1

Wijziging wetgeving woon-werkverkeer

Wanneer iemand zich verplaatst met een bedrijfswagen van zijn woonplaats naar zijn werk, dan ligt de fiscus op de loer. De fiscus ziet dit immers als een privé-verplaatsing, waarop de betrokkene een belastbaar voordeel dient te betalen. Meer informatie hierover vindt u op onze website.

Nieuw is echter dat vanaf juli 2007 niet alleen de belangrijkste plaats van de beroepsactiviteit als de vaste werkplaats wordt aanzien.

Indien een werknemer zich voortaan gedurende minstens 40 dagen van thuis uit naar een andere werkplaats begeeft dan zijn normale plaats van tewerkstelling, dan wordt dit tevens als privé-verplaatsing beschouwd, waarop dus een voordeel van alle aard van toepassing is.

Pikant detail: deze 40 dagen dienen elkaar niet noodzakelijk op te volgen.

Begin maar al te rekenen ….. en bij twijfel neem je best contact op met je loonsecretariaat.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 




Rookverbod of niet?

Vanaf 01/01/2007 mag in restaurants niet meer worden gerookt. Dit algemene rookverbod kan omzeild worden door het inrichten van een aparte rookkamer.

Definitie rookkamer:

  • de rookkamer moet duidelijk aangeduid en afgebakend zijn,
  • de niet-rokers mogen geen hinder ondervinden van de rook,
  • de oppervlakte van de rookkamer mag niet groter zijn dan 1/4 van de totale oppervlakte,
  • in de rookkamer mogen enkel dranken aangeboden worden.
  • in de rookkamer moet een rookafzuigsysteem of luchtverversingssysteem aanwezig zijn,
  • het ventilatiesysteem is in werking als de rookkamer toegankelijk is voor de klanten,
  • de capaciteit van het ventilatiesysteem staat goed leesbaar vermeld op het apparaat zelf of op de technische fiche die beschikbaar is ter plaatse,
  • de capaciteit van het ventilatiesysteem is minstens 15 m³ per uur en per m² van de rookkamer,
  • het ventilatiesysteem wordt regelmatig gereinigd en onderhouden zodat het steeds op maximale capaciteit kan werken,
  • de rookkamer is volledig afgesloten door muren, een plafond en een deur van de verbruiksruimte,
  • de rookkamer is geen doorgang die ook door niet-rokers gebruikt moet worden (om bv. de toiletten, tuin, de speelruimte, … te bereiken).

De nieuwe rookwet is vrij ingewikkeld. Er gelden namelijk andere regels voor restaurants en cafés.

Restaurants:

  • volledig rookverbod, tenzij in een ingerichte rookkamer,
  • er moeten voldoende rookverbodstekens aangebracht worden, ook aan de ingang,
  • elk element dat kan aanzetten tot roken of dat laat geloven dat roken is toegestaan (bv. asbak), is verboden.

Drankgelegenheden:

  • Drankgelegenheid, gelegen in een andere gesloten ruimte die voor het publiek toegankelijk is (bv. in winkelcentrum):
    • niet volledig afgesloten: volledig rookverbod
    • volledig afgesloten:
      • enkel roken in de verbruiksruimte,
      • indien de verbruiksruimte groter is dan 50 m², dan moet een niet-rokerszone ingericht worden die minstens de helft van de totale oppervlakte bedraagt,
      • de verbruiksruimte mag ook volledig rookvrij gemaakt worden en er mag dan een rookkamer ingericht worden,
      • er moeten voldoende rookverbodstekens aangebracht worden, ook aan de ingang,
      • elk element dat kan aanzetten tot roken of dat laat geloven dat roken is toegestaan, is verboden.
  • Drankgelegenheid, niet gelegen in een sportinfrastructuur
    • enkel roken in de verbruiksruimte,
    • indien de verbruiksruimte groter is dan 50 m², dan moet een niet-rokerszone ingericht worden die minstens de helft van de totale oppervlakte bedraagt,
    • de verbruiksruimte mag volledig rookvrij gemaakt worden en er mag dan een rookkamer ingericht worden,
    • er moeten voldoende rookverbodstekens aangebracht worden, ook aan de ingang,
    • elk element dat kan aanzetten tot roken of dat laat geloven dat roken is toegestaan, is verboden.
  • Drankgelegenheid, gelegen in een sportinfrastructuur (bv. kantine voetbalveld)
    • volledig rookverbod, ook al is de verbruiksruimte kleiner dan 50 m²,
    • een aparte rookkamer is toegestaan,
    • er moeten voldoende rookverbodstekens aangebracht worden, ook aan de ingang,
    • elk element dat kan aanzetten tot roken of dat laat geloven dat roken is toegestaan, is verboden.

