1

Tijdelijke werkloosheid

Door de huidige crisis worden we hier en daar geconfronteerd met vragen over tijdelijke werkloosheid van arbeiders en bedienden. De afgelopen weken is er al heel wat te doen geweest over de mogelijkheid om tijdelijke werkloosheid voor alle bedienden in te voeren naar analogie met de technische werkloosheid voor werklieden. Maar op dit ogenblik zijn er nog geen akkoorden gesloten, temeer omdat de bediendevakbonden zich hiertegen verzetten. Wij vinden het opportuun om u als klant hier wat meer over in te lichten.

De werkloosheidsreglementering maakt een onderscheid tussen volledig werklozen en tijdelijk werklozen.

Een volledig werkloze is een werkloze die niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst of een deeltijdse werknemer voor de uren waarop hij gewoonlijk niet werkt.

Een tijdelijk werkloze is een werkloze die door een arbeidsovereenkomst is verbonden, waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is.

Een werknemer kan tijdelijk werkloos gesteld worden wegens:

  • overmacht
  • collectieve jaarlijkse vakantie
  • technische stoornis
  • slecht weer
  • economische oorzaak
  • staking of lock-out

Voor elk van deze vormen gelden specifieke procedures. Sommige vormen van tijdelijke werkloosheid zijn enkel mogelijk voor arbeiders, andere zijn zowel mogelijk voor arbeiders als voor bedienden. In de meeste gevallen moet er een kennisgeving gedaan worden aan de RVA. Telkens wanneer de werknemer tijdelijk werkloos wordt gesteld, moet hij in het bezit zijn van een formulier C 3.2 dat geldt als controlekaart. Bij tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken en slecht weer moet de werkgever een validatieboek bijhouden, waarin hij de formulieren C 3.2 moet inschrijven.

Heel veel informatie over tijdelijke werkloosheid vindt u trouwens op volgende link:

Website RVA

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Tegemoetkomingen met als doel de bevordering van de tewerkstelling

Er zijn in België heel wat loonkostverlagende maatregelen die als doel hebben de tewerkstelling te bevorderen. Op onderstaande site vindt u een overzicht van de voordelen en premies waarvoor uw onderneming in aanmerking komt.

Deze website heeft een zeer handige zoekformule die u kan gebruiken om subsidies te zoeken die op u van toepassing kunnen zijn. Hoe meer informatie u invult, hoe verfijnder het resultaat zal zijn.

Website “Aan de slag”

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




IBAN en BIC calculator

Wij krijgen regelmatig volgende vraag van onze klanten: Wat is het IBAN-nummer van mijn rekening of wat is de BIC-code van een bank?

IBAN (International Bank Account Number) is de internationale standaardstructuur voor bankrekeningnummers. Het grote voordeel van het gebruik van IBAN is de aanzienlijk verlaagde transactiekost. Het IBAN-nummer van uw rekening staat meestal vermeld op de voorzijde van uw rekeningafschriften.
Dankzij de eenvormige structuur van het IBAN-rekeningnummer voor Belgische rekeningen en voor rekeningen in de Europese Unie (plus Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland) verloopt het betalingsverkeer vlotter, veiliger en efficiënter.

BIC (Bank Identifier Code) is een internationale identificatiecode (ook wel eens swift-code genoemd), die toelaat elke individuele bank te herkennen. De BIC-code bestaat uit 8 tekens. U vindt deze code meestal terug op de achterzijde van uw rekeningafschriften.

U kan deze trouwens zelf gemakkelijk berekenen als u het banknummer kent en dit met volgende calculator.

IBAN en BIC calculator

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 




Buitenlandse werknemers in dienst nemen: bezin eer je begint!

Opmerking: Het hiernavolgende artikel geeft u een overzicht van de mogelijkheden van tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

Op het einde van dit artikel vindt u een 20-tal links, die u de mogelijkheid zal geven meer informatie te verkrijgen.

