1

Geïndexeerde sociale bijdragen in 2023! – Vermindering sociale bijdragen vragen?

De voorlopige sociale bijdragen 2023 worden berekend op het geïndexeerde inkomen van 2020. Deze aanzienlijke indexering bedraagt 18,31% en ten gevolge hiervan zullen de voorlopige bijdragen 2023 in vele gevallen ongeveer 12% hoger zijn dan de voorlopige bijdragen 2022.

Eerstdaags zullen alle zelfstandigen een afrekening ontvangen voor de voorlopige sociale bijdrage van het eerste kwartaal 2023. Indien uit deze afrekening blijkt dat het inkomen waarop de voorlopige bijdrage wordt berekend aanzienlijk minder is dan uw verwachte inkomen in 2023, dan heeft u de mogelijkheid om een vermindering van deze voorlopige sociale bijdragen aan te vragen via uw sociale kas.

Dit zal zeker mogelijk zijn indien bijvoorbeeld uw maandelijkse verloning als bedrijfsleider ongewijzigd is gebleven sinds 2020 of zelfs zou gedaald zijn in 2023.

Betaalt u toch te veel voorlopige sociale bijdragen, weet dan dat u deze bij de afrekening over het bijdragejaar 2023 zal terugbetaald krijgen. Maar hiervoor zal u wel wat geduld moeten uitoefenen!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/01/2023)




Auteursrechten vanaf 01/01/2023? Rechtsonzekerheid is troef!

Met de programmawet van 26 december 2022 heeft onze overheid ingegrepen in de fiscaliteit van auteursrechten en naburige rechten.

In het oude regime werden alle inkomsten uit auteursrechten onder een bedrag van 37.500 euro (geïndexeerd Aj 2023 = 64.070 euro) beschouwd als roerende inkomsten en zeer voordelig belast.

In het nieuwe regime worden er verschillende aanvullende beperkingen voorzien, wordt er voorzien in een overgangsregel en wordt er rechtsonzekerheid geschapen voor een hele beroepssector. Ondanks het gegeven dat onze Minister van Financiën eind 2022 bevestigde dat geen enkele beroepssector zou worden uitgesloten van de fiscale toepassing auteursrechten, stellen de fiscale specialisten heden dat zij uit de nieuwe wet moeten afleiden dat de regeling niet meer van toepassing is voor de informatici?

Op de koop toe is er, na de hevige discussies binnen de regering eind 2022 omtrent het onderwerp, ook onenigheid binnen de rulingdienst en is er geen unaniem goedgekeurd algemeen standpunt ingenomen? Hierdoor blijft er wel een hele beroepssector in fiscale onzekerheid leven en dit met alle mogelijke gevolgen van dien. Of was het creëren van deze rechtsonzekerheid het opzet?

Enkele juristen bereiden reeds een procedure voor om een vernietiging van de wet te krijgen en de regeringspartij MR wil de kwestie terug op de regeringstafel brengen.

Het wordt dan ook hoog tijd dat onze Minister van Financiën en/of de fiscus in deze een definitief standpunt innemen en voor de noodzakelijke rechtszekerheid gaan zorgen.  In een land met een overheidsbeslag van meer dan 50% en een enorme fiscale druk verdient de belastingbetaler deze politieke moed echt wel!

Wordt vervolgd …..

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/01/2023)




5,70% aftrekbare intresten op uw vorderingen in de vennootschap!

Vanaf 01/01/2023 kan u een fiscaal aftrekbare intrest vragen van 5,70% op uw vorderingen in rekening courant bij de vennootschap. Deze intresten kunnen een interessante aanvulling zijn op uw beroepsinkomsten als bestuurder/bedrijfsleider, daar deze inkomsten slechts onderworpen worden aan een bevrijdende roerende voorheffing van 30%.

In 2022 bedroeg de maximale intrest dewelke gevraagd kon worden 4,07%.

Noteer wel dat u in het geval van een verstrekte lening aan de vennootschap de gemaakte overeenkomsten zal dienen te respecteren. Werd er in het verleden een vaste rentevoet contractueel vastgelegd, dan zijn er wellicht geen bedrijfseconomische elementen aanwezig om deze intresten te verhogen in 2023. Om de aftrekbaarheid van de intresten op deze leningen te toetsen moet er vergeleken worden met de geldende marktrente.

Tevens dient u rekening te houden met een mogelijke herkwalificatie van de intresten in niet aftrekbare dividenden! Dit zal het geval zijn als u een intrest vraagt op uw vordering in rekening courant van meer dan 5,70%, maar ook in het geval als de vordering en/of lening groter is dan het fiscaal gestort kapitaal bij het einde van het boekjaar en de belaste reserves bij het begin van het boekjaar.

Overleg met uw accountant in deze is geen overbodige luxe om te vermijden dat een deel van de  intresten wordt verworpen als aftrekbare kost.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/01/2023)




De fiscus neust meer en meer in onze bankrekeningen!

Reeds geruime tijd worden alle Belgische bankrekeningen, beleggingscontracten en levensverzekeringen verzameld in een register, afgekort genoemd CAP.

Natuurlijke personen, die een buitenlands rekeningnummer hebben en een aangifte in de personenbelasting moeten indienen, zijn bovendien gehouden om dit rekeningnummer op te nemen en te registreren in het betreffende register.

De fiscus kan het register raadplegen bij ernstige vermoedens van fiscale fraude, maar ook de belastingontvanger maakt gebruik van het register om de belastingen te kunnen innen.

Vroeger bevatte het register enkel de rekeningnummers. Sinds januari 2022 moeten de banken en verzekeraars ook de saldi per 30/06 en 31/12 van deze rekeningen, beleggingen en levensverzekeringen melden. Deze verregaande handeling werd door het Grondwettelijk Hof wel beschouwd als een inbreuk op de privacy, een inbreuk die weliswaar volgens het hetzelfde Hof gerechtvaardigd is omwille van het legitieme doel.

Diverse media berichtten in de maand december 2022 over een aanzienlijke stijging van de consultaties in het register door de fiscus.

Wij kunnen alleen maar hopen en mogen verwachten dat dit register enkel wordt gebruikt voor het vooropgestelde legitieme doel en niet zal worden misbruikt door diezelfde fiscus!

In de wetenschap dat de rechten van de belastingplichtige alsmaar verder beknot worden door onze overheid alvast een nieuwe verontrustende evolutie.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/01/2023)




Nieuwe vermelding op de factuur voor werken in onroerende staat vanaf 01/01/2023

Wanneer een aannemer werken in onroerende staat verricht voor een btw-plichtige afnemer die periodieke btw-aangiften indient, dan wordt de btw verplicht verlegd naar de afnemer van deze werken.

Vroeger voldeed de melding “btw-verlegd” op de uitgaande facturen.

Vanaf 01/01/2023 is de volgende vermelding verplicht:
“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/01/2023)