1

Een bijkomende hervorming van de erfbelasting: de beleidsnota van minister Matthias Diependaele gaat verder

In navolging van het regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024 (waarin de belangrijke beleidsbeslissingen werden vastgelegd), hebben de verschillende ministers een beleidsnota opgemaakt. In een beleidsnota legt elke minister uit hoe deze zijn aandeel van het regeerakkoord zal uitvoeren.

De Vlaamse Regering beoogt de materie van de erfbelasting verder te hervormen en zal inpikken op de recente hervorming in de erfbelasting ingevolge het decreet van 6 juli 2018 dat in werking is getreden op 1 september 2018. Aan de hand van deze newsflash gaan wij nader in op de materie van de erfbelasting zoals besproken in de beleidsnota van minister Matthias Diependaele (beleidsnota 140 dd 8 november 2019)

Concreet werden hierin volgende topics inzake de erfbelasting behandeld:

  1. De Vlaamse Regering wenst tegen 2021 een gunstige regeling inzake een “vriendenerfenis” in te voeren. Op die manier zou een erflater een beperkt gedeelte van zijn erfenis kunnen nalaten aan een goede vriend of een verre verwant aan een gunstiger tarief (zijnde het tarief in rechte lijn) dan het tarief tussen vreemden.
  2. De Vlaamse Regering plant om de regeling inzake duolegaten af te schaffen om de reden dat de financiële bevoordeling van het desbetreffende goede doel slechts ondergeschikt zou zijn aan het fiscale voordeel van de eigenlijke begunstigde van het duolegaat. Deze afschaffing zou gepaard gaan met een tariefverlaging in de erfbelasting voor legaten aan goede doelen. Zoals wij reeds uitgebreid hebben besproken in het artikel omtrent de stopzetting van duolegaten, stellen wij ons de vraag of dit wel de extreme besparing zal opleveren die de Vlaamse Regering voor ogen heeft.
  3. Voorts zal de Vlaamse Regering pogen de regelgeving inzake de inbetalinggeving van kunstwerken in de erfbelasting te moderniseren teneinde de collectie van de Vlaamse Gemeenschap met topstukken en sleutelwerken te verrijken.
  4. Tot slot beoogt de Vlaamse Regering de verdachte periode in de erfbelasting van drie jaar te verlengen naar vier jaar. De Vlaamse Regering wil stimuleren dat schenkingen worden geregistreerd, zodanig dat bij een overlijden van de schenker tijdens de verdachte periode geen erfbelasting meer zal moeten worden betaald (aangezien hierop reeds schenkbelasting werd geheven). Door het verlengen van de verdachte periode met een extra jaar denkt de Vlaamse Regering dat men sneller zal kiezen voor de rechtszekere optie van de registratie van schenkingen. De beleidsnota vermeldt dat deze nieuwe regel van toepassing zou zijn vanaf 2021.

De beleidsnota sluit af met een concrete timing omtrent de diverse beleidsinitiatieven.

  • Wat betreft de vriendenerfenis, de goede doelen en een verlenging van de verdachte periode naar 4 jaar, beoogt men een ontwerp van decreet in te dienen in het Vlaams Parlement in voorjaar 2020 en plant men de inwerkingtreding te voorzien voor overlijdens vanaf medio 2020. Dit stemt aldus niet volledig overeen met hetgeen werd uiteengezet bij de motivatie omtrent de vriendenerfenis en het verlengen van de verdachte periode. Bovendien blijft het aldus de vraag wat het criterium zal zijn voor de inwerkingtreding van deze hervormingen: zal men kijken naar de datum van overlijden of naar de datum van de gestelde handeling (met name het testament voor de regeling inzake de goede doelen en de schenking voor de regelgeving inzake de verdachte periode)?
  • Wat betreft de modernisering van de regeling inzake de inbetalinggeving van kunstwerken voor de erfbelasting is er op heden nog geen timing bekend.

 

(Bron: Cazimir Advocaten)




Nog snel investeren vóór 31/12/2019?