Frituren:

  • met maximum 16 staan- of zitplaatsen: zie regeling drankgelegenheid, niet gelegen in een sportinfrastructuur.
  • meer dan 16 staan- of zitplaatsen: zie regeling restaurants.

Vanaf 01/01/2010 mag er niet meer gerookt worden in cafés waar (bereid) eten wordt geserveerd. Het voorstel voor een volledig rookverbod is voorlopig uitgesteld. Bedoeling is dat er tegen uiterlijk 01/07/2014 een totaal rookverbod komt in de horeca.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Cash geld melden aan fiscus

Wie meer dan 10.000,00 euro aan cash geld Europa binnenbrengt of uitvoert, zal deze som vanaf 15/06/2007 moeten aangeven.

Indien er transfers van cash geld gebeuren binnen de Europese Unie, dan geldt de aangifteverplichting slechts in geval men gecontroleerd wordt.

Doel:

  • strijd tegen het terrorisme opdrijven,
  • bestrijding witwassen van geld.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 




De tolerantie voor premies van retroactieve levensverzekeringen wordt afgeschaft

Een nieuwe circulaire (nr. CI.RH.331/592.750 (AOIF 16/2009), 10 maart 2009 ) bepaalt dat vanaf 1 januari 2010 premies van retroactieve levensverzekeringen niet langer in aanmerking komen voor het langetermijnsparen.

Tot op heden was deze retroactieve tolerantie vrij handig voor ons om het resultaat bij hoge winsten te optimaliseren. Vele van onze klanten konden op deze manier beduidend minder belastingen betalen.

De betaalde premies van levensverzekering/groepsverzekeringen zijn immers fiscaal aftrekbaar.

Voortaan zal dus nog voor het einde van het boekjaar deze optimalisatie moeten besproken worden.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Aftrek kinderopvangkosten

In een administratieve circulaire (Circ. RH 26/575.199, AOIF 31/2006 van 20/07/2006) worden meer verduidelijkingen gegeven in verband met de aftrek van kinderopvangkosten die van toepassing zijn vanaf AJ. 2006, dwz. vanaf 1 januari 2005 (er gebeurden hierbij belangrijke uitbreidingen).
Het betreft het fiscaal aftrekbaar bedrag van 11,20 euro per dag.
Hierna volgt een beknopte samenvatting.

