1

Opfrissing hervorming vennootschapsbelasting: maatregelen van toepassing vanaf 2020

In wat volgt bezorgen wij u bij wijze van opfrissing een kort overzicht van de voornaamste maatregelen die door de hervorming van de vennootschapsbelasting (in uitvoering van het zogenaamde zomerakkoord) vanaf aanslagjaar 2021 (voor een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020) in werking treden.

Verdere tariefdaling
Het basistarief in de vennootschapsbelasting daalt van 29% naar 25%. Voor kleine vennootschappen blijft het tarief van 20% behouden op de eerste schijf belastbare grondslag tot 100.000 euro.
De crisisbijdrage van 2% wordt voor alle vennootschappen volledig afgeschaft.

Criterium marktrente verduidelijkt
Wanneer een vennootschap interesten betaalt die hoger zijn dan “de overeenkomstig de marktrente geldende rentevoet”, dan is het gedeelte van deze interesten boven deze marktrente niet aftrekbaar als beroepskost. Daarnaast kan de administratie het overdreven deel van deze interesten herkwalificeren als dividenden.

In de praktijk bestaat er reeds lange tijd discussie over hoeveel deze marktrente nu precies bedraagt. Om aan deze discussies een einde te maken, wordt het bedrag van deze ‘marktrente’ voortaan wettelijk vastgelegd. Het betreft de door de Nationale Bank van België bekend gemaakte “MFI rentevoet voor leningen voor een bedrag tot 1 000 000 euro met variabel tarief en initiële rentebepaling tot een jaar verstrekt aan niet-financiële vennootschappen gesloten in de maand november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de interesten betrekking hebben”, verhoogd met 2,5%. Dit tarief is vrij te raadplegen op de website van de Nationale Bank. Indien u deze maatregel in 2019 reeds vrijwillig had toegepast, bedroeg de marktrente 4,09% (1,59% verhoogd met 2,5%).

Deze nieuwe bepaling is van toepassing op de interesten die betrekking hebben op periodes na 31 december 2019.

Degressieve afschrijvingen zijn niet langer mogelijk
Het degressief afschrijvingsstelsel wordt afgeschaft in de vennootschapsbelasting. Daarnaast moeten kleine vennootschappen voortaan verplicht pro-rata temporis afschrijven voor het jaar van de investering. Bovendien mogen kleine vennootschappen de bij de aankoop komende kosten ofwel ineens afschrijven tijdens het belastbare tijdperk waarin de kosten zijn gemaakt, ofwel op dezelfde wijze als de hoofdsom van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de desbetreffende vaste activa.

De wijziging van de afschrijvingsregimes is van toepassing op de vaste activa die worden verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 2020.

Disconto op schulden
Het in resultaat nemen van een disconto voor schulden zal met betrekking tot niet-afschrijfbare activa (bv. aandelen of antiek), niet langer als aftrekbare kost worden aanvaard voor zover de aankoopprijs lager is dan de werkelijke waarde verhoogd met het disconto.

Verrekening van beroepsverliezen van buitenlandse vaste inrichtingen en van buitenlands vastgoed
Verliezen geleden binnen een buitenlandse vaste inrichting of met betrekking tot in het buitenland gelegen activa waarover de vennootschap beschikt (bv. vastgoed) en waarvan de winsten behaald in deze inrichtingen of door middel van deze activa bij verdrag worden vrijgesteld in België, zijn nog slechts aftrekbaar in België voor zover deze verliezen definitief zijn en ze geleden zijn in de EER. De belastingplichtige moet met andere woorden alle mogelijkheden in het buitenland hebben uitgeput om de verliezen daar in aftrek te brengen.

De nieuwe regeling is niet van toepassing voor de overgedragen verliezen bestaande uit verliezen van buitenlandse vaste inrichtingen die werden in mindering gebracht op de Belgische winst in belastbare tijdperken die aanvangen voor 1 januari 2020.