De derde fase uit het zomerakkoord 2017 treedt in werking vanaf 01/01/2020. Voor KMO-vennootschappen heeft deze derde fase ondermeer een gevolg op de fiscaliteit met betrekking tot de investeringen:

  • Tot en met 31/12/2019 kan de KMO-vennootschap een investeringsaftrek genieten van 20% dewelke ten hoogste 1 jaar overdraagbaar is. Deze investeringsaftrek is van toepassing op nieuwe activa, die door de KMO-vennootschap uitsluitend voor de beroepsactiviteit worden gebruikt en over een periode van minstens 3 jaar worden afgeschreven. De investeringsaftrek wordt gereduceerd naar 8%.
  • Vanaf 01/01/2020 moeten de afschrijvingen pro rata temporis berekend worden. Dit impliceert dat de afschrijvingen op nieuwe activa in het aanschaffingsjaar slechts afgeschreven worden vanaf de datum van de aankoop. (bedrag investering * % * xxx/365). De bijkomende kosten op de investeringen moeten éénmalig afgetrokken worden of hetzelfde afschrijvingsritme als de hoofdzaak ondergaan.
  • Er kunnen geen degressieve (versnelde) afschrijvingen meer toegepast worden op nieuwe investeringen na 31/12/2019. Dit fiscale gunstregime wordt met andere woorden afgeschaft.

Rekening houdende met voorgaande, de verdere daling van de tarieven inzake vennootschapsbelasting en op basis van de resultaten van Uw KMO-vennootschap kan het zeker aangewezen zijn om Uw investering nog snel te realiseren vóór 31/12/2019 en fiscaal te optimaliseren !

(Auteur: Edwin Van Lommel, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 96 807)




Gedoogbeleid UBO-registratie tot 31 december 2019

De eindtermijn voor het invullen van het UBO-register tot 30 september komt in zicht. Er komt geen bijkomend uitstel maar de administratie zal tot 31 december 2019 een gedoogbeleid voeren en in die periode geen sancties toepassen.

De minister van Financiën besliste eerder om de aanvankelijke termijn tot 31 maart, met zes maanden te verlengen tot 30 september. Toch stelt de administratie vast dat ondanks deze verlenging en haar sensibiliseringscampagne veel vennootschappen, (internationale) vzw’s en stichtingen hun registratieplicht nog niet vervulden.

De FOD Financiën is zich welbewust van de administratieve uitdaging die de nieuwe UBO-registratie met zich meebrengt. Daarom zal de administratie tijdens de gedoogperiode tolerant zijn bij foutieve of onvolledige registraties in het UBO-register.

Op 31 december 2019 moet volgens de omgezette Europese regelgeving iedereen geregistreerd zijn en loopt dat gedoogbeleid onherroepelijk af.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 




De investeringsaftrek! Laat uw investering mee betalen door de overheid!

Als je investeert in 2019 krijg je een extra belastingvoordeel, voor bv. 35.000,00 € betekent dat 2.070,00 € extra belastingvermindering. Hoe doe je dat?

De regering had in het zomerakkoord een tijdelijke verhoging van de investeringsaftrek aangekondigd. In de periode tussen 01/01/2018 en 31/12/2019 is het basispercentage van deze maatregel van 8% naar 20% gegaan.
Dit tarief geldt zowel voor kleine vennootschappen als voor eenmanszaken en vrije beroepen.

De algemene regel zegt dat het moet gaan om de volgende investeringen :

  • Materiële en immateriële vaste activa in nieuwe staat verkregen of tot stand gebracht
  • Uitsluitend te gebruiken in België voor het uitoefenen van de beroepsactiviteit
  • Af te schrijven over minstens 3 jaar

Om misbruiken te voorkomen werden de volgende investeringen uitgesloten voor de investeringsaftrek :

  • Personenwagens en wagens voor dubbel gebruik
  • Gebouwen die bestemd zijn voor wederverkoop
  • Activa die niet uitsluitend gebruikt worden voor de beroepsactiviteit
  • Activa waar het gebruiksrecht wordt afgestaan aan een derde (tenzij de gebruiker het goed gebruikt voor de uitoefening van de beroepsactiviteit)
  • Activa die niet afschrijfbaar zijn of over een termijn van minder dan 3 belastbare tijdperken worden afgeschreven.

