteerd werden buiten uw vennootschap. Soms wordt wel eens vergeten dat, wanneer uw bezoldiging stijgt, u ook recht hebt op de herberekening van deze backservice.

De backservice dient u niet ineens op te gebruiken, maar kan u spreiden over verschillende jaren.
Uiteraard zal u beseffen dat de aftrek van een IPT maximaal rendeert als u ervoor zorgt dat de premie in mindering komt van de winst die u hebt gemaakt in het hoogste tarief van de vennootschapsbelasting (33,99%)

 

Begrip liquidatiereserve

Kmo-vennootschappen kunnen hun winsten opnemen in een zogenaamde liquidatiereserve op het passief van de balans. De liquidatiereserve laat een aandeelhouder natuurlijke persoon toe om de vennootschapswinsten op termijn uit te keren met een aanzienlijke belastingbesparing. Meer info hierover vindt u in een vorig Abeka artikel: Nieuwe permanente regeling liquidatiereserve start reeds voor de inkomsten 2014 (aj. 2015)

Het grote verschil met een IPT is dat een liquidatiereserve niet aftrekbaar is van de winst. Zij heeft wel het voordeel dat, mits het betalen van een bijzondere aanslag van 10% in het jaar van aanleg, bij uitkering bij de vereffening van de vennootschap deze bedragen dan ook belastingsvrij zijn. Positief is ook dat, als men de uitkering van deze liquidatiereserve slechts 5 jaar na aanleg doet, men slechts 5% roerende voorheffing extra betaalt. Of een totale belasting van 13,64%. Dit staat toch nog in schril contrast met de roerende voorheffing op dividenden, zijnde 27% en binnenkort waarschijnlijk 30%.

 

Welke keuze maken?

Als wij beide opties naast elkaar leggen dan stellen wij vast:

  • Een groepsverzekering of IPT wordt enkel aan uzelf als bedrijfsleider uitgekeerd.
  • Een liquidatiereserve dient aan alle aandeelhouders uitgekeerd te worden, en dit aan al degene die aandeelhouder zijn op het moment van uitkering.
  • Een groepsverzekering of IPT zal altijd door de verzekeringsmaatschappij uitgekeerd worden (zelfs bij een later faillissement) daar de premies al door de vennootschap betaald werden en nadien belegd werden door de verzekeraar.
  • Bij een liquidatiereserve zal u nog altijd moeten afwachten of de gelden bij uitkering naar u toe in de vennootschap wel beschikbaar zijn.
  • Lijdt de vennootschap na aanleg van de liquidatiereserve belangrijke verliezen en hebt u nadien in de vennootschap niet meer de financiële middelen voor een uitkering, dan is de bijzondere aanslag definitief verloren.
  • Fiscaal gezien betaalt u bij uitkering van de IPT wel een relatief lage belasting (bij pensioenering op 65 jaar 10%), waar dit bij de liquidatiereserve bij vereffening van de vennootschap niet zo is, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de belastingbesparing die de vennootschap (tot 33,99%) realiseert.

Abeka adviseert u volledig bij de mogelijke keuzes.
Afhankelijk van de winsten, de continuiteit en de structuur van uw onderneming alsook uw persoonlijke situatie kunnen wij voor u het juiste advies aanbieden.
Tevens kan een jaarlijkse spreiding van beide opties een maximaal resultaat opleveren.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




De controles van de economische inspectie zijn onderweg: waar uw ondernemingsnummer vermelden?

Verscheidene van onze klanten kregen bezoek van de economische inspectie en wat controleerden zij????  Het ondernemingsnummer.
Het ondernemingsnummer moet immers vermeld worden op alle gebouwen die voor handelsdoeleinden worden gebruikt.

Het ondernemingsnummer moet trouwens ook vermeld zijn op:

  • alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders en andere stukken (e-mail, kasticket) die uitgaan van uw onderneming
  • de website van uw vennootschap
  • in geval van ambulante handel: op uw vervoersmiddelen en marktkraam

Indien u uw ondernemingsnummer niet meedeelt op de vermelde stukken, dan riskeert u een sanctie van 156 euro tot 30.000 euro.
Heeft u een vennootschap en vermeldt u uw ondernemingsnummer niet op uw documenten, dan kan u bovendien hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de verbintenissen van uw vennootschap.

Wij raden u aan ernstig om te gaan met deze verplichting, want bij een controle zal de economische inspectie trouwens ook controleren op:

  • prijsaanduiding
  • controle op de gegevens welke uw website verplicht moet kenbaar maken
  • witwaspreventie, vergeet trouwens ook niet dat u cash niet meer dan 3.000 euro mag ontvangen.
  • documenten, dus bladeren in verkoopfacturen, aankoopfacturen, bestelbons

Weet dat de Economische inspectie ook een meldpunt heeft. Dit meldpunt werd begin 2016 gelanceerd.

Bijna 14.000 mensen deden reeds beroep op dit meldpunt. Dertig procent van de meldingen wordt onmiddellijk overgemaakt aan de politie. Weet dus ook dat dit meldpunt de kans op een controle vergroot.

In 2015 voerde de Economische Inspectie 35.416 controles uit, dat zijn er 8 % meer dan in 2014. Deze controles hebben geleid tot 2.888 waarschuwingen en 3.746 processen-verbaal.
14 % van alle gecontroleerde zaken bleken niet in orde met de aanduiding van de verkoopprijs.
Voornaamste problemen waren prijsaanduidingen die ontbraken, niet goed zichtbaar waren, zich niet in de buurt van het product bevonden of dubbelzinnig waren.

De inspecteurs hoeven zich op voorhand niet bekend te maken, toch niet op het ogenblik dat zij uw onderneming binnenstappen. Dat maakt dat zij dus al op voorhand vaststellingen kunnen doen. Uiteraard kan u nadien om een bewijs vragen dat het effectief over de economische inspectie gaat.
Meestal geeft de inspectie een proces-verbaal van waarschuwing als het kleine inbreuken zijn of inbreuken op een nieuwe wetgeving. Ze zijn echter niet verplicht om dat te doen.


Opgelet:

Al wat gezegd wordt, is bijzaak. Maar wees aandachtig voor de verklaringen in een proces-verbaal, wat daarin staat geldt tot bewijs van het tegendeel.
U hoeft niet onmiddellijk een verklaring af te leggen. U mag eerst overleggen met een adviseur en pas nadien reageren.
Geeft u wel een verklaring, dan vraagt u daarvan best een kopie. Zo weet u nog wat u gezegd heeft.

In zo’n 90% van de gevallen zal, bij een overtreding, de inspectie u niet direct vervolgen, maar u een zgn. minnelijke schikking of transactie voorstellen. Dit komt dan neer op het betalen van een boete en daarmee is de kous dan af.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Btw: vereenvoudiging bewijsvoering van de intracommunautaire levering – het bestemmingsdocument

Een vervelende zaak bij btw-controles is het leveren van het bewijs van de btw-vrijstelling voor intracommunautaire leveringen. Is er echt een levering aan het buitenland gebeurd?

Vanaf 1 juli 2016 is er echter een administratieve vereenvoudiging, in die mate dat het vervoer vanuit België naar een andere lidstaat kan bewezen worden door een bestemmingsdocument.
Niettegenstaande deze vereenvoudiging kan de btw-administratie nog steeds andere documenten (vervoerdocumenten, contracten, betalingsbewijzen, crm …) opvragen om de echtheid van het bestemmingsdocument te verifiëren.

Het bestemmingsdocument dient te worden geattesteerd binnen de drie maanden na het verstrijken van de verkoop.
Dit bestemmingsdocument mag per mail verstuurd en bevestigd worden, voor zover de authenticiteit van de ondertekenaar gegarandeerd blijft.
Bestemmingsdocumenten mogen ook alle intracommunautaire leveringen omvatten aan eenzelfde klant voor een periode van maximaal drie opeenvolgende kalendermaanden waarin de goederen door de koper in ontvangst werden genomen.
De koper mag binnen zijn organisatie een persoon aanduiden, die op voorhand de leverancier schriftelijk inlicht over zijn identiteit en hoedanigheid.

 

Welke vermeldingen dienen zeker op het bestemmingsdocument voor te komen?

  • gegevens van de leverancier (naam, adres, BTW-nummer);
  • gegevens van de koper (naam, adres, Btw-nummer);
  • bevestiging van de aankomst van de goederen (lidstaat, stad, gemeente);
  • bevestiging van het tijdstip van aankomst (maand en jaar);
  • de periode waarop het document betrekking heeft, de leveringen mogen gegroepeerd worden per kwartaal;
  • een verwijzing naar de factuur, of een ander document dat naar de factuur linkt (bestelbon);
  • een beschrijving van de goederen, alsook de prijs in euro, exclusief btw.

Het bestemmingsdocument geldt, samen met de verkoopfactuur en het betalingsbewijs, als weerlegbaar vermoeden van een intracommunautaire levering.

Indien de verkoper het vervoer organiseert, dient ook het transportdocument nog voorgelegd te worden.

De verkoper moet ook steeds zijn intracommunautaire leveringen in een intracommunautaire aangifte opnemen.

In de btw-beslissing E.T. 129.460 dd. 1 juli 2016 kan men enkele modellen van bestemmingsdocumenten terugvinden.

Uiteraard kan ook Abeka u hierbij helpen!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Vacatures Abeka

Abeka staat garant voor een no-nonsense aanpak van fiscale en financiële vraagstukken. Abeka neemt daarbij de rol op van end-to-end adviseur, van boekhouding en operationele ondersteuning tot strategische begeleiding, van opstart van een onderneming tot de regeling van de successie.

Abeka wil de fiscale en financiële ontzorger zijn van zowel kmo’s als grote bedrijven.

De naam Abeka is eind december 2014 ontstaan door de naamsverandering van Antwerps Boekhoudkantoor, opgericht in 1987. De vorige naam dekte niet langer de lading. Wij hebben ondertussen klanten in heel Vlaanderen.

Abeka heeft zijn hoofdkantoor in Deurne en bijkantoren in Kapellen, Schilde en Geel. Door onze organisatie bestrijken wij de driehoek Kalmthout, Mechelen en Geel.

Abeka investeert daarom in oprecht betrokken en competente medewerkers. Interne en externe opleidingen, overlegmomenten en een goed georganiseerde supervisie zorgen ervoor dat onze medewerkers hun kennis op een dynamische en enthousiaste manier overbrengen naar onze klanten.

Wilt u ons 20-man/vrouw sterk, enthousiast team komen versterken, dan ontvangen wij graag uw c.v. , welke u ook per mail kan bezorgen aan bart@abeka.be

Vacature commercieel medewerker




Nog slechts 13 dagen de tijd om uw fiscaal geschenk binnen te halen: de liquidatiereserve 2013

Als uw KMO in 2013 winst heeft gemaakt, kunt u eerstdaags nog een bijzondere liquidatiereserve aanleggen.

KMO-vennootschappen hebben ten gevolge van de Programmawet van 10/08/2015 de mogelijkheid om een bijzondere liquidatiereserve aan te leggen over de winsten met betrekking tot het aanslagjaar 2014.

Het aanleggen van de bijzondere liquidatiereserve heeft een afzonderlijke belasting in de vennootschapsbelasting tot gevolg van 10%.  Hiervoor dient een afzonderlijke aangifte te worden ingediend en de afzonderlijke belasting dient betaald te worden vóór 30/11/2016.

Aangezien de liquidatiereserve hierdoor reeds wordt belast met 10% kan deze in het geval van een vereffening van de vennootschap uitgekeerd worden aan de aandeelhouders/vennoten zonder roerende voorheffing op de liquidatiebonus.  Het betreft met andere woorden een definitieve belasting van de reserves in de vennootschap.

Het normale tarief roerende voorheffing op de liquidatiebonus bedraagt heden 27%.  Het valt te verwachten dat deze roerende voorheffing wordt opgetrokken naar 30% ten gevolge de budgettaire maatregelen van onze regering.  Door toepassing van de bijzondere liquidatiereserve kan hierdoor naar de toekomst een besparing worden gerealiseerd van 20% op de te verdelen reserves.

Indien de liquidatiereserve wordt uitgekeerd vóór liquidatie van de vennootschap is er een aanvullende roerende voorheffing van 17% (20% vanaf 01/01/2017?) verschuldigd.

Heel belangrijk voordeel: in het geval u de liquidatiereserve toch uitkeert 5 jaar na de laatste dag van het boekjaar waarin ze wordt aangelegd, is er nog slechts een roerende voorheffing van 5% verschuldigd!!!! Uw voordeel in dit geval is 27% – 13,64% = 13,36% belasting.

U kunt maximaal de winst na belastingen van 2013 (aanslagjaar 2014) overboeken naar de bijzondere liquidatiereserve, op voorwaarde dat die winst nog deel uitmaakt van uw reserves bij het begin van het huidig boekjaar.

Wilt u alsnog gebruik maken van deze opportuniteit, dan moet u deze aangifte opmaken vóór 30/11/2016 via formulier 275A-Bijz.

U kan deze aangifte:

  • mailen naar CPIC.PRMRV@minfed.fed.be
  • per post versturen naar Inningscentrum, sectie roerende voorheffing, Koning Albert II laan 33 B42, 1030 Brussel.

Ook de betaling van deze 10% roerende voorheffing dient bij de fiscus te zijn toegekomen vóór 30/11/2016 !!!!

Nog belangrijk om weten is dat de huidige reserves in de vennootschap kunnen aangetast worden door eventuele toekomstige verliezen.  In deze concrete situatie kan dit tot gevolg hebben dat u een afzonderlijke belasting van 10% op uw winsten/reserves heeft afgedragen die niet meer voor uitkering ter beschikking zijn in het geval van liquidatie!

Mocht u nog vragen hebben met betrekking tot de toepassing van deze bijzondere liquidatiereserve dan kan u hiervoor contact opnemen met edwin@abeka.be

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Wat betekent dat juist: zelfstandige in bijberoep?

Wanneer ben ik zelfstandige in bijberoep?

Je bent zelfstandige in bijberoep wanneer je:

  • gelijktijdig met je zelfstandige activiteit nog een andere beroepsbezigheid uitoefent voor een werkgever of,
  • als zelfstandige ook een loon vervangend inkomen krijgt voor een andere, weggevallen beroepsactiviteit als werknemer of ambtenaar.

Aan welke voorwaarden moet mijn hoofdberoep voldoen?

Je bent pas zelfstandige in bijberoep als je hoofdactiviteit aan een aantal voorwaarden voldoet.

  • Je bent werknemer
    • Je hoofdactiviteit moet minstens de helft van een fulltime job bedragen.
    • Het aantal arbeidsuren per maand moet minstens gelijk zijn aan de helft van het aantal arbeidsuren dat per maand door een voltijds werknemer in dezelfde onderneming of in dezelfde arbeidssector wordt gepresteerd.

Voorbeeld
Je bent bediende en verdient bij als zelfstandig landbouwer.

  • Je geeft les
    • Je bent benoemd (statutair) en geeft les in dag- of avondonderwijs. Je opdracht omvat minstens 6/10 van een volledig lesrooster.
    • Ben je statutair met een halve uurrooster, maar met onvoldoende uren voor 6/10 van een volledige uurrooster, dan kan je vragen om met een bijberoep gelijkgesteld te worden als je inkomsten uit het zelfstandig beroep eerder beperkt zijn (artikel 37 ARS).
    • Geef je les volgens een contractuele overeenkomst? Dan volstaat een halve uurrooster.
  • Je hoofdactiviteit geeft je rechten in een andere pensioenregeling
    Je hoofdactiviteit kan rechten doen ontstaan in een andere pensioenregeling die ingesteld is door een wet, een provinciaal reglement of door de NMBS.
    In dat geval moet je minstens 8 maanden of 200 dagen per jaar werken. Het aantal arbeidsuren per maand moet minstens de helft zijn van het aantal arbeidsuren per maand in een voltijdse betrekking.

    Voorbeeld
    Je bent ambtenaar en verdient bij als zelfstandig frituurhouder.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)