Vrijgestelde reserves kunnen tijdelijk voordelig omgezet worden in belaste reserves
Vennootschappen met vrijgestelde reserves worden tijdelijk aangezet die reserves om te zetten in belaste reserves aan een verlaagd tarief. De maatregel geldt voor de aanslagjaren 2021 en 2022. De vrijgestelde reserves die voor die regeling in aanmerking komen, zijn diegene die bestonden op het einde van het laatste belastbare tijdperk dat afsluit vóór 1 januari 2017. Het verlaagd tarief bedraagt 15%, en daalt verder tot 10% voor zover het bedrag geïnvesteerd wordt in:

  • materiële vaste activa, andere dan deze vermeld in art. 75,5° WIB92 (bv. personenauto’s) of immateriële vaste activa;
  • die afschrijfbaar zijn; en
  • die niet gelden als herbelegging voor de gespreide belasting van meerwaarden.

Deze gunstmaatregel geldt als minimum belastbare grondslag. Er zijn geen fiscale aftrekken mogelijk of er mag niet gecompenseerd worden met het verlies van het belastbaar tijdperk. Er mogen geen voorheffingen, FBB en belastingkredieten worden verrekend. De vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen is van toepassing.

Een aantal vrijgestelde reserves komen niet in aanmerking voor deze omzetting (o.a. gespreid te belasten meerwaarden, meerwaarden m.b.t. bedrijfsvoertuigen en binnenschepen, vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen, kapitaalsubsidies).

Aftrekbeperking van bepaalde uitgaven
Volgende kosten zijn niet langer aftrekbaar en moeten volledig in de verworpen uitgaven worden opgenomen:

  • aanslag geheime commissielonen;
  • administratieve boetes (bijvoorbeeld proportionele btw-boetes).

Het tarief van 50% van de aanslag geheime commissielonen in het geval van vrijwillige opname van verdoken meerwinsten in de boekhouding wordt opgeheven.

De 120% aftrekbaarheid van kosten verdwijnt en wordt verlaagd naar 100%. Deze maatregel heeft een impact op o.a. de aftrekbaarheid van kosten voor elektrische wagens en het collectief vervoer van personeelsleden voor woon-werkverkeer.

Autokosten in de vennootschapsbelasting
Er wordt een nieuwe CO2-formule voor de berekening van de fiscale aftrekbaarheid van autokosten ingevoerd. Deze formule zal eveneens van toepassing zijn voor de aftrek van brandstofkosten.

 

(Bron: Lexalert – Cazimir Advocaten)




Rijd je niet vast in de autofiscaliteit!!!

Met het autosalon nog in het achterhoofd denken vele bedrijfsleiders eraan om een nieuwe wagen aan te schaffen. Maar welke auto koop je het best? En wat verandert het zomerakkoord aan de autofiscaliteit?

Vandaag wordt de fiscale aftrekbaarheid van autokosten bepaald o.b.v. de theoretische CO2-uitstoot per kilometer. De aftrekbaarheid kan variëren van 50% tot 120%. Deze regelgeving blijft van toepassing tot en met 31/12/2019.

Vanaf aanslagjaar 2021 (boekjaren met startdatum 01/01/2020) zal er een nieuwe formule toegepast worden, de zogenaamde gramformule (Zomerakkoord). Deze zal ook gelden voor de brandstofkosten !

 

Aftrek % = 120% – (0,5% x brandstofcoëfficiënt x aantal gr CO2/km

 

De coëfficiënt is gelijk aan:

  • 1 voor dieselwagens
  • 0,95 voor wagens met benzinemotor
  • 0,90 voor wagens met aardgasmotor.
  • De aftrek kan niet meer dan 100% zijn en niet minder dan 50%.
  • Voor auto’s met een CO2-uitstoot van 200 gram of meer, bedraagt de aftrek 40%.

 

En wat met de valse hybrides?

Ook zij zullen vanaf 2020 vallen onder de nieuwe gramformule. Een valse hybride is een wagen waarvan de accucapaciteit minder is dan 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht of de CO2-uitstoot meer bedraagt dan 50 gr / km.