Een veel voorkomende misvatting is dat een ‘leasing’ niet in aanmerking zou komen voor de investeringsaftrek. Enkel bij een renting overeenkomst kan je geen gebruik maken van deze maatregel.


Hoeveel bedraagt uw voordeel?

Stel dat uw onderneming een nieuwe machine koopt voor 35.000 € dat je afschrijft over 5 jaar. De investeringsaftrek bedraagt 20% op de aankoopprijs, zijnde 7.000 €. Dit bedrag zal in mindering gebracht worden van uw belastbare basis. Zodoende geniet je een belastingvermindering tot 2.070 € (7.000 € x basistarief van 29,58%).

Voor meer uitleg, raadpleeg uw Abeka-adviseur!

 

(Auteur: Rudi Deuss, Erkend intern boekhouder BIBF 302 88 147)




Rijd je niet vast in de autofiscaliteit!!!

Met het autosalon nog in het achterhoofd denken vele bedrijfsleiders eraan om een nieuwe wagen aan te schaffen. Maar welke auto koop je het best? En wat verandert het zomerakkoord aan de autofiscaliteit?

Vandaag wordt de fiscale aftrekbaarheid van autokosten bepaald o.b.v. de theoretische CO2-uitstoot per kilometer. De aftrekbaarheid kan variëren van 50% tot 120%. Deze regelgeving blijft van toepassing tot en met 31/12/2019.

Vanaf aanslagjaar 2021 (boekjaren met startdatum 01/01/2020) zal er een nieuwe formule toegepast worden, de zogenaamde gramformule (Zomerakkoord). Deze zal ook gelden voor de brandstofkosten !

 

Aftrek % = 120% – (0,5% x brandstofcoëfficiënt x aantal gr CO2/km

 

De coëfficiënt is gelijk aan:

  • 1 voor dieselwagens
  • 0,95 voor wagens met benzinemotor
  • 0,90 voor wagens met aardgasmotor.
  • De aftrek kan niet meer dan 100% zijn en niet minder dan 50%.
  • Voor auto’s met een CO2-uitstoot van 200 gram of meer, bedraagt de aftrek 40%.

 

En wat met de valse hybrides?

Ook zij zullen vanaf 2020 vallen onder de nieuwe gramformule. Een valse hybride is een wagen waarvan de accucapaciteit minder is dan 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht of de CO2-uitstoot meer bedraagt dan 50 gr / km.

De bepaling van het aftrekpercentage gebeurt dan op dezelfde manier als bij een brandstofmotor van hetzelfde model. Indien er geen uitvoering bestaat met uitsluitend een brandstofmotor, dan wordt de CO2-uitstoot van de hybride versie vermenigvuldigd met 2,5.

Uitzondering: indien je je valse hybride vóór 01/01/2018 hebt besteld/aangekocht, dan behoud je de theoretische CO2-waarde.

Voor volledig elektrische wagens zal het aftrekpercentage vanaf 2020 dalen naar 100%. Het maakt niet uit wanneer je je wagen gekocht heeft.

Conclusie: de juiste wagen kopen, kan je veel geld besparen.

Abeka zorgt met een advies op maat dat je steeds de juiste keuze maakt!

 

(Auteur: Christof Van Gheel, Erkend Boekhouder BIBF 302 15 904)




Nog éénmaal genieten van een superlaag voordeel alle aard gratis woonst. Nieuwe berekening VAA gratis woonst is meer dan aanvaardbaar!

Op 28/11/2010 besliste de nieuwe regering Di Rupo het voordeel van alle aard gratis woonst bijna te verdubbelen.
Van KI x 100/60 x 2 naar KI x 100/60 x 3,8 waarbij KI staat voor geïndexeerd Kadastraal Inkomen.
Deze maatregel werd ingevoerd vanaf 01/01/2012.

Op 15/05/2018 legde de fiscus zich neer bij de rechtspraak die meermaals oordeelde dat het onderscheid dat werd gemaakt naargelang de hoedanigheid van de verstrekker van het voordeel strijdig was met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
Vanaf inkomstenjaar 2017 kregen wij op deze wijze een zeer voordelige berekening voor iedereen, namelijk KI x 100/60.