Volgens onze bronnen zouden meer dan 50% van de buitenlandse bedrijven, die hier op de bouwmarkt aanwezig zijn, de Belgische arbeids- en loonvoorwaarden negeren. Het is niet verwonderlijk dat onze Belgische bouwbedrijven dus een pak oneerlijke concurrentie krijgen voorgeschoteld.
Vele arbeiders uit Oost- en Centraal Europa zijn hier aan de slag als zelfstandigen, gedetacheerd als werknemer van een buitenlands bedrijf, rechtstreeks in dienst genomen of zelfs illegaal. Gelukkig treden de inspectiediensten zeer streng op.

Aan de hand van de vragen die we krijgen, ondervinden we dat heel wat Belgische bouwbedrijven voorstellen krijgen tot samenwerking. Dit gebeurt veelal rechtstreeks of ook via Nederlandse uitzendkantoren. Dit is zeer aanlokkelijk, maar als Belgisch werkgever dien je er rekening mee te houden dat deze werknemers, als zij tewerkgesteld zijn in België, dezelfde arbeids- en loonvoorwaarden als de Belgen moeten hebben. Enkel als zij gedetacheerde werknemers zijn, doet men een voordeel omdat zij buitenlandse sociale lasten moeten betalen, die uiteraard wel goedkoper zijn dan de hoge Belgische sociale lasten.

Vooreerst geven we een overzicht van de mogelijkheden van tewerkstelling van buitenlanders.

Er zijn een drietal mogelijkheden:

  • U neemt deze arbeiders rechtstreeks in dienst.
    De buitenlandse arbeider dient over een arbeidskaart te beschikken. Deze arbeidskaart verkrijgen is niet altijd evident, tenzij voor de knelpuntberoepen. Veel informatie vindt u dan ook in onderstaande links.
  • Een buitenlandse firma detacheert arbeiders naar hier.
    Een firma uit de Europese Economische Unie kan uiteraard hier zijn arbeiders tewerkstellen zonder dat deze over een arbeidskaart dienen te beschikken. Nochtans moeten deze buitenlandse vennootschappen hun arbeiders naar de Belgische wetgeving behandelen. Dit gaat zelfs zover dat zij ook moeten voldoen aan de werktijdregelgeving, baremalonen, sociale documenten, …
    We mogen ook niet vergeten dat men in België geen personeel ter beschikking mag stellen van andere vennootschappen. Dit betekent op zich dat deze buitenlandse firma’s baas moeten blijven over hun werknemers. Je kan als Belgische bedrijfsleider niet bijsturen, gezag hebben, voorwaarden opleggen, … Indien de sociale inspectie kan bewijzen dat u wel de eigenlijke werkgever bent, dan kan u zware sancties verwachten!
    Belangrijk is dat deze buitenlandse arbeiders ook over een formulier E101 beschikken. Dit is onder bepaalde voorwaarden wel gemakkelijk te verkrijgen. Beschikken deze arbeiders niet over dit formulier, dan vallen zij tevens onder de Belgische sociale zekerheidsbijdragen.
  • U maakt gebruik van buitenlandse zelfstandigen.
    Let hier op: schijnzelfstandigheid wordt nog steeds zwaar gecontroleerd in België. Stel u voor dat deze buitenlandse zelfstandigen enkel en alleen voor uw firma werken, dat zij trouwens onder uw gezag werken, dat zij geen materiaal hebben en enkel uw materiaal gebruiken, zij worden gewoon per uur (misschien is dit wel een uitzonderlijk laag loon) betaald, want er is nooit een prijsofferte gemaakt, …
    Anderzijds dienen zij aan een aantal andere voorwaarden te voldoen. Zij moeten in een Belgische gemeente ingeschreven zijn waar zij kunnen verblijven (zij dienen hier uiteraard zelf voor te zorgen), zij moeten kunnen bewijzen dat ze over voldoende bestaansmiddelen beschikken, de ziekteverzekering moet in orde zijn, betalen zij hun sociale bijdragen in hun land correct?
    Voor gereglementeerde beroepen moeten zij ook in België hun bedrijfsbeheer en beroepskennis bewijzen.