  • Vanaf 2005 werd de leeftijdsvoorwaarde opgetrokken van 3 naar 12 jaar. Op datum van de opvang moet het kind dus jonger zijn dan 12 jaar.
  • De leeftijdsvoorwaarde voor de toeslag op de belastingvrije som blijft behouden op 3 jaar.
  • De opvangvoorzieningen werden uitgebreid:
    • onthaalmoeder of kinderdagverblijf erkend door Kind en Gezin
    • instellingen of opvangdiensten onder toezicht van Kind en Gezin OF door lokale openbare besturen of de besturen van de Gewesten en Gemeenschappen, zoals Chiro, Scouts, sportkamp Bloso
    • kleuter of lagere school of instelling verbonden met deze school
  • De wettelijke definitie van kinderoppaskosten= het vergoeden van een kinderoppas buiten de normale lesuren tijdens dewelke het kind onderwijs volgt.
  • Sneeuwklassen, schoolexcursies e.a.: deze zijn niet aftrekbaar, omdat deze tijdens de normale lesuren plaatsvinden en omdat deze deel uitmaken van het studieaanbod en door de school georganiseerd worden.
  • De kosten voor opvang buiten de normale schooluren, ingericht door een school of erkend door een openbaar bestuur zijn wel aftrekbaar.  Het gaat hier over voor- en naschoolse opvang, internaatkosten, vakantiekampen, speelpleinwerking.
  • Enkel de eigenlijke opvangkost is aftrekbaar. Lidgelden, maaltijdkosten, uniformkosten, … zijn echter niet aftrekbaar.
  • Indien de opvangkosten forfaitair worden aangerekend, dan komt het volledige forfait voor aftrek in aanmerking, welke beperkt is tot 11,20 euro per dag per kind.
  • Het kind waarvoor de kosten worden afgetrokken moet fiscaal ten laste zijn van de belastingplichtige.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Gedeeltelijke terugvordering accijnsverhoging professionele diesel

Het cliquetsysteem, zijnde de gedeeltelijke terugvordering van accijnsverhogingen op professionele diesel, werd opnieuw ingevoerd. Vanaf januari 2009 kan u opnieuw teruggave vragen van accijnzen op professionele diesel. Hiervoor dient u voorafgaandelijk een vergunning aan te vragen, voor zover u dit nog niet zou gedaan hebben in het verleden.

Tekst, uitleg en aanvraagformulieren kan u vinden op FinForm, de elektronische documentendatabank van de fiscus:

Website MyMinfin

Via deze website kan u via uw elektronische identiteitskaart of uw token het vak “u hebt toegang tot” aanduiden en daar het scherm invullen als volgt:

Administratie: Douane en Accijnzen en Thema: Accijnzen

 

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Verlaging BTW-tarief in de horeca vanaf 01/01/2010

Vanaf 01/01/2010 gelden er 3 tarieven in de horeca:

  • 6% voor meeneemmaaltijden
  • 12% voor maaltijden die ter plaatse worden verbruikt
  • 21% voor dranken


Wie kan van de verlaging genieten?

  • traditionele restaurants en dergelijke, brasseries, …
  • fastfood- en zelfbedieningsrestaurants,
  • restauratie in schouwburgen (theaters, clubs, …), musea, handelscentra, … , die over een ruimte beschikken die speciaal is ingericht voor verbruik ter plaatse,
  • bedrijfskantines en -messes,
  • maaltijden verstrekt in vol- of halfpension in hotels, gastenkamers,
  • cafetaria’s, bars, cafés, tearooms, …


Wat valt niet onder het 12%-tarief?

  • de levering van bereide maaltijden en van dranken dient belast te worden tegen het BTW-tarief dat geldt voor de geleverde goederen (6% of 21%),
  • drank bij maaltijden voor verbruik ter plaatse (alcoholische en niet-alcoholische dranken),
  • de terbeschikkingstelling van een gemeubileerde kamer met ontbijt.


Geregistreerd kassasysteem

Eén van de voorwaarden, die op 01/01/2010 in werking treedt, is de verplichting voor exploitanten van inrichtingen waar regelmatig maaltijden ter plaatse worden verbruikt (minstens 10% van de omzet) om een geregistreerd kassasysteem aan te schaffen of om met de leverancier af te spreken om het reeds aanwezige systeem aan te passen.

De verplichting geldt vanaf 01/01/2010 voor starters en overnemers. Voor reeds gevestigde uitbaters is er een overgangsperiode voorzien tot 31/12/2012.