In het Koninklijk Besluit van 07/12/2018 (BS 27/12/2018) werd er door de regering Michel een definitieve oplossing gegeven door bij de berekening van het VAA gratis woonst de vermenigvuldigingsfactor 2 toe te passen vanaf 01/01/2019.

Voor alle duidelijkheid: voor inkomstenjaar 2018, aangifte personenbelasting 2019, kan men nog steeds het voordeligere KI x 100/60 aangeven!

Volgend voorbeeld zal u een beter idee geven van de berekening VAA gratis woonst.

Wij gaan uit van een geïndexeerd KI van 4.513,98 € en in het voorbeeld steeds van het inkomstenjaar.


Opmerkingen:

  • er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen wie het onroerend goed ter beschikking stelt
  • er wordt geen onderscheid meer gemaakt in de hoogte van het KI (voorheen al dan niet lager of hoger dan 745 €)
  • wat betreft een ongebouwd onroerend goed blijft de formule: geïndexeerd KI x 100/90
  • het VAA gratis verwarming bedraagt voor 2018 1.990 €,
  • het VAA gratis elektriciteit bedraagt voor 2018 990 €
  • voor de berekeningen VAA moet men prorateren op dagbasis indien men niet het ganse jaar het voordeel heeft genoten.

Nu er een definitieve regeling werd uitgewerkt kan het dus terug interessant zijn voor een bedrijfsleider om een woning op de vennootschap te kopen.

Wenst u graag te weten wat dit concreet voor u betekent, aarzel dan niet om een Abeka-medewerker te contacteren voor meer uitleg.

 

(Auteur: Georges Bauwens, Erkend Boekhouder-Fiscalist BIBF 301 85 790)

 




Vermogensbelasting of meerwaardebelasting in aantocht? Het UBO-register: registratie vóór 30/09/2019!!!

Zware boetes in het vooruitzicht voor zaakvoerders, bestuurders, wettelijke vertegenwoordigers bij niet aangifte. Deze verplichting geldt voor:

  • Vennootschappen:
    • Doorgeven identiteit van de natuurlijke personen die rechtstreeks of onrechtstreeks een belang van meer dan 25% in de vennootschap aanhouden.
    • Is het aandeelhouderschap te versnipperd, dan moeten de bestuurders als uiteindelijke begunstigde worden opgenomen.
  • Maatschappen:
    • De uiteindelijke begunstigden, zaakvoerders, oprichters dienen vermeld te worden.
    • Belangrijk: daar maatschappen vaak gebruikt worden inzake successie/schenkingen moet hiervoor over de samenstelling van het vermogen niets vermeld worden.
  • Vzw’s en stichtingen:
    • De leden van de raad van bestuur en de mensen die gemachtigd zijn om de vereniging te vertegenwoordigen dienen te worden geregistreerd.


Wie krijgt inzage?

  • Antiwitwasautoriteiten
  • Notarissen, advocaten, vastgoedmakelaars, accountants, boekhouders
  • Fiscus
  • Particulieren indien zij een vergoeding betalen

Abeka wil benadrukken dat er bijzondere aandacht moet worden besteed aan deze nieuwe wettelijke verplichting, namelijk de registratie van de uiteindelijke begunstigden in het UBO-register.

Bestuurders, zaakvoerders of leden van het wettelijke orgaan van de informatieplichtige entiteiten zullen immers beboet worden met strafrechterlijke administratieve boetes van € 250 tot € 50.000 euro in het geval van inbreuken op deze verplichting.

De registratie moet geschieden vóór 30/09/2019 door de wettelijke vertegenwoordiger van de informatieplichtige entiteit, via een intern mandaat of via een extern mandaat dat wordt gegeven aan een derde gevolmachtigde.

U zal dan ook begrijpen dat twijfelen in deze geen optie is en Abeka adviseert om deze verplichting niet op de lange baan te schuiven.

Toekomstige wijzigingen van de UBO moeten binnen de maand worden geregistreerd om sancties te voorkomen.

Een gewaarschuwd man/vrouw is er twee waard!


Vermogensbelasting of meerwaardebelasting op aandelen in aantocht?