Je kan dus uiteraard met buitenlanders uit de Europese Economisch Unie aan de slag, maar wil je in orde zijn, dan zijn volgens mijn mening de financiële voordelen niet zo evident. Enkel het feit dat u toch over eventueel goede arbeidskrachten kan beschikken, kan als positief ervaren worden!

Vergeet ook niet dat vanaf 01/04/2007 er een elektronische meldingsplicht komt. Elke buitenlander, die tijdelijk in België komt werken als werknemer of zelfstandige, zal zich vanaf 01/04/2007 in principe vooraf elektronisch bij de RSZ of het RSVZ moeten melden.
Als Belgische opdrachtgever of eindgebruiker zal je dit zelf moeten controleren en melding moeten doen als de buitenlander in gebreke blijft.
Doet u dit niet, dan ben je zelf strafrechterlijk aansprakelijk!!!

Wij hebben getracht met de bundeling van allerlei informatie u voor te bereiden tot een onderhoud met ons kantoor of met uw loonsecretariaat. U kan deze informatie/artikels terug vinden in de onderstaande links.

(auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 

De site www.werk.be wil een overzicht bieden van de voorwaarden waaraan buitenlandse werknemers dienen te voldoen om in België te kunnen werken.
Je vindt er zeer uitgebreid allerlei informatie over algemene principes, vrijstellingen, arbeidskaarten A, B en C, voorlopige vergunningen, download mogelijkheden van allerlei formulieren, wetgeving, adressen en links en een rubriek “veel gestelde vragen”.

Aanvraag van een beroepskaart door vreemdelingen

Detachering algemeen (Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Toepasselijke rechtsregels in geval van detachering (Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)

Lijst van knelpuntberoepen

Aanpassingen aan de Limosa-aangifte voor werknemers en zelfstandigen vanaf 01/07/2013

 




Berekening opzegtermijn bedienden: aanpassing formule Claeys

Als je een hogere bediende ontslaat, is het belangrijk om eerst te weten hoeveel de opzegvergoeding zal bedragen. Bij ontslag van een bediende met een jaarloon boven 29.729 euro (2010) moet de werkgever immers een opzeggingstermijn naleven die tot stand komt na overleg met de werknemer. Kan er geen akkoord bereikt worden, dan zal een rechter hierover beslissen.

De formule Claeys is reeds jarenlang een zeer gewaardeerde berekeningsformule. Zij is vooral gebaseerd op anciënniteit, leeftijd en jaarloon.
Regelmatig wordt deze formule aangepast.

Nieuw sinds dit jaar is dat de formule vanaf heden een onderscheid maakt voor bedienden met een jaarloon tot 120.000 euro en boven 120.000 euro.

In de volgende link vindt u een calculator.

Calculator Claeys & Engels

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Maaltijdcheques: een CAO of individuele overeenkomst is vereist!!!

Onlangs kregen we enkele meldingen van controles die gebeuren ten overstaan van de maaltijdcheques.

Om maaltijdcheques te kunnen uitreiken, zijn er een aantal voorwaarden die stipt moeten voldaan zijn. Eén van die zeer belangrijke voorwaarden blijkt in de praktijk een probleem. Indien er geen CAO, of als er geen CAO is, geen individuele overeenkomst werd opgemaakt, gaat men over tot herkwalificatie van de maaltijdcheque als loon met als gevolg: bedrijfsvoorheffing, RSZ, boeten, intresten te betalen.

Laat u dus niet verrassen en controleer op voorhand uw dossier op de aanwezigheid van een individuele overeenkomst.