Het kassaticket van het geregistreerde systeem vervangt het BTW-bonnetje. Op het kassaticket moet een opsplitsing gemaakt worden tussen de verschillende BTW-tarieven.

Voor zelfstandigen in de overgangsregeling blijft de regeling van het BTW-bonnetje van toepassing tot de ingebruikname van een geregistreerd kassasysteem.


Minimale technische eisen voor het geregistreerd kassasysteem

  • onveranderlijkheid van de ingebrachte gegevens, vanaf het moment van invoer in het kassasysteem tot op het einde van de wettelijke bewaartermijnen (= 7 jaar),
  • bewaring van alle ingebrachte gegevens, gelijktijdig met de aanmaak van een kassaticket, in een elektronisch journaal of journaalbestand; dit bevat tevens elke wijziging van de software of programmaparameters en elk gebruik van specifieke functionaliteiten,
  • de mogelijkheid tot verificatie door de bevoegde controleambtenaren,
  • een minimum verplichte inhoud van het kassaticket,
  • een verplichte aanmaak van een dagelijks financieel Z-rapport en een dagelijks gebruiker Z-rapport die de verkopen en het gebruik van de andere functionaliteiten van de kassa tijdens de openingsperiode samenvatten,
  • een verplichte registratie van alle fictieve dienstprestaties uitgevoerd in het kader van een vorming,
  • uitgerust met een module, die op onherroepelijke en veilige manier, relevante data van de kassatickets opslaat, verwerkt tot een algoritme en eventueel andere controlegegevens die worden afgedrukt op het kassaticket en die toegankelijk zijn voor de controleambtenaren.


Verplichte vermeldingen kassaticket van het geregistreerd kassasysteem

  • volledige benaming “BTW-kassaticket”,
  • datum en uur van uitreiking van het kassaticket,
  • volgnummer, genomen uit een ononderbroken reeks,
  • identificatie van de dienstverlenende belastingplichtige door vermelding van naam of maatschappelijke benaming, adres en BTW-identificatienummer,
  • identificatie van de gebruiker,
  • gebruikelijke benaming van iedere verrichte handeling met hoeveelheid en bedrag,
  • bedrag van de verschuldigde belasting en gegevens aan de hand waarvan het bedrag kan worden berekend,
  • identificatie van de kassa/terminal,
  • korting en teruggegeven bedragen,
  • algoritme berekend op basis van de vermeldingen opgenomen in de voorgaande punten.

 

Link Koninklijk Besluit dd. 30/12/2009

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Aandelenopties met garantie voor zelfstandige bedrijfsleiders

Als zelfstandig bedrijfsleider tracht u de wijze waarop uw bedrijf u bezoldigt te optimaliseren.  Aandelenopties met garantie kunnen hiervoor een interessante oplossing zijn.


Wat is een aandelenoptie?

Een aandelenoptie is het recht om tijdens een bepaalde periode, tegen een vastgelegde prijs (de uitoefenprijs) een aandeel te kopen. Dat recht wordt call-optie genoemd.


Wat is een aandelenoptie met garantie? (*)

Een aandelenoptie met garantie gaat een stap verder: in een clausule garandeert de uitgever aan de houder van de optie een zogenoemd ‘zeker voordeel’.

Dat voordeel hangt af van de intrinsieke waarde van de aandelenoptie bij uitoefening of op eindvervaldag. De intrinsieke waarde is het positieve verschil tussen de koers van het aandeel en de uitoefenprijs van de optie. Het zeker voordeel kan nooit groter zijn dan een vooraf bepaald bedrag.

  • Het aandeel waarop de optie betrekking heeft, is een kapitalisatieaandeel van een beleggingsvennootschap die een brede beursindex volgt (*).
  • De aandelenoptie wordt uitgegeven in de vorm van een effect door een bank. Dit effect is slechts na één jaar verhandelbaar en uitoefenbaar.
  • De optie heeft een looptijd van 15 jaar. De uitoefenprijs is gelijk aan de slotkoers van het onderliggende aandeel, op de dag vóór de uitgiftedatum.