De bepaling van het aftrekpercentage gebeurt dan op dezelfde manier als bij een brandstofmotor van hetzelfde model. Indien er geen uitvoering bestaat met uitsluitend een brandstofmotor, dan wordt de CO2-uitstoot van de hybride versie vermenigvuldigd met 2,5.

Uitzondering: indien je je valse hybride vóór 01/01/2018 hebt besteld/aangekocht, dan behoud je de theoretische CO2-waarde.

Voor volledig elektrische wagens zal het aftrekpercentage vanaf 2020 dalen naar 100%. Het maakt niet uit wanneer je je wagen gekocht heeft.

Conclusie: de juiste wagen kopen, kan je veel geld besparen.

Abeka zorgt met een advies op maat dat je steeds de juiste keuze maakt!

 

(Auteur: Christof Van Gheel, Erkend Boekhouder BIBF 302 15 904)




Autofiscaliteit: een steeds veranderende materie!!

De autofiscaliteit onderging een grondige wijziging. Vanaf 2020 zal de berekening van de aftrekbeperking autokosten nogmaals grondig wijzigen. Neem daarom even de tijd om u bij te scholen …

 

Huidige situatie in een vennootschap (2018 tot en met 2019)

U weet al dat een personenwagen in een vennootschap slechts aftrekbaar is op basis van de CO2-uitstoot van de wagen. Het niet-aftrekbare gedeelte van de autokosten wordt beschouwd als een verworpen uitgave en hierop is vennootschapsbelasting van toepassing.

Tot en met 2019 wordt volgend aftrekpercentage van toepassing.

Deze aftrekbeperking geldt op alle kosten van de personenwagen, behalve voor de brandstofkosten die steeds beperkt worden tot 75%. Intresten blijven 100% aftrekbaar.

Een lichte vrachtwagen, volgens de normen van de fiscus, blijft 100% aftrekbaar.

 

Wat met autokosten van uw eenmanszaak in 2018?

  • Tot 2017 waren alle autokosten van alle personenwagens aftrekbaar ten belope van 75% van het beroepsgedeelte.
  • Personenwagens aangekocht vanaf 01/01/2018 ondergaan nu ook de toepassing van het aftrekpercentage à rato van de CO2-uitstoot, zoals dit voor vennootschappen het geval is (zie tabel hierboven).
  • Personenwagens aangekocht vóór 01/01/2018 blijven tijdens 2018 en 2019 genieten van de minimale 75% aftrekbaarheid. Voor milieuvriendelijke wagens kan er toepassing gemaakt worden van de aftrek op basis van de CO2-uitstoot.
  • Brandstof, dus ook elektrisch, blijven zoals voordien 75% aftrekbaar. Intresten 100% aftrekbaar.
  • De aftrekbaarheid van een lichte vrachtwagen blijft 100% van het beroepsgedeelte.

 

Wijziging vanaf 2020 voor alle personenwagens:

  • Elektrische wagens verliezen hun 120% aftrekbaarheid en zullen maximaal 100% aftrekbaar zijn. Brandstofkosten voor een elektrische wagen worden 100% aftrekbaar.
  • Kosten van een personenwagen met een CO2-uitstoot ≥ 200 gram zullen nog maar voor 40% aftrekbaar zijn.
  • Kosten voor een oldtimer met een CO2-uitstoot > 200 gr/km genieten nu van 60 % aftrekbaarheid. Vanaf 2020 wordt dit slechts 40%.
  • Brandstofkosten volgen voortaan eveneens de aftrekbeperking à rato van de “gram-formule”.
  • De aftrekbaarheid van autokosten volgt vanaf 2020 de “gram-formule” (max 100% – minimaal 50%).
    Aftrekpercentage= 120% – (0,5 x coëfficiënt x aantal CO2 gram/km)
    De coëfficiënt wordt bepaald op:
    1: dieselmotor en dieselvarianten
    0,90: aardgas < 12 fiscale PK
    0,95: personenwagens met een andere motor (benzine)

De wijziging in 2020 kan belangrijke gevolgen hebben. Een aftrekbaarheid van heden 75% naar 55% in 2020 zal geen uitzondering zijn. Momenteel heeft een benzinewagen met 124 gr/km (toch niet veel) een fiscale aftrekbaarheid van 80%, in  2020 nog slechts 61%.