Ter herinnering zetten wij alle voorwaarden nog eens op een rij:

  • men kan het bedrag van de cheque zelf kiezen, maar 7,00 euro/dag is het maximum bedrag (vanaf 01/01/2009);
  • patronale bijdrage: maximum 5,91 euro/dag;
  • werknemersbijdrage: minimum 1,09 euro/dag;
  • op basis van 7,00 euro/dag kan een voltijdse werknemer dus 1.300,00 euro fiscaal vrij ontvangen;
  • vermelding in de CAO of in de individuele overeenkomst als er geen CAO is;
  • één maaltijdcheque per gepresteerde werkdag of afhankelijk van het reëel gepresteerd aantal uren binnen de verschillende werkregimes van het bedrijf;
  • maandelijkse verdeling;
  • voor een maaltijd of de aankoop van voedingsmiddelen (vermeld op de cheque);
  • 3 maanden geldig (vermeld op de cheque);
  • de maaltijdcheques mogen het loon of een ander voordeel niet vervangen;
  • onder bepaalde voorwaarden mogelijkheid tot combinatie met een bedrijfsrestaurant;
  • de maaltijdcheques vormden voor de werkgever een fiscaal niet-aftrekbare kost;
  • vanaf 01/02/2009 wordt 1,00 euro echter wel als aftrekbare kost aangenomen.

Een volledig overzicht van vragen en antwoorden vindt u in onderstaande link.

Website Edenred

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Opzeggingstermijn arbeiders en bedienden wordt geharmoniseerd

De eerste resultaten van de harmonisering van de opzeggingstermijn van arbeiders en bedienden worden stilaan zichtbaar. De Kamer heeft op 7 april 2011 namelijk een wetsontwerp goedgekeurd.

Voor arbeiders wordt de opzeggingstermijn vermenigvuldigd met 1,15 en opgetrokken in functie van de anciënniteit van de werknemer. De verworven anciënniteit als uitzendkracht wordt voortaan mee in de berekening van de anciënniteit opgenomen.

Voor bedienden met een jaarloon van meer dan 30.535 euro wordt de opzeggingstermijn voortaan bij wet vastgelegd.

De opzeggingstermijn kan dus niet meer vrij tussen beide partijen worden overeengekomen.

De maatregelen hebben slechts betrekking op de arbeidscontracten die worden afgesloten na 1 januari 2012.  Alle andere contracten volgen dus nog gewoon de bestaande regeling.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




De nieuwe wetgeving inzake schijnzelfstandigheid

Een werknemer is iemand die werkt onder het gezag van een andere persoon.

Schijnzelfstandigheid ontstaat wanneer twee partijen op zelfstandige basis samenwerken, doch waarvan één partij, de uiteindelijke schijnzelfstandige, in werkelijkheid zijn prestaties uitoefent onder het gezag van de andere partij.


Hoe kan men in het statuut van schijnzelfstandige geraken en waarom neemt men dit risico?

  • soms vraagt de werkgever aan de sollicitant om als “zelfstandige” te werken. De werkgever doet dit omdat de sociale zekerheidsbijdragen, die hij moet betalen voor een werknemer, vrij hoog zijn. Een zelfstandige kost veel minder.
  • soms is het de medewerker zelf die als schijnzelfstandige wil werken. Een werknemer die veel verdient, kost aan zijn werkgever heel veel aan sociale bijdragen. Voor een zelfstandige verhoogt de bijdrage echter niet meer vanaf een bepaald bedrag. Door als zelfstandige de bruto-kostprijs aan zijn werkgever te vragen, kan hij dus besparen op sociale bijdragen en meestal kan de “zelfstandige” zich fiscaal beter organiseren, waardoor hij minder belastingen dient te betalen en dus uiteindelijk netto meer verdient.

Schijnzelfstandigheid kan niet alleen een zeer dure grap zijn voor de werkgever, ook voor de “schijnzelfstandige” zijn er gevolgen.