Ten gevolge de invoering van het UBO-register zal de fiscus meer inzage krijgen in het vermogen van belastingplichtigen en kan zij aandelentransacties vaststellen.  Een voorbode van een vermogensbelasting of een meerwaardebelasting op aandelen?  De toekomst zal het moeten uitwijzen!

Wegens het belang van deze nieuwe verplichting en de mogelijkheid dat ook Abeka als externe mandataris kan optreden werden reeds al onze klanten aangeschreven.

UBO-register: https://financien.belgium.be/nl/ubo-register

 

(Auteur: Edwin Van Lommel, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 96 807)




Gespreide belasting op meerwaarde – nu extra voordelig

Door de hervorming van de vennootschapsbelasting en de daaruit voortvloeiende tariefdaling wordt ook de keuze voor de gespreide taxatie extra voordelig.

Wanneer een vennootschap een meerwaarde realiseert bij het vervreemden van een bedrijfsgoed, is deze meerwaarde belastbaar. De vennootschap kan evenwel kiezen voor de gespreide taxatie van de meerwaarde. Daarvoor moet ze de ontvangen verkoopprijs herbeleggen in een nieuw actief dat bedrijfsmatig wordt gebruikt. De meerwaarde wordt dan maar belast naar gelang dat nieuwe actief wordt afgeschreven.

Waar deze keuze van gespreide taxatie voorheen vooral diende om de verschuldigde belasting te gaan spreiden in de tijd zal deze door de tariefdaling ook veel voordeliger zijn.

De gespreide belasting zal immers gebeuren tegen een lager tarief dan het tarief voor het boekjaar waarin de meerwaarden gerealiseerd werden.

Hieronder worden de tarieven vennootschapsbelasting nog even opgesomd.

Basistarief AJ 2018 (incl. 3% crisisbijdrage) 33,99%
Verlaagd opklimmend tarief AJ 2018 (incl. 3% crisisbijdrage)
0 – 25.000 euro 24,98%
25.000 – 90.000 euro 31,93%
90.000 – 322.500 euro 35,54%
> 322.500 euro 33,99%

 

De nieuwe tarieven vennootschapsbelasting vanaf AJ 2019 (belastbare tijdperken vanaf 01/01/2018)

LET OP !

Gespreide belasting is enkel mogelijk voor meerwaarden op investeringen die u minstens vijf jaar voor uw beroep hebt gebruikt.

Er moet herbelegd worden voor de volledige verkoopprijs en dit:

  • binnen een termijn van drie jaar vanaf de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde werd verwezenlijkt en dit in afschrijfbare investeringen.
  • binnen de 5 jaar voor herbelegging in een gebouw.

Indien U niet tijdig of onvoldoende herbelegt zullen de meerwaarden alsnog integraal belast worden aan het tarief dat van toepassing was in het jaar waarin de meerwaarden gerealiseerd werden en zullen er tevens interesten moeten worden betaald.

Het stelsel van de gespreide taxatie is een keuzestelsel. De belastingplichtige kan er dus wel voor kiezen om onmiddellijk volledig belast te worden op de meerwaarde.

Voorbeeld:

Bvba Janssens heeft een oude machine met een restwaarde van 20.000 €. De machine wordt verkocht voor 100.000 €. De bvba realiseert dus een meerwaarde van 80.000 €. Om in aanmerking te komen voor het stelsel van de gespreide taxatie moet de bvba Janssens echter de volledige verkoopprijs van 100.000 € herbeleggen.

 

(Auteur: Ronny Scheers)




Meerwaarde op aandelen worden sneller belast

Tot en met aanslagjaar 2018 was de meerwaarde op aandelen niet belast indien u:

  • de aandelen minstens 1 jaar onafgebroken in bezit had
  • of de waarde van de aandelen minstens 2.500.000 euro bedroeg.

Vanaf aanslagjaar 2019 voegt de wetgever hier een extra voorwaarde aan toe. De participatie moet vanaf aanslagjaar 2019 minstens 10% bedragen.

Belegt u dus met uw vennootschap ook in (beursgenoteerde) aandelen, dan komt u algauw niet aan een deelneming van 10% en zal u dus bij verkoop belasting moeten betalen als u hierop winst maakt.

