1

Blijven DBI-beveks interessant voor de vennootschap?

Als een vennootschap beleggingen doet zijn de dividenden en meerwaarden uit deze beleggingen meestal belastbaar in de vennootschapsbelasting.

Eén uitzondering hierop was een belegging in DBI-beveks  Dividenden en meerwaarden uit deze beleggingen waren niet belastbaar in de vennootschapsbelasting.

Aangezien sommige politiekers van oordeel zijn dat de “sterkste schouders” meer moeten bijdragen valt het te verwachten dat dit mooie liedje mogelijk binnen de kortste keren uitgezongen zal zijn.

Het is immers de bedoeling van de regering om de meerwaarden uit deze DBI-beveks te belasten aan 5% in de vennootschapsbelasting vanaf Aj 2026. Sommige specialisten stellen wel dat op basis van de bestaande teksten de meerwaarden buiten schot zullen blijven. De vraag is dan ook of deze ontwerpteksten nog zullen bijgewerkt worden met het oog op de uiteindelijke doelstelling, zijnde een meerwaardebelasting van 5% in de vennootschapsbelasting?

Bovendien zal uw vennootschap in de toekomst moeten voldoen aan de minimale bezoldigingsvoorwaarde om de ingehouden roerende voorheffing op dividenden uit deze DBI-beveks te verrekenen met de verschuldigde vennootschapsbelasting.

Na goedkeuring van de uiteindelijke wetteksten weten we meer …

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/06/2025)




Vanaf 01/07/2025 sneller liquidatiereserves uitkeren?

Het is wachten op de uiteindelijke publicatie van wetgeving maar het ziet er naar uit dat vanaf 01/07/2025 de beschikbare liquidatiereserves in een vennootschap sneller uitgekeerd kunnen worden. Dit werd alvast beslist in regeringskringen.

Vandaag kunnen bestaande liquidatiereserves in een vennootschap na een sperperiode van 5 jaar worden uitgekeerd aan het verminderde tarief van 5% roerende voorheffing. Dit blijft ongewijzigd.

Vanaf 01/07/2025 zouden deze bestaande liquidatiereserves uitgekeerd kunnen worden na een sperperiode van 3 jaar en dit aan een verminderde roerende voorheffing van 6,5% in plaats van 5%.

Voor de liquidatiereserves dewelke worden aangelegd vanaf Aj 2026 zal enkel nog de wachttermijn gelden van 3 jaar en de verminderde roerende voorheffing van 6,5% bij het respecteren ervan.

Bij de liquidatie van een vennootschap wordt de uitkering van liquidatiereserves niet onderworpen aan roerende voorheffing.

Heeft u dus niet onmiddellijk behoefte aan persoonlijke middelen uit de vennootschap dan is het aangewezen om de uiteindelijke liquidatie van de vennootschap af te wachten. Zo kan u 5% besparen op de aanwezige liquidatiereserves in de vennootschap.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/06/2025)




Vergeet uw aangifte in de personenbelasting niet in te dienen!

Naar jaarlijkse gewoonte zijn Belgische belastingplichtigen gehouden om een aangifte personenbelasting in te dienen (Aj 2025 – inkomstenjaar 2024).

Belastingplichtigen dewelke een niet complexe aangifte indienen via Tax-On-Web zullen dit moeten doen uiterlijk op 15/07/2025.

Burgers die nog een aangifte op papier indienen zullen dit moeten doen uiterlijk op 30/06/2025.

Complexe aangiften of aangiften met specifieke inkomsten moeten uiterlijk worden ingediend op 16/10/2025.

Heeft u van de fiscus een Voorstel van Vereenvoudigde Aangifte (VVA) ontvangen dan kan u dit voorstel rechtzetten via Tax-On-Web tot 15/07/2025. Indien u een correctie op papier dient te vragen moet dit gebeuren ten laatste op 30/06/2025.

In de dagdagelijkse praktijk stellen wij spijtig genoeg vast dat tal van VVA’s fouten bevatten. Bijzondere aandacht is dan ook aangewezen indien u niet teveel belastingen wenst af te dragen aan de schatkist.

Noteer deze verplichting alvast in de agenda want laattijdige aangiften hebben nare gevolgen zoals ondermeer en niet beperkend boetes, belastingverhogingen, een aanslag van ambtswege met een omkering van de bewijslast.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/06/2025)




Een eerstvolgende voorafbetaling organiseren vóór 10/07/2025?