Risico’s

Voor de werkgever:

Als de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid schijnzelfstandigheid op het spoor komt en de werkgever voor de rechtbank daagt, kan het zijn dat deze dan alle achterstallige bijdragen moet betalen. Hier boven op komen dan nog de bijdrage-opslagen van ongeveer 10% en de nalatigheidsintresten van ongeveer 7%. De RSZ kan vijf jaar teruggaan! Bovendien kan de werknemer de bijdragen, die hij als “schijnzelfstandige” betaald heeft, terugvorderen van de werkgever. Ook hier kan men vijf jaar teruggaan.

Ook op fiscaal vlak zal de werkgever dus verplicht kunnen worden bedrijfsvoorheffing te betalen op de uitgereikte vergoeding in de verlopen periode. Ook hier kunnen boetes en intresten gelden.

Op strafrechterlijk vlak kan de “werkgever” vervolgd worden wegens een sociaalrechtelijk misdrijf (ontduiking van sociale zekerheidsbijdragen) en hierop staan belangrijke geldboetes en zelfs gevangenisstraffen.


Voor de schijnzelfstandige:

Hij geniet minder voordelen dan een werknemer: geen recht op werkloosheidsvergoedingen, geen uitkeringen inzake de arbeidsongevallenverzekering of beroepsziekte, aansprakelijkheid voor eventuele schade, geen bevoorrechte schuldeiser bij een faillissement, … Daarom gebeurt het vaak dat schijnzelfstandigen plots beweren werknemer te zijn als er problemen opduiken.

Is er een herkwalificatie van “schijnzelfstandige” naar werknemer, dan kan de betrokken persoon ook nadien zijn rechten als werknemer laten gelden: stempelen, kinderbijslag, vakantiegeld, verbrekingsvergoedingen, … Opgelet: om deze vorderingen in te stellen, heeft de werknemer maar een korte verjaringstermijn.


Nieuwe wet (programmawet Belgisch Staatsblad 28/12/2006)

De wettekst bevestigt sommige algemene principes die de rechtbanken de voorbije jaren over schijnzelfstandigheid ontwikkelden en legt dus de vier algemene criteria vast, die gebruikt worden bij de beoordeling van de arbeidsrelatie. Het ontwerp voorziet in de mogelijkheid een lijst met specifieke criteria uit te werken die aangepast zijn aan de specifieke realiteit van een sector of een beroep. De keuze voor het statuut van zelstandige blijft vrij, maar is dus afhankelijk van deze vier nieuwe voorwaarden:

  • de vrije wil van partijen, d.w.z. de partijen dienen vrij te zijn in de keuze van hun samenwerkingsvorm
  • de vrijheid om de arbeidstijd te organiseren
    • De zelfstandige komt en gaat wanneer hij wil. Hij moet zich niet houden aan een strikte werktijdregeling, dient geen verlof aan te vragen, dient zijn afwezigheden niet te verantwoorden (ziekte e.d.).
    • De werknemer moet zich aan bepaalde uren houden, moet verlof aanvragen, moet zich verantwoorden bij afwezigheid.
    • Opmerking: de verplichting om tijdens bepaalde uren te werken wegens commerciële of organisatorische redenen en de verplichting om rekenschap van het tijdsgebruik te geven aan de opdrachtgever zijn echter neutrale criteria die de zelfstandigheid niet in de weg kunnen staan.
  • de vrijheid om zelf zijn werk te organiseren
    • De zelfstandige werkt hoe hij wil.
    • De werknemer dient de instructies van zijn werkgever zeer precies op te volgen.
    • Opmerking: algemene richtlijnen inzake de aard van de uitgevoerde activiteit of tot het behalen van vooropgestelde resultaten (bv. het afleveren van tijdstabellen, …), verplichtingen op vlak van organisatie (bv. een minimum aantal uren voorzien, …), of verplichtingen inzake commerciële aard (een bepaald beleid van de opdrachtgever volgen, niet-concurrerend werken) zijn echter neutrale criteria die de zelstandigheid niet in de weg mogen staan.
  • de mogelijkhied om hiërarchische controle uit te oefenen
    • De zelfstandige wordt niet gecontroleerd door de opdrachtgever.
    • De werknemer staat onder hiërarchische controle van de werkgever.
    • Opmerking: regels die worden opgelegd inzake specifieke controle van de samenwerking, maar die niet verwijzen naar de bekende sanctiemogelijkheden van een arbeids- of bediendencontract zijn neutrale criteria die de zelfstandigheid niet in de weg staan.

