In een ver verleden werd er voor de begrotingsmaatregelen een éénmalige sociale bijdrage ingevoerd voor vennootschappen. Deze éénmalige bijdrage bleek al snel een jaarlijkse éénmalige bijdrage te zijn. Een verplichte bijdrage die spijtig genoeg geen rechten opbouwt voor de vennootschap of haar bedrijfsleiders.

Vele bedrijfsleiders zullen vastgesteld hebben dat zij voor 2022 nog geen afrekening ontvangen hebben. Mogen wij hieruit concluderen dat er een verhoging van deze jaarlijkse bijdrage op komst is?

In 2021 bedroeg de jaarlijkse sociale bijdrage 347,50 euro voor de kleine vennootschappen en 868,00 euro voor grote vennootschappen. De grootte van uw vennootschap wordt bepaald aan de hand van het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar.

Noteer dat startende vennootschappen, die voldoen aan de opgelegde voorwaarden, een vrijstelling van deze bijdrage kunnen vragen. Deze vrijstelling geldt ook voor niet actieve vennootschappen en voor vennootschappen die ontbonden zijn, in vereffening werden gesteld of in faling zijn.

Meer info omtrent deze jaarlijkse sociale bijdrage voor vennootschappen vindt u hier.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/10/2022)

Er werd op 3 oktober laatstleden een wetsontwerp houdende diverse fiscale en financiële bepalingen ingediend. Het ziet er naar uit dat een goedkeuring van dit wetsontwerp de fiscus meer armslag en tijd zal geven om haar onderzoeken van de belastingplichtige te organiseren.

Uit dit wetsontwerp kunnen we afleiden dat het de bedoeling is om 4 verschillende onderzoekstermijnen te implementeren:

• Een gewone termijn van 3 jaar.
• Een termijn van 4 jaar bij laattijdige aangifte of in het geval er geen aangifte wordt ingediend.
• Een termijn van 6 jaar voor specifieke gevallen.
• Een termijn van 10 jaar voor complexe aangiftes (juridische constructies, …).

In het geval van fiscale fraude is het de bedoeling om de onderzoekstermijn te verlengen van 7 jaar naar 10 jaar.

Wij kunnen alleen maar hopen dat de “specifieke” gevallen en de “complexe” aangiftes zeer duidelijk gedefinieerd zullen worden in de wet. In het andere geval zijn wij als beroepsbeoefenaar binnen afzienbare tijd aan het discussiëren met de fiscus over de toepassing van deze onderzoekstermijnen.

Indien het wetsontwerp wordt goedgekeurd zal u in ieder geval rekening moeten houden met het gegeven dat u de boeken 10 jaar zal moeten bewaren.

Lees ook dat het wetsontwerp voorziet in dwangsommen dewelke opgelegd kunnen worden aan de belastingplichtige indien deze het onderzoek van de fiscus hindert of belemmert.

Wij kunnen alleen maar concluderen dat de fiscus door de jaren heen steeds meer rechten bekomt en dat de rechten van de belastingplichtige inzake fiscale procedure verder beknot worden. Een zeer spijtige evolutie.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/10/2022)

Om te bepalen of de door de vennootschap betaalde premies IPT-verzekering fiscaal aftrekbaar zijn wordt beroep gedaan op de zogenaamde 80%-regel.

Ten gevolge aanpassingen in het wettelijke pensioen voor zelfstandigen paste de fiscus ook haar berekeningsmethode van deze 80%-regel aan en dit met terugwerkende kracht vanaf 01/01/2021.

De aangepaste berekeningsmethode heeft in ieder geval tot gevolg dat er minder premies kunnen gestort worden in de IPT-verzekering bij een ongewijzigde verloning van de bedrijfsleider.

Mogelijk betaalde uw vennootschap zelfs voor 2021 en 2022 teveel premies in de IPT-verzekering? In dat geval zullen deze premies fiscaal niet aftrekbaar zijn of u moet de betaalde premies op basis van de fiscale tolerantie boekhoudkundig en fiscaal overdragen naar de volgende boekjaren.

Het is in ieder geval noodzakelijk om vóór het jaareinde 2022 contact op te nemen met uw verzekeringsmakelaar om na te gaan of uw polis nog voldoet aan alle voorwaarden van de 80%-regel.

Het zou immers zonde zijn om premies te betalen die niet langer fiscaal aftrekbaar zijn in de wetenschap dat de IPT-verzekering bij uitkering belastbaar is.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/10/2022)

Iedere zelfstandige betaalt voorlopige sociale bijdragen. De definitieve sociale bijdragen 2022 worden berekend op het netto-belastbaar inkomen van 2022.

Wenst U een zware afrekening sociale bijdragen te vermijden in 2023 of 2024, dan is het aangewezen om een correcte inschatting te maken van uw netto-belastbaar inkomen 2022 en de voorlopige sociale bijdragen in overleg met de sociale kas aan te passen.

U heeft er fiscaal gezien alle belang bij om deze verhoging te vragen. De verhoogde sociale bijdragen zijn immers fiscaal aftrekbaar en hebben een positieve impact op het netto-belastbaar inkomen, zijnde de berekeningsbasis voor uw definitieve sociale bijdragen 2022.

Ook in het geval er te veel voorlopige sociale bijdragen betaald worden, kan u hiervoor een correctie vragen. Hier dient wel de nodige voorzichtigheid aan de dag gelegd worden. Blijkt immers dat u later meer sociale bijdragen verschuldigd bent dan de gevraagde verminderde sociale bijdragen, dan zullen op de tekorten vermeerderingen betaald moeten worden van 3% per kwartaal en 7% per jaar. Een zeer spijtig gegeven in de wetenschap dat deze vermeerderingen niet langer fiscaal aftrekbaar zijn.

Meer info vindt u in deze link.

Indien het op dit ogenblik financieel onmogelijk is om sociale bijdragen te betalen bestaat er de mogelijkheid om vrijstelling te vragen. Deze procedure wordt toegelicht op de website van de Sociale Zekerheid Zelfstandige Ondernemers.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/10/2022)