Fiscaliteit en wettelijk kader

Volgens de wet van 26/3/99 zijn voordelen in natura uit aandelenopties een beroepsinkomen. Dit inkomen is belastbaar op het moment van toekenning van de aandelenoptie. Omdat de aandelenoptie zelf niet verhandeld en genoteerd wordt op een beurs, wordt het belastbare voordeel – in het geval van een optie met garantie – forfaitair bepaald op 28% van de uitoefenprijs van de aandelenoptie (**).


Hoe het marktrisico van de aandelenoptie beperken?

De aandelenoptie is pas verhandel- of uitoefenbaar na 1 jaar. In die periode zal de waarde van de optie veranderen. Om u te beschermen tegen grote prijsdalingen kunt u, met eigen middelen, een ‘put-optie’ aankopen bij de bank. Vanaf een bepaalde daling van de beurskoersen zorgt deze put-optie voor compensatie.

 

Het resultaat voor u als zelfstandig bedrijfsleider

Voordelen van aandelenopties met garantie:

  • U krijgt een netto-inkomen dat minstens gelijk is aan het netto-inkomen uit een cashbezoldiging met dezelfde kostprijs (het referentie-inkomen is het inkomen van een bedrijfsleider die niet langer RSVZ-bijdragen betaalt).
  • De eventuele meerwaarde uit de aandelenopties (zowel bij optie met garantie als put-optie met looptijd van 1 jaar) zijn belastingvrij.


Voorbeeld uit de praktijk (*)

Uw vennootschap spendeert € 100 om u te vergoeden als aandeelhouder of als bedrijfsleider. We rekenen vier verschillende scenario’s uit en kijken wat die netto opleveren. Een dividend, een cashbezoldiging (onder en boven het RSVZ-plafond) en de bezoldiging via aandelenopties (combinatie call 15 Y – put 1 Y).

Statische vergelijking op het moment van uitgifte:

 

Tabel aandelenopties

Deze cijfers zijn indicatief. Ze vertrekken van de op het ogenblik van de berekening geobserveerde marktparameters voor de waardering van de ontvangen call-opties en gekochte put-opties.

De bovenstaande tabel is een momentopname. Het geeft de situatie weer op het ogenblik dat u als bedrijfsleider de optie ontvangt. Omdat de waarde van de aandelenoptie tijdens de looptijd van 1 jaar kan wijzigen, vindt u hieronder een voorbeeld met een dynamische vergelijking: een vergelijking van het netto-inkomen in functie van de wijziging in prijs van de aandelenopties in portefeuille.

 

Dynamische vergelijking oties

 

Horizontaal: theoretische wijziging van de waarde van de call-optie en de put-optie.
Verticaal: uitgekeerd bedrag na 1 jaar vertrekkende van een bruto-budget van 100 euro


Hoe gaat u van start?

Deze aandelenopties met ingebouwde garantie zijn speciaal ontwikkeld in samenwerking met 2 bancaire partners. (***) U kan kiezen tussen de CB Optibonus (CommerzBank als uitgever via Weghsteen als makelaar) of de BIL Optiwarrant (Banque Internationale à Luxembourg). Wat moet er praktisch gebeuren?

1) De vennootschap en u als bedrijfsleider openen een rekening bij Weghsteen of BIL.
2) De vennootschap volstort de inschrijvingsprijs en kosten voor de call-opties met garantie en geeft opdracht tot overschrijving naar uw persoonlijk effectendossier op een welbepaalde datum.
3) U volstort de inschrijvingsprijs en de kosten voor de put-opties.
4) De vennootschap doet een schriftelijk aanbod dat u schriftelijk aanvaardt binnen de 60 dagen.
5) De vennootschap rapporteert belastbaar voordeel en stort de bedrijfsvoorheffing door.
6) U verkoopt de opties (ten vroegste na 1 jaar).