Vennootschappen alsook zelfstandigen kunnen een eerstvolgende voorafbetaling in de vennootschapsbelasting/personenbelasting organiseren vóór 10/07/2025.

Deze voorafbetalingen zijn noodzakelijk om de aanzienlijke fiscaal niet aftrekbare belastingvermeerderingen wegens onvoldoende voorafbetalingen van 6,75% te neutraliseren of te reduceren.

Meer info omtrent deze voorafbetalingen:

Jonge vennootschappen en jonge zelfstandigen zijn niet gehouden tot voorafbetalingen.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/06/2025)




De aangifte vennootschapsbelasting Aj 2025 kan ingediend worden!

Op 30 april 2025 werd Biztax aanslagjaar 2025 geopend. Dit wil zeggen dat de aangifte vennootschapsbelasting Aj 2025 kan worden ingediend.

Vennootschappen, dewelke hun boekjaar afsluiten per 31/12/2024 tot en met 28/02/2025, dienen deze aangifte in te dienen ten laatste op 30 september 2025.

Voor vennootschappen, die afsluiten na 28/02/2025, kunnen wij wat de indieningsdata betreft verwijzen naar de website van Financiën.

Een tijdige indiening van deze aangifte is van uitzonderlijk belang. Overtredingen kunnen immers nare gevolgen hebben, zoals ondermeer:

  • boetes en belastingverhogingen
  • uitsluiting van de recuperatie van fiscale verliezen
  • een taxatie op basis van een forfaitaire minimum belastbare winst
  • een omkering van de bewijslast
  • fiscale controle

Opvolging en actie is dus noodzakelijk om kostelijke fiscale procedures te vermijden.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/05/2025)




Opnieuw een belastingverhoging van 10% bij een eerste overtreding ter goeder trouw!

In onze nieuwsbrief van januari 2025 konden wij het goede nieuws brengen dat onze Minister van Financiën en het Grondwettelijk Hof van oordeel waren dat er geen belastingverhoging van 10% kan opgelegd worden bij vergissingen ter goeder trouw.

In twee recente arresten van het Hof van Beroep te Antwerpen werd er echter door de rechter geoordeeld dat het voor de fiscus wettelijk toegelaten is om een belastingverhoging van 10% op te leggen en de fiscus een mogelijkheid heeft om hiervan af te zien.

Gezien het standpunt van de fiscus om zelden af te zien van deze belastingverhoging kunnen wij als belastingplichtige enkel maar hopen op een snelle uitvoering van het regeringsakkoord. In dit akkoord werd immers voorzien dat er wettelijk zou worden bepaald om geen belastingverhoging van 10% op te leggen bij een eerste overtreding ter goeder trouw.

Beste regering, waar wacht u op?

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/05/2025)




Toch een tolerantie voor een laattijdige betaling van de verschuldigde BTW?

Ten gevolge de invoering van de nieuwe BTW-ketting vanaf 01/01/2025 schreven wij reeds een artikel met betrekking tot de aanzienlijke boetes bij laattijdige betaling van de verschuldigde BTW.

In circulaire 2025/C/6 dd. 27/01/2025 heeft de fiscus voorzien in een tolerantie voor “compliant” BTW-plichtigen. Dit komt er op neer dat betalingen, die uiterlijk worden ontvangen door de fiscus op de 10e dag van de tweede maand volgend op de aangegeven periode, als een tijdige betaling worden beschouwd.

De letterlijke bewoordingen uit de circulaire:

“Een administratieve en proportionele geldboete wordt opgelegd aan belastingplichtigen die de verschuldigde belasting niet op tijd betalen. Deze boete is wettelijk verschuldigd vanaf de eerste dag volgend op de betalingstermijn, zoals hierboven bepaald.  Om tegemoet te komen aan de bezorgdheid dat automatisch en onmiddellijk een geldboete zal worden opgelegd aan een compliant btw-belastingplichtige indien de verschuldigde btw te laat betaald wordt, zal op vraag van de heer minister van Financiën in het geval van laattijdige betaling steeds de boete voor gehele of gedeeltelijke niet-betaling of laattijdige betaling worden opgelegd, rekening houdend met betalingen die uiterlijk op de tiende dag van de tweede maand volgend op de aangegeven periode zijn ontvangen.

Deze tolerantie geldt niet wanneer de rechten van de schatkist in gevaar zijn of wanneer uit feitelijke elementen zou blijken dat de laattijdige betaling niet te wijten is aan omstandigheden onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige.”

Wij kunnen tevreden zijn met deze tolerantie in de wetenschap dat toevallige en onvrijwillige overtredingen niet onmiddellijk “zwaar” financieel gesanctioneerd worden.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/05/2025)




Nieuw rekeningnummer voor de betaling van de verschuldigde BTW vanaf 01/10/2025.

De nieuwe BTW-ketting werd ingevoerd vanaf 01/01/2025 en hierbij werd voorzien in een nieuw rekeningnummer voor de betaling van de verschuldigde BTW.

Vanaf 01/10/2025 zal elke BTW-plichtige gehouden worden om de verschuldigde BTW te betalen op het rekeningnummer BE41 6792 0036 4210.

Betalingen tot en met 30/09/2025 dienen te geschieden op het rekeningnummer van BTW-Ontvangsten Brussel BE22 6792 0030 0047.

Aangezien de BTW-plichtige jarenlang gewend is geweest om deze betaling op het rekeningnummer van de BTW-Ontvangsten Brussel uit te voeren zijn misverstanden en de financiële gevolgen hiervan niet uit te sluiten.

Stip 01/10/2025 dan ook aan in uw agenda en verwijder alvast BTW-Ontvangsten Brussel als begunstigde uit uw bankapplicatie. Zodoende bent u voorbereid en kunnen er geen misverstanden geschieden.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/05/2025)




Een Winwinlening afsluiten?

De Vlaamse overheid stimuleert particulieren om een achtergestelde lening te verstrekken aan kleine en/of middelgrote ondernemingen.

De Winwinlening is dus een alternatief voor de ondernemer om vreemde middelen aan te trekken in functie van een investering of financiering van de eenmanszaak en/of vennootschap.

Een particulier kan tot 75.000 euro lenen aan een Vlaamse KMO en dit gedurende een looptijd van 5 tot 10 jaar. Een Vlaamse KMO kan tot 300.000 euro Winwinleningen aangaan.

Een Winwinlening is achtergesteld en uiteraard niet zonder risico voor de verstrekker van de lening. Het is immers niet gegarandeerd dat de ontlener de betalingsverplichtingen zal kunnen nakomen.

De betalingstermijnen worden in onderling overleg vastgelegd en de intresten voor Winwinleningen afgesloten in 2025 dienen minimaal 2,25% en maximaal 4,5% te bedragen. Bij uitbetaling van de intresten zal de ontlener 30% roerende voorheffing moeten inhouden. Deze ingehouden roerende voorheffing is bevrijdend en wordt door de ontlener doorgestort aan de Belgische Schatkist. Dit impliceert dat de uitlener niet meer zal belast worden op de ontvangen netto-intresten.

De uitlener van de Winwinlening heeft bovendien recht op een jaarlijks belastingkrediet in de personenbelasting van 2,5% op het openstaande kapitaal van de Winwinlening. Blijft de ontlener in gebreke met de betaling van de verschuldigde hoofdsommen, kan de uitlener 30% van het verschuldigde bedrag terugkrijgen via een eenmalig belastingkrediet in de personenbelasting.

De aanvraag van de Winwinlening kan u zonder tussenkomst van uw accountant en/of bankier organiseren via de website van PMV Winwinlening.

Misschien de oplossing voor uw eerstkomende financiering?

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/04/2025)




Uw buitenlandse rekeningen al aangemeld bij het Centraal Aanspreekpunt?

Steeds meer Belgen hebben een buitenlandse rekening. Wij denken bijvoorbeeld aan buitenlandse effectenrekeningen en/of cryptorekeningen. Uiteraard is dit niet verboden maar dit gegeven vergt toch enige aandacht en administratie.

Buiten het gegeven dat de inkomsten uit deze buitenlandse rekeningen dienen te worden aangegeven in de personenbelasting, heeft u tevens de verplichting om deze rekeningen aan te melden bij het Centraal Aanspreekpunt of het CAP.

Indien deze buitenlandse rekeningen niet worden aangegeven in de personenbelasting en er wordt nagelaten om deze buitenlandse rekeningen te melden bij het CAP kan er uiteraard beboet worden.

Dus toch nog snel de buitenlandse rekening correct melden bij het CAP vooraleer je aangifte doet van deze buitenlandse rekening in de aangifte personenbelasting.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/04/2025)