 

Gouden tip:

Zie bij de aankoop van een nieuwe personenwagen vooral naar de wijziging aftrekbeperking vanaf 2020. Wijzigt de aftrekbeperking in uw nadeel, dan adviseert Abeka om in 2018 en 2019 zoveel mogelijk kosten (snel afschrijven is de boodschap) in rekening te nemen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Aftrekbare kosten: beroepskledij

Er is inzake de aftrekbaarheid van beroepskledij een duidelijke stelling ingenomen door de Administratie. Wat de directe belastingen betreft is enkel specifieke beroepskledij aftrekbaar bvb. werkschoenen met stalen tip, schorten, overall, doktersjas, helm, toga….. Ook de kosten van onderhoud, reiniging en herstelling van deze specifieke beroepskledij is aftrekbaar. Zorg er echter steeds voor dat de facturen die u ontvangt voor de reiniging van deze beroepskledij duidelijk vermelden “wat” en “hoeveel” werd gereinigd. Zo vermijdt u heel wat discussies met de fiscus.

Gewone schoenen, kostuums, pulls, leesbrillen enz. zijn nooit aftrekbaar voor de directe belastingen. Velen voeren nog steeds aan dat zij hun personeel polo’s, wintervesten en dergelijke geven waar de naam van de firma duidelijk is opgedrukt en zij bestempelen dit als beroepskledij. Dit is totaal onterecht, de fiscus zal deze kosten verwerpen.

Wat betreft motorkledij bevestigde de minister in een circulaire (Ci. RH. 241/559.092 (AOIF 39/2004) van 22.10.2004, dat deze kledij fiscaal aftrekbaar is als het tenminste om veiligheidskledij gaat (helm, beschermende motorpakken, schoenen en handschoenen specifiek voor motards). Motorkledij dient dus als veiligheidskledij aanzien te worden, als zij aanzien wordt als comfortkleding dan komt zij weer niet in aanmerking…

Motorkledij is wat het beroepsgedeelte betreft voor de volle 100 % aftrekbaar, dit wil zeggen rijdt u bvb.. 50 % privé en 50 % voor uw werk, dan zal de motorkledij slechts voor 50 % aftrekbaar zijn.

Inzake de BTW ligt de aftrek totaal anders voor niet specifieke beroepskledij. Als een kostuum enkel gebruikt wordt voor de beroepsactiviteit van de bedrijfsleider, dan bestemt hij dat geleverde goed uitsluitend voor de belastbare handelingen die hem BTW-plichtig maken. Dus is de BTW op dat kostuum in dat geval aftrekbaar. Nergens in het W.B.T.W. staat geschreven dat niet-specifieke beroepskledij niet van aftrekbare BTW kan genieten. De bepaling die hieromtrent in het Wetboek Inkomstenbelastingen is ingeschreven, is niet opgenomen in het BTW-wetboek.

Ons advies

Nochtans is het niet altijd wenselijk dat de controleur over uw schouder kan meekijken naar de “tekenen en indiciën”. Dit wil zeggen dat, als u specifiek dure merkkledij koopt, de controleur hieruit kan opmaken dat u een hogere levensstijl aanhoudt en dit kan aanleiding geven tot een indiciaire berekening. Wees dus steeds voorzichtig in zulke zaken.

Trouwens zijn er heel veel controleurs die de aftrek van de btw op kledij blijven weigeren. Volgens ons onterecht!!!!

Onze werkwijze

Koopt U beroepskledij aan, dan vermeldt U gedetailleerd  op de factuur over wat het gaat (overall, veiligheidsschoenen, kostuum, …). Het woord “beroepskledij” volstaat niet. U geeft tevens het percentage beroepsgebruik aan.

Enkel op deze voorwaarde zullen we de wettelijke regelingen toepassen!!! Zijn deze 2 vermeldingen niet aangegeven dan boeken wij deze uitgave op Uw lopende rekening.

(Auteur: Georges Bauwens, Erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)