1

Vraag nu de premie ‘Vlaams beschermingsmechanisme 11’ aan!

Vanaf 14 februari t.e.m. 31 maart 2022 (20u) kan je als ondernemer het ‘Vlaams beschermingsmechanisme 11’ aanvragen via de website van VLAIO.
Dat is de Vlaamse premie voor ondernemers die actief zijn in specifieke sectoren en die in het 4de kwartaal 2021 te kampen hebben gehad met omzetverlies vanwege de coronamaatregelen.

De premie bedraagt 10% van de helft van de omzet (excl. btw) in de periode van 1 oktober 2019 t.e.m. 31 december 2019 volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes. Zelfstandigen in bijberoep krijgen 5% steun.

De onderneming moet een omzetdaling van minstens 60% in de periode van 20 november 2021 t.e.m. 31 december 2021 en een omzetdaling van minstens 30% in de periode 1 oktober t.e.m. 31 december 2021 aantonen.

De omzetdaling is exclusief btw en dient te worden bewezen op basis van de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes in de periode van 1 oktober t.e.m. 31 december 2021. Als referentieperiode geldt de overeenstemmende periode in 2019.

Wie verplicht moest sluiten kan voor de sluitingsperiode steun aanvragen zonder een omzetdaling aan te tonen. De steun bedraagt hier 10% van de omzet, gerealiseerd in de periode in 2019 die overeenstemt met de verplichte sluitingsperiode in 2021.

Informatie over de voorwaarden en de aanvraagprocedure kan je terugvinden op volgende linken:

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2022)




Wanneer is een laadpaal voor u 200% aftrekbaar?

Als Uw onderneming een laadpaal koopt vóór 31 december 2022, dan kan deze investering voor 200% in aftrek worden genomen. Doet u de investering pas in 2023 of 2024, dan zal de aftrek nog 150% van de investering bedragen.

De nieuwe wet (art. 64quarter WIB 92, BS 03/12/2021) stelt een aantal voorwaarden:

  • een nieuwe en slimme laadpaal waarbij de laadtijd en het laadvermogen wordt doorgegeven aan een centraal beheerssysteem;
  • afschrijven over minstens vijf jaar;
  • publiek toegankelijk: de laadpaal moet voor iedereen toegankelijk zijn tijdens de normale openings- of sluitingstijden van uw onderneming;
  • verplichte registratie: u moet de laadpaal laten registreren bij de FOD Financiën en op deze website. Op die manier weten derden dat ze uw laadpaal kunnen gebruiken.

Indien er toepassing gemaakt wordt van de verhoogde afschrijving zal er geen combinatie mogelijk zijn met de investeringsaftrek van 25% (tot 31/12/2022).

Koopt de onderneming een laadpaal voor “eigen” gebruik, dan zal u geen aanspraak kunnen maken op de verhoogde kostenaftrek van 200% of 150%. Uw investering zal dan in principe voor 100% aftrekbaar zijn aangezien de aftrekbeperking voor autokosten niet geldt, en er kan genoten worden van de investeringsaftrek indien er “uitsluitend” beroepsmatig gebruik kan worden aangetoond.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2022)




Wijziging ficheverplichting voor onkostenvergoedingen vanaf 2022!

Ondernemingen die forfaitaire en werkelijke onkostenvergoedingen van werknemers en bedrijfsleiders toekennen of terugbetalen, mogen deze als aftrekbare beroepskost ingeven, op voorwaarde dat deze op de fiscale fiche 281.10 (werknemers) en/of fiche 281.20 (bedrijfsleiders) worden vermeld.

Een recente wetswijziging verruimt nu de huidige rapporteringsverplichting voor vergoedingen betaald vanaf 1 januari 2022. Zowel voor terugbetalingen aan werknemers (fiche 281.10), als aan bedrijfsleiders (fiche 281.20), zal voor elke kostenvergoeding toegekend vanaf 1 januari 2022, al dan niet forfaitair bepaald, het werkelijke terugbetaalde bedrag vermeld moeten worden.

Afhankelijk van het type onkostenvergoeding geldt een andere sanctie in geval van het niet naleven van de nieuwe rapporteringsverplichting:

  • het niet correct vermelden van forfaitaire onkostenvergoedingen heeft de niet-aftrekbaarheid van de terugbetaling tot gevolg en kan aanleiding geven tot toepassing van de aanslag ‘geheime commissielonen’;
  • kosten die terugbetaald worden op basis van bewijsstukken en niet correct vermeld worden zullen wel aftrekbaar zijn, maar zullen aanleiding geven tot een administratieve sanctie. Het is nog onduidelijk of het gaat om een sanctie per fiche of per overtreding.

De nieuwe fiches 281.10 en 281.20 werden tot op heden nog niet gepubliceerd, dus voorlopig is het nog wachten op de verdere praktische uitwerking.

Hoe dan ook is zeker dat door de nieuwe rapporteringsverplichting de bewijslast verder bij de belastingplichtige wordt gelegd, wat uiteraard weer in het voordeel van de fiscus is.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2022)




VVPR-bis dividenden: wijzigingen vanaf 1 januari 2022!

Wanneer u een dividend door uw vennootschap laat uitkeren, dan dient u daar in principe 30% roerende voorheffing op te betalen. Dankzij het VVPR-bis regime kunnen dividenden die voortkomen uit aandelen op naam van kleine vennootschappen, onder bepaalde voorwaarden, aan een verlaagd tarief (15% of 20%) van roerende voorheffing onderworpen worden.

Om te kunnen genieten van dit gunstregime, moeten de aandelen volgestort en uitgegeven zijn naar aanleiding van een inbreng in geld vanaf 1 juli 2013. Een belangrijke bijkomstige voorwaarde is evenwel dat de aandelen geen enkele voorkeursbehandeling mogen genieten, m.a.w. niet preferent mogen zijn.

Sinds 1 mei 2019 moeten besloten vennootschappen (BV) geen verplicht minimumkapitaal van € 18.550 volstorten. Heel wat BV’s met een nog niet volgestort kapitaal hebben n.a.v. deze wijziging WVV aandeelhouders vrijgesteld van de volstorting. Een wetswijziging van 21 januari 2022 bepaalt nu dat vanaf 1 januari 2022 het VVPR-bis regime niet meer kan toegepast worden na zo’n vrijstelling van volstortingsplicht, tenzij u vóór 1 januari 2023 een geldinbreng doet bij de notaris tot volstorting van het kapitaal. Let wel, die inbreng mag de uitgifte van nieuwe aandelen niet tot doel hebben!

Aandelen met een meervoudig stemrecht zijn vanwege de wet van 21 januari 2022 niet uitgesloten van de VVPR-bis.

Hebt u meerdere vennootschappen en haalt u geld als dividend uit de ene vennootschap om in te brengen in een andere vennootschap, dan kan dit recht geven op VVPR-bis dividenden. Haalt u echter geld uit een vennootschap door een liquidatiereserve uit te keren met slechts 5% roerende voorheffing, dan zal de inbreng hiervan in de andere vennootschap geen recht meer geven op de VVPR-bis.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2022)