De tarieven zijn dezelfde als de gewone vennootschapsbelasting. Zijn de aandelen nog geen jaar in bezit, maar u voldoet wel aan de overige voorwaarden, dan zal u een belasting van 25,50% (bij KMO-vennootschappen op deel belastbare grondslag minder dan 100.000 euro slechts 20,4%) moeten betalen. Vanaf 2020 wordt dit 25% en 20%.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Voortaan 6 of 7% registratierechten bij aankoop van enige gezinswoning!!

Maar vergeet niet de oude gezinswoning binnen het jaar te verkopen! Indien u dit niet doet, verliest u het recht om van de 7% te genieten.


Wat verandert er op 1 juni 2018?

  • het “groot” beschrijf 10% en het “klein” beschrijf 5% registratierecht verdwijnen.
  • in de plaats ervan komt het nieuwe tarief van 7% registratierecht.
    • kost de woning minder dan € 200.000, dan moet op de eerste schijf van € 80.000 geen registratierecht betaald worden (of € 5.600 minder registratierechten).
    • in kernsteden en de Vlaamse rand rond Brussel geldt de korting voor woningen tot € 220.000.
      De Vlaamse kernsteden zijn: Aalst, Antwerpen, Boom, Brugge, Dendermonde, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout en Vilvoorde.
  • Slechts 6% registratierechten betalen is mogelijk als u de aangekochte woning energetisch renoveert binnen de 5 jaar. Een extra korting van € 4.800 kan bekomen worden voor bescheiden woningen.
    Een grondige energetische renovatie betekent de volledige vervanging van de verwarming, isolatie, koeling of luchtcirculatie van 75% van de buitenschil.
  • Om van de 6 of 7 % registratierechten te genieten, moet het om uw enige gezinswoning gaan, waarin u gedomicilieerd dient te zijn binnen de 2 jaar na het ondertekenen van de authentieke akte.
  • Voor een tweede woning, buitenverblijven, andere vastgoedinvesteringen, bouwgrond of parking blijft het tarief op 10% registratierecht.
    Indien u een huis of appartement koopt en binnen de 3 jaar verhuurt via een sociaal verhuurkantoor voor minstens 9 jaar, dan krijgt u de 7% registratierechten wel.
  • De meeneembaarheid van registratierechten is van toepassing. Dit wil zeggen dat een deel van de registratierechten, die u betaalde op de aankoop van de huidige woning, kan afgetrokken worden van de registratierechten op de nieuwe woning, met een maximum van € 12.500. Vanaf heden zal dit plafond jaarlijks geïndexeerd worden.

 

Abeka krijgt veel vragen over de meeneembaarheid van registratierechten. Daarom gaan wij hierover even in detail:

  • de meeneembaarheid kan gebeuren via verrekening (huidige woning wordt eerst verkocht, daarna wordt de nieuwe woning gekocht) of via teruggave (de nieuwe woning wordt eerst aangekocht en vervolgens wordt de eerste woning verkocht).
  • voorwaarden meeneembaarheid:
    • koper dient een natuurlijke persoon te zijn
    • een ruil van woningen is voor de meeneembaarheid uitgesloten
    • de huidige én nieuwe woning dienen in het Vlaamse gewest te liggen
    • de eerste woning dient de hoofdverblijfplaats van de koper te zijn
    • bij  meerdere kopers dienen alle kopers aan de hogergenoemde voorwaarden te voldoen en:
      • de koper kan slechts zijn eigen aandeel in de registratierechten van de eerste woning meenemen
      • de koper kan slechts meenemen op zijn eigen aandeel in de aankoop van de tweede woning
      • het maximumbedrag van € 12.500 wordt ook beperkt in verhouding tot het aandeel dat de koper verwerft in de tweede woning.

 

Vanaf wanneer?

1 juni 2018 wordt ondertussen expliciet als startdatum vermeld.

 

Wat in tussentijd?

De datum van het compromis is beslissend. Tekent u heden een compromis, dan is 10% registratierecht van toepassing.

Nu kopen en toch slechts 7% betalen? Dat kan!

Werkt u met een wederzijdse verkoop / aankoopbelofte, dan is het nieuwe tarief pas van toepassing als u de notariële akte laat verlijden nà de inwerkingtreding van de nieuwe regeling.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)