Bron: SD Worx




Schuldvergelijking: het nieuwe wapen van de Administratie

Met ingang van 1 januari 2005 kan men een terugbetaling binnen de directe belastingen aanwenden om een openstaande schuld binnen de BTW te voldoen (en omgekeerd). De compensatie is enkel mogelijk met betrekking tot niet-betwiste belastingschulden. Voor wat betreft de betwiste belastingschulden kan de compensatie enkel gelden als bewarend beslag.
De uitgebreide vorm van compensatie mag ook toegepast worden in geval van beslag, overdracht, samenloop of een solvabiliteitsprocedure.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist 301 85 790)




Procedure maandelijkse BTW-teruggave uitgebreid!!!

De crisis heeft ook zijn goede kanten.

Er werd door de ministerraad een besluit genomen om de BTW-teruggaveprocedure te versoepelen en sneller te laten verlopen.


Bestaande regeling BTW-teruggave:

  • teruggave kan enkel gevraagd worden op de laatste maand van het kalenderkwartaal (dus maand maart, juni, september en december),
  • de BTW-aangifte wordt dan de 20ste van de volgende opgemaakt en het duurt dan nog een vijftal weken vooraleer de BTW (na een eventuele controle) wordt terugbetaald,
  • maandelijkse terugbetaling vragen kon al voor de belastingplichtigen waarvan:
    – de omzet van het afgelopen kalenderjaar voor minimum 30% bestond uit verkopen export of uit intracommunautaire leveringen,
    – het BTW-tegoed van het vorige kalenderjaar minstens 12.390,00 euro bedroeg.


Nieuwe regeling maandelijkse BTW-teruggave:

  • deze regeling is bedoeld voor belastingplichtigen die maandelijkse BTW-aangiften indienen en die door de aard van hun activiteiten een structureel BTW-tegoed hebben,
  • minstens 30% van de omzet van het voorafgaande kalenderjaar moet bestaan uit specifiek in het KB vermelde handelingen,
  • het BTW-tegoed van het vorige kalenderjaar wordt verlaagd tot 12.000,00 euro,
  • er is geen beperking van tijd voorzien voor deze maatregel.


Op wie is deze maatregel meer specifiek van toepassing?

  • voor diegenen die kunnen genieten van het verlaagd BTW-tarief van 6% in de bouwsector,
  • voor diegenen die het stelsel van BTW medecontractant kunnen toepassen (bouwsector, levering van beleggingsgoud),
  • voor leveringen door belastingplichtigen die bepaalde leveringen van goederen en diensten verrichten die in het buitenland plaatsvinden en waarvoor ze geen BTW in België moeten betalen
    – de diensten die worden geacht plaats te vinden waar de buitenlandse afnemer van de dienst is gevestigd,
    – levering van goederen met installatie in het buitenland.


Hoe is de maandelijkse BTW-teruggave te bekomen?

  • er dienen maandelijkse BTW-aangiften plaats te vinden: bent u kwartaalaangever, dan dient een aanvraag te gebeuren om maandaangever te worden,
  • er dient een schriftelijke aanvraag te gebeuren tot toepassing van de maandelijkse BTW-teruggave bij het BTW-controlekantoor, waaronder de belastingplichtige valt,
  • de aanvraag moet die elementen bevatten die aantonen dat de belastingplichtige aan de voorwaarden voldoet om maandelijkse BTW-teruggaaf te verkrijgen.


Toekomst

Zoals elke nieuwe regeling in België zal ook deze maatregel onderhevig worden aan bijkomende voorwaarden, beperkingen, uitbreidingen. Wordt vervolgd …..


Onze klanten

Onze klanten werden reeds automatisch aangeschreven indien zij in aanmerking komen om van deze maandelijse BTW-teruggave te genieten.  Aan hen de keuze …..

 

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)