1

Restaurantkosten: het BTW-bonnetje

U weet waarschijnlijk dat beroepsmatige restaurantkosten voor 69% aftrekbaar zijn.

Sommige controleurs betwijfelen soms uw goede intenties en durven zich nog al eens de vraag stellen: “Waren deze restaurantkosten wel beroepsmatig en werden de BTW-bonnetjes niet verzameld bij kennissen?”.

Daarom dat wij er ook altijd op aandringen dat u op de achterkant van het bonnetje de naam schrijft van de persoon met wie u op restaurant bent geweest en dat u best met een kredietkaart betaalt.
Zo weerlegt u al op voorhand de lastige vragen van de controleur.

Vergeet trouwens ook niet dat de controle dikwijls 2 jaar later plaatsvindt, en dan wordt het dikwijls moeilijk, als je geen voorzorgen hebt genomen, om een en ander te bewijzen.

Het is een tip die wij jaarlijks wel eens herhalen, maar toch steeds zijn nut bewijst.  Smakelijk ……

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Termijnen en bedrag van de BTW-teruggaaf: uitzondering voor de aangifte december (in te dienen in januari)!!!

Principieel wordt BTW-teruggaaf slechts toegestaan wanneer:

  • het bedrag van 615,00 euro bereikt wordt voor zij die periodieke kwartaalaangiften indienen,
  • het bedrag van 1.485,00 euro bereikt wordt voor zij die periodieke maandaangiften indienen.

Dit bedrag wordt herleid tot 245,00 euro voor de aangifte met betrekking tot het laatste aangiftetijdvak van het kalenderjaar, zijnde het vierde kwartaal of de maand december.

Indien de hiervoor vermelde waarden niet bereikt worden, wordt het tegoed overgedragen naar de volgende aangifteperiode. Er kan geen sprake zijn van enige verjaring van de tegoeden die deze minima niet bereiken, ongeacht de termijn gedurende dewelke het belastingkrediet ingeschreven blijft op de rekening-courant van de belastingplichtige.

Ter herinnering:

  • teruggaaf wordt slechts toegestaan indien geen andere belastingschulden meer bestaan,
  • de teruggaaf wordt slechts éénmaal per kwartaal verricht, tenzij men beschikt over een vergunning voor maandelijkse teruggaaf (onder bepaalde voorwaarden toegekend),
  • bij ernstige vermoedens of bewijzen van onjuiste aangiften kan de procedure van de inhouding toegepast worden.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBD 301 85 790)




Maandaangevers BTW: decembervoorschot

Belastingplichtigen die op 1 december van het lopende kalenderjaar gehouden zijn tot het indienen van maandaangiften, moeten een voorschot betalen op de verschuldigde BTW van de maand december van dat jaar.

Voor de bepaling van het bedrag heeft U 2 mogelijkheden:

  • Bij de eerste mogelijkheid stemt het bedrag van het voorschot overeen met de verschuldigde BTW op alle handelingen gerealiseerd in de periode van 1 december tot en met 20 december van het lopend kalenderjaar. Het bedrag van het voorschot moet worden opgenomen in vak 91 van de aangifte over de maand december. U moet wel de bedragen kunnen mededelen die als basis dienden voor de berekening van het voorschot.
  • De tweede mogelijkheid is de forfaitaire bepaling. In dit geval is het bedrag van het voorschot gelijk aan de verschuldigde BTW van de aangifte van november van het lopende kalenderjaar.

 

Opgelet!!

Als U kiest voor de forfaitaire bepaling van het decembervoorschot en U heeft op de aangifte van de maand november een BTW tegoed, dan hoeft U geen voorschot te betalen.

Het voorschot moet uiterlijk op 24 december worden betaald op rekeningnummer 679-2003000-47 van de “BTW-ontvangsten” te Brussel. Bij niet-betaling of laattijdige betaling zullen nalatigheidsintresten worden gevorderd!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 96 807)




Wat is de juiste vermelding op een aangevraagde kopij van een factuur?

Hier wordt door de meeste belastingplichtigen zwaar gezondigd. Vraagt U een dubbel van een factuur aan, omdat U de originele factuur niet hebt ontvangen of bent kwijtgeraakt, dan dient deze factuur niet het woord “kopij” te vermelden, maar wel de volgende volledige tekst:

“Dubbel uitgereikt op aanvraag van de klant ter vervanging van de verloren gegane of vernietigde originele factuur: BTW-aanschrijving 10/1974”

Hieronder dient de datum van uitreiking te staan en de handtekening van de uitreiker. Het is ook bepaald dat het kopij dezelfde lay-out, datum, adres etc. dient te hebben als het origineel.

Wordt de juiste handelswijze niet gebruikt, dan kan de aftrek van de BTW verworpen worden!!!

 

(Auteur: Georges Bauwens: erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Niet betalen RSZ, BV, BTW: aansprakelijkheid bestuurder

De programmawet van 20/07/2006 voorziet in een uitbreiding van de bevoegdheden en de aansprakelijkheid van de bestuurders van een vennootschap.

Niet betalen BTW of bedrijfsvoorheffing:

  • Wanneer de BTW of de bedrijfsvoorheffing herhaaldelijk niet betaald wordt, is de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk. Er is een regularisatieperiode voorzien van 1 maand na de aangetekende aanmaning.

Niet betalen RSZ:

  • Wanneer er binnen een termijn van 1 jaar twee maal geen kwartaalbijdragen werden betaald en wanneer geen uitleg gegeven werd over het waarