1

Geen btw-vrijstelling meer voor handelingen zonder therapeutisch doel!

Op 1 januari 2022 wijzigde de btw-vrijstellingsregeling voor (para)medische beroepen.

De btw-vrijstelling werd beperkt tot ingrepen en behandelingen met een therapeutisch doel (diagnose, verzorging en de genezing van ziekten of gezondheidsproblemen).

Niet therapeutische handelingen en/of esthetische handelingen worden dus onderworpen aan btw.

 

Een medische handeling wordt geacht een therapeutisch doel te hebben wanneer:

  • de handeling voorkomt op de RIZIV nomenclatuur
  • de handeling in aanmerking komt voor terugbetaling
  • de handeling uitgevoerd wordt op medisch voorschrift van een arts

 

Ten gevolge deze wijziging werden sommige (para)medische beroepsbeoefenaars btw-plichtig of werden zij gemengde btw-plichtige vanaf 01/01/2022 en zijn zij gehouden om hiervan melding te maken vóór 31 januari 2022 via het formulier 604A of 604B.

Deze formulieren kunnen online ingediend worden.

De btw-plichtige handelingen zullen bovendien tot gevolg hebben dat zij gehouden worden tot de indiening van periodieke btw-aangiften of dat zij toepassing moeten vragen van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen indien aan de voorwaarden wordt voldaan.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 31/01/2022)




Belangrijke wijziging met betrekking tot de voordelen alle aard verwarming en elektriciteit vanaf 01/01/2022!

Sinds jaar en dag worden de voordelen alle aard voor gratis verwarming en elektriciteit forfaitair bepaald. Voor inkomstenjaar 2022 werden de forfaits voor bedrijfsleiders bepaald op 2.130 euro voor verwarming en 1.060 euro voor elektriciteit.

Vanaf 01/01/2022 zal de forfaitaire waardering van deze voordelen enkel nog mogen toegepast worden als ook de werkgever of vennootschap de woning gratis ter beschikking stelt.

Is er geen gratis terbeschikkingstelling van de woning dan zullen de voordelen alle aard voor gratis verwarming en elektriciteit voortaan belast worden op basis van het werkelijke genoten voordeel.

Het spreekt voor zich dat deze wijziging voor sommige bedrijfsleiders zal neerkomen op een aanvullende belasting in de personenbelasting en hogere sociale bijdragen. Dit is het geval wanneer het werkelijke genoten voordeel hoger is dan de wettelijk forfaits voor 2022.

Onze beleidsmakers zullen het wellicht niet zien als een belastingverhoging, sommige bedrijfsleiders zullen het zo vast en zeker aanvoelen!

Koninklijk Besluit van 19 december 2021 tot wijziging van artikel 18, §3, van het KB/WIB 92 op het stuk van de forfaitaire raming van de voordelen van alle aard voor de kosteloze verstrekking van verwarming en van elektriciteit, BS van 27 december 2021.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 31/01/2022)




Meerdere bedrijfswagens fiscaal aftrekken mogelijk?

In de dagelijkse praktijk stellen wij vast dat sommige vennootschappen meerdere personenwagens ter beschikking stellen van één en dezelfde bedrijfsleider of bestuurder.

Het spreekt voor zich dat de fiscus deze handelingen met enige argwaan bekijkt en mogelijk zal zij trachten om een deel van deze autokosten fiscaal te verwerpen.

Het is dan ook aan de belastingplichtige om te bewijzen dat deze wagens gebruikt worden voor de beroepsmatige activiteit van de vennootschap en een goede verantwoording voor het gegeven waarom er meerdere personenwagens worden gebruikt is geen overbodige luxe.

Worden de wagens enkel gratis ter beschikking gesteld van de bedrijfsleider voor persoonlijk gebruik, dan moet er bewezen worden dat deze toegekende voordelen in natura de tegenprestatie zijn voor de door de bedrijfsleider geleverde prestaties ten behoeve van de vennootschap.

Het beroepsgebruik van de wagens door de vennootschap dient met andere woorden te worden aangetoond op basis van bijvoorbeeld een rittenadministratie of andere bewijskrachtige elementen.

Wordt de wagen gratis ter beschikking gesteld van de bedrijfsleider als vergoeding voor de geleverde prestaties is het aangewezen om dit minstens te notuleren in de jaarlijkse verslaggeving van de vennootschap.

Om fiscale betwistingen te vermijden is het dan ook aangewezen om bijzondere aandacht te hebben voor deze bewijsvoering vooraleer de fiscale controle wordt aangekondigd!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 31/01/2022)




Geen attest meer nodig voor toepassing van het verlaagde tarief btw (6%) voor renovatiewerken aan privéwoning!

Renovatiewerken aan privéwoningen ouder dan 10 jaar genieten het verlaagde btw-tarief van 6%. Tot en met 31/12/2021 mocht de aannemer het verlaagde tarief enkel toepassen als de eigenaar van de woning een btw-attest ondertekende met enkele verklaringen ten behoeve van deze toepassing. Dit attest verlegde de aansprakelijkheid inzake het btw-tarief naar de eigenaar die het attest had ondertekend.

Vanaf 1 januari 2022 is deze werkwijze niet meer van toepassing en wordt deze vervangen door een verklaring op de factuur. Indien het verlaagde tarief niet kan worden toegepast is het aan de klant om binnen de maand te melden dat niet aan de voorwaarden is voldaan.

 

De volgende verklaring dient op de factuur opgenomen te worden:

“Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privé- woning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21% van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten. Wanneer de afnemer de factuur niet schriftelijk betwist, is de aannemer ontslagen van zijn aansprakelijkheid, behoudens samenspanning tussen de partijen.”

 

Aan de voorwaarden voor de toepassing van het verlaagde tarief van 6% is niets gewijzigd.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 31/01/2022)