1

Bijzondere liquidatiereserve krijgt ruimer toepassingsgebied (voor het verleden)

Naar aanleiding van volgend artikel verwijzen wij vooreerst naar de inhoud van volgende link: Liquidatiereserve: uitbreiding naar boekjaar 2012 en 2013!!!

Het gaat meer bepaald om kleine vennootschappen met een gebroken boekjaar en een afsluitdatum in de laatste maanden van 2012. Omdat de latere regeling van de bijzondere liquidatiereserve slechts terugging tot aanslagjaar 2013 (voor de maatregel kwamen alleen belaste reserves in aanmerking die “bestonden” en goedgekeurd waren op 31 maart 2013), vielen die bepaalde vennootschappen met aanslagjaar 2012 niet in deze maatregel. Het Grondwettelijk Hof vindt dat discriminerend.

In afwachting kunnen de betrokken “kleine” vennootschappen het best bezwaar indienen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 




Nog slechts 13 dagen de tijd om uw fiscaal geschenk binnen te halen: de liquidatiereserve 2013

Als uw KMO in 2013 winst heeft gemaakt, kunt u eerstdaags nog een bijzondere liquidatiereserve aanleggen.

KMO-vennootschappen hebben ten gevolge van de Programmawet van 10/08/2015 de mogelijkheid om een bijzondere liquidatiereserve aan te leggen over de winsten met betrekking tot het aanslagjaar 2014.

Het aanleggen van de bijzondere liquidatiereserve heeft een afzonderlijke belasting in de vennootschapsbelasting tot gevolg van 10%.  Hiervoor dient een afzonderlijke aangifte te worden ingediend en de afzonderlijke belasting dient betaald te worden vóór 30/11/2016.

Aangezien de liquidatiereserve hierdoor reeds wordt belast met 10% kan deze in het geval van een vereffening van de vennootschap uitgekeerd worden aan de aandeelhouders/vennoten zonder roerende voorheffing op de liquidatiebonus.  Het betreft met andere woorden een definitieve belasting van de reserves in de vennootschap.

Het normale tarief roerende voorheffing op de liquidatiebonus bedraagt heden 27%.  Het valt te verwachten dat deze roerende voorheffing wordt opgetrokken naar 30% ten gevolge de budgettaire maatregelen van onze regering.  Door toepassing van de bijzondere liquidatiereserve kan hierdoor naar de toekomst een besparing worden gerealiseerd van 20% op de te verdelen reserves.

Indien de liquidatiereserve wordt uitgekeerd vóór liquidatie van de vennootschap is er een aanvullende roerende voorheffing van 17% (20% vanaf 01/01/2017?) verschuldigd.

Heel belangrijk voordeel: in het geval u de liquidatiereserve toch uitkeert 5 jaar na de laatste dag van het boekjaar waarin ze wordt aangelegd, is er nog slechts een roerende voorheffing van 5% verschuldigd!!!! Uw voordeel in dit geval is 27% – 13,64% = 13,36% belasting.

U kunt maximaal de winst na belastingen van 2013 (aanslagjaar 2014) overboeken naar de bijzondere liquidatiereserve, op voorwaarde dat die winst nog deel uitmaakt van uw reserves bij het begin van het huidig boekjaar.

Wilt u alsnog gebruik maken van deze opportuniteit, dan moet u deze aangifte opmaken vóór 30/11/2016 via formulier 275A-Bijz.

U kan deze aangifte:

  • mailen naar CPIC.PRMRV@minfed.fed.be
  • per post versturen naar Inningscentrum, sectie roerende voorheffing, Koning Albert II laan 33 B42, 1030 Brussel.

Ook de betaling van deze 10% roerende voorheffing dient bij de fiscus te zijn toegekomen vóór 30/11/2016 !!!!

Nog belangrijk om weten is dat de huidige reserves in de vennootschap kunnen aangetast worden door eventuele toekomstige verliezen.  In deze concrete situatie kan dit tot gevolg hebben dat u een afzonderlijke belasting van 10% op uw winsten/reserves heeft afgedragen die niet meer voor uitkering ter beschikking zijn in het geval van liquidatie!

Mocht u nog vragen hebben met betrekking tot de toepassing van deze bijzondere liquidatiereserve dan kan u hiervoor contact opnemen met edwin@abeka.be

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Verhoging roerende voorheffing van 25% naar 27% vanaf 1 januari 2016, maar wat bij uitkering?

Wij hebben vastgesteld dat veel van onze klanten gebruik gemaakt hebben van de “bijzondere liquidatiereserve”. En niet ten onrechte! Reserves of overgedragen winsten kunnen op deze manier via dividenden, zonder tot liquidatie over te gaan, uitgekeerd worden aan een anticipatieve heffing van 10% met daarbovenop 5% bij uitkering (indien men uitkeert na 5 jaar). De werkelijk betaalde belasting bedraagt dan 13,64% (zie artikel van onze vorige nieuwsbrief: Bijzondere liquidatiereserve aanslagjaar 2013: deadline nadert!).

Op 1 januari 2016 werd de roerende voorheffing verhoogd van 25% naar 27%.

Er blijven nog slechts enkele kleine uitzonderingen (15% rv): de inkomsten uit cessie of concessie van auteursrechten, de “Leterme bon”, de VVPR-KMO regeling, intresten van spaardeposito’s boven de vrijgestelde schijf.

Ter herinnering: VVPR-KMO regeling: 15% rv op dividenden van aandelen die zijn uitgegeven in ruil voor een inbreng in geld sinds 01/07/2013.

Heeft men gebruik gemaakt van de bijzondere liquidatiereserve, zoals hierboven beschreven, dan blijft bij uitkering na 5 jaar de belasting 5%. Indien men echter uitkeert binnen de 5 jaar, dan wordt de belasting toch nog 17% in plaats van 15%.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)