Als één van deze vier criteria niet in orde is, kan er geen sprake zijn van een zelfstandige overeenkomst.


Sociale ruling aanvragen is voorzien in de wet:

Voordat een werkgever met een zelfstandige in zee gaat, kunnen de twee partijen hun arbeidsrelatie voorleggen aan de nieuw op te richten “Commissie ter regeling van de arbeidsrelaties”. Op basis van bovengenoemde criteria en gedragingen zal deze commissie beslissen of er effectief sprake is van een zelfstandige activiteit. De uitspraak is bindend voor de RSZ en de RSVZ.

Maar er is meer. De uitspraak kan ook worden aangevraagd door één van beide partijen, in de loop van het contract of bij het einde daarvan. Als zich dus een geschil voordoet tussen de opdrachtgever en de zelfstandige, kan deze laatste zelf naar de commissie stappen om zijn arbeidsrelatie te laten beoordelen en bijvoorbeeld stellen dat hij eigenlijk altijd “werknemer” was en in een verkeerd statuut diende te werken.

Tegen een beslissing van de ruling kan echter steeds beroep aangetekend worden bij de rechter.


Rechtspraak

De rechtspraak maakte tot nu toe veel gebruik van de zogenaamde Unizo-formule om te oordelen of iemand al dan niet schijnzelfstandige is.

In deze formule zijn er twaalf criteria. Elk criterium krijgt een aantal punten in functie van de belangrijkheid ervan voor het bepalen van de effectieve zelfstandigheid van de betrokkene.

De formule is als volgt:

  • substantiële deelname in de winst, dwz. winst of verlies
    behoort tot de mogelijkheden:                                                 13 punten
  • belangrijke beroepsinvesteringen:                                           13 punten
  • verantwoordelijkheid en beslissingsmacht om met
    bedrijfsmiddelen de onderneming rendabel te houden:     13 punten
  • variabel inkomen zonder minimum inkomensgarantie:        9 punten
  • mogelijkheid om voor meerdere opdrachtgevers of
    klanten te werken:                                                                        9 punten
  • zich manifesteren als onderneming ten overstaan
    van derden:                                                                                    9 punten
  • beschikking over eigen bedrijfsruimte en -uitrusting:            4 punten
  • niet onderworpen aan interne controle- of
    sanctiemogelijkheid:                                                                    4 punten
  • aankoopvrijheid of vrije prijsbepaling:                                      4 punten
  • zelf arbeidstijd organiseren:                                                       9 punten
  • reële mogelijkheid om zelf geselecteerd personeel
    ten laste te hebben:                                                                     9 punten
  • zich contractueel als zelfstandige verbinden:                          4 punten

TOTAAL                                                                                …/100 punten

Indien de score:

  • lager dan 40: de betrokken persoon kan niet worden aanzien als zelfstandige.
  • boven de 60 punten: de betrokken persoon wordt geacht een zelfstandige te zijn
  • tussen de 40 en de 60 punten: dit is een twijfelgeval, hier bestaat het risico dat de betrokkene als schijnzelfstandige kan worden beschouwd.


Hoe kan men schijnzelfstandigheid in de beginne ontdekken?

De procedure ziet er als volgt uit: wanneer uit de aansluitingsverklaring van de zelfstandige blijkt dat de aangegeven beroepsbezigheid voordien uitgeoefend werd onder voorwaarden die aanleiding gaven tot onderwerping aan de sociale zekerheid van de werknemers, stuurt het Rijksinstituut een afschrift van de aansluitingsverklaring naar de RSZ.

