1

Meerwaarden op aandelen belastbaar in de personenbelasting?

De blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming van Minister Van Peteghem voorziet in een meerwaardebelasting van 15% op financiële producten omdat dit eerlijk zou zijn:

We nemen ook meerwaarden op financiële producten mee

We belasten gerealiseerde meerwaarden op aandelen, obligaties en andere financiële producten aan 15%, gezien ze doorgaans over meerdere jaren worden opgebouwd. We voeren de meerwaardebelasting in met respect voor verworven rechten en houden rekening met minderwaarden. We doven bestaande belastingen op vermogen of vermogenstransacties uit, zoals de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen en de taks op de beursverrichtingen.

We ondersteunen actief ondernemerschap

Een onderneming uitbouwen en mensen tewerkstellen vergt initiatief, creativiteit en doorzettingsvermogen. Dat actief ondernemerschap belonen we met een bijzondere, weliswaar beperkte, vrijstelling van de meerwaarden op aandelen als de vennootschap met behoud van haar activiteit wordt overgedragen.”

Weet dat ook vandaag deze meerwaarden in principe belastbaar zijn, of de meerwaarden moeten kaderen binnen het normale beheer van privaat patrimonium. Dit vage begrip geeft in de praktijk wel eens aanleiding tot fiscale betwistingen en is een zuivere feitenkwestie.

Indien de meerwaarden niet kaderen binnen het normale beheer van privaat patrimonium en geen beroepsinkomsten zijn, dan worden deze belast als een divers inkomen (33% + gemeentebelasting) in de personenbelasting.

Verkoopt U als natuurlijke persoon een participatie van 25% of meer van Uw vennootschap aan een rechtspersoon buiten de EU, dan zal de meerwaarde minimaal belast worden aan het afzonderlijke tarief van 16,5% in de personenbelasting, uiteraard ook te verhogen met de gemeentebelasting.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2023)




Geen fiscaal voordeel meer voor kapitaalsaflossingen van leningen aangegaan vanaf 01/01/2024 voor een tweede woning/verblijf!

Nog geen grote fiscale hervorming in zicht maar toch al wetswijzigingen, met negatieve fiscale impact weliswaar.

De kapitaalsaflossingen van de hypothecaire leningen voor een tweede woning/verblijf komen in aanmerking voor een federale belastingvermindering personenbelasting in de rubriek van het “langetermijnsparen”.

De belastingvermindering in het “langetermijnsparen” voor deze kapitaalsaflossingen kan maximum aanleiding geven tot een belastingvoordeel van 705 euro per persoon in de personenbelasting (Aj 2023).

Dit zal niet langer meer het geval zijn voor kapitaalsaflossingen van leningen afgesloten vanaf 01/01/2024. De intresten van de leningen vanaf 01/01/2024 komen nog wel in aanmerking om in mindering te brengen van het belastbare onroerende inkomen, maar de kapitaalsaflossingen van het krediet zullen dus geen belastingvoordelen meer opleveren.

Is er nog vrije ruimte in de rubriek “langetermijnsparen” en overweegt U de aankoop van een tweede woning/verblijf, dan zal het noodzakelijk zijn om de hypothecaire lening af te sluiten vóór 01/01/2024 met het oog op een belastingvermindering!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2023)




Liquidatiereserves uitkeren in 2023 of niet?

Vele KMO-vennootschappen hebben in het verleden liquidatiereserves aangelegd met het oog op een toekomstige dividenduitkering van deze reserves aan het verlaagde tarief van 5% roerende voorheffing.

Om dit verlaagde tarief inzake roerende voorheffing te genieten dient er een sperperiode van 5 jaar gerespecteerd te worden.

Vanaf 01/01/2023 komen dan ook alle aangelegde liquidatiereserves van het boekjaar 31/12/2017 en voorgaande voor uitkering aan het verlaagde tarief in aanmerking. Uiteraard dienen de voorwaarden inzake balans- en liquiditeitstesten te worden nageleefd en zal de vennootschap gehouden worden om een aangifte roerende voorheffing in te dienen.

Overweegt U binnenkort een vereffening/liquidatie van de vennootschap, dan is een dividenduitkering uit deze liquidatiereserves niet de aangewezen piste. Dit in de wetenschap dat liquidatiereserves bij ontbinding van de vennootschap worden toegewezen aan de aandeelhouders zonder aanvullende inhouding van roerende voorheffing.

En wat als er een grote belastinghervorming komt? Gaat dan het verlaagde tarief van 5% en de vrijstelling roerende voorheffing van deze liquidatiereserves op het ogenblik van de ontbinding standhouden? In het verleden is reeds gebleken dat onze overheid in deze materie geen betrouwbare partner is!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2023)




De gevolgen van een laattijdige btw-aangifte worden nog zwaarder!

Vanaf 01/01/2023 wordt het nog belangrijker om een tijdige btw-aangifte in te dienen.

Iedere welingelichte btw-plichtige weet reeds dat de periodieke btw-aangifte moet ingediend en betaald worden tegen de 20e van de maand volgend op de betreffende btw-periode.

De sancties en de gevolgen van een laattijdige btw-aangifte zijn immers niet mals. Eerst en vooral worden laattijdige btw-aangiften bestraft met een fiscaal niet aftrekbare boete van 100 euro per aangifte en per maand vertraging en dit met een maximum van 1.000 euro. Een laattijdige btw-aangifte gaat meestal ook gepaard met een laattijdige betaling en heeft dus ook verwijlintresten tot gevolg. Deze verwijlintresten bedragen voor kalenderjaar 2023 een aanzienlijke 8% op jaarbasis.

Bij een laattijdige btw-aangifte geeft U vanaf heden ook de fiscus meer armslag om te controleren. De verjaringstermijn voor de betreffende aangifte zal in dat geval gebracht worden op 4 jaar in plaats van 3 jaar.

De stipte en tijdige aanlevering van Uw boekhouding aan de accountant kan U ook heel wat centen opleveren!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2023)