Betwist de RSZ de aansluiting, dan moet zij dit aan het Rijksinstituut meedelen voor het einde van de tweede maand volgend op de datum van deze overzending.

Daarna volgt overleg tussen de beide overheidsdiensten. Wanneer de aansluiting ongegrond blijkt, wordt zij door het RSVZ vernietigd. Het Rijksinstituut stuurt die beslissing bij aangetekend schrijven naar de betrokkene. Het sociale verzekeringsfonds wordt eveneens op de hoogte gebracht.


Hoe kan schijnzelfstandigheid later ontdekt worden?

  • uiteraard door de Sociale Inspectiediensten zelf die zich nu beter kunnen gaan steunen op de nieuwe wet die voor die specifieke taak sterk gemotiveerd het terrein opgestuurd worden,
  • veelal door een discussie tussen “schijnzelfstandige” en werkgever.


Visie:

Om te toetsen of er een ondergeschikt verband voorhanden is, worden in de praktijk meerdere criteria gebruikt. Enkele voorbeelden:

  • Mag de zelfstandige ook voor andere opdrachtgevers werken?
  • Mag hij zijn werk in volle vrijheid regelen? Moet hij bijvoorbeeld op bepaalde dagen en uren komen werken, moet hij verlof aanvragen, moet hij uurregistraties maken op de tikklok van het bedrijf, …
  • Betaalt hij zelf zijn eigen bedrijfskosten of is het zijn “werkgever” die hem bijvoorbeeld een kilometervergoeding betaalt, hem een GSM van de zaak ter beschikking stelt, rijdt hij met een auto van de werkgever, …
  • Kan de zelfstandige zich voor de uitvoering van de opdracht laten vervangen door eigen personeel?

Belangrijk is ook dat de zelfstandige zich ook als een zelfstandige gedraagt:

  • Hij mag geen garantie hebben op een vaste vergoeding of loon, is er een minimuminkomen voorzien?
  • Hij moet kunnen aantonen dat hij een onderneming runt met producten of diensten. Hij moet zich ook zo aan de buitenwereld presenteren, visitekaartjes, eigen kledij, eigen briefwisseling, dus heeft hij meestal ook andere klanten, …
  • Hij moet werken met materiaal dat van hem is. Heeft de zelstandige eigen investeringen gedaan?
  • Hij moet in zijn eigen burelen kunnen werken, waarvan hij dus eigenaar is of huurder.
  • Draagt de zelfstandige wel degelijk een bedrijfsrisico?
  • Is er niet een samenwerkingscontract opgemaakt dat erg lijkt op een arbeidsovereenkomst: proefperiode, termijnen van opzeg van een contract, specifieke bepalingen van arbeiders of bedienden gekoppeld aan wetgeving ter zake?
  • Werkt men met de administratieve ondersteuning van de werkgever?
  • Is er voldoende kapitaalsvorming zodat de zelfstandige zelf zijn beslissingen kan nemen?

Bezint eer ge begint !!!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Bouwen en wonen

Op de website “Bouwen en wonen” geeft de Vlaamse overheid heel wat informatie over huren-verhuren, kopen-verkopen, verbouwen, verhuizen, monumenten, sociale huisvesting, sociale lening, …..

Het is vast een website die je zeker moet raadplegen als je informatie zoekt over deze materie.

Website Bouwen en wonen

 

Een andere website die uw drang om informatie kan bevredigen is vitrine.be

Website Vitrine

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Informatieve website over “ontslag”

Op onderstaande website vind je heel veel informatie over het onderwerp “ontslag”. Je vindt er de antwoorden op de verschillende stappen, de ontslagbrief, de opzeggingstermijnen van arbeiders en bedienden, berekeningsprogramma’s, de beëindigingsvormen, de ontslagvergoeding,…

Website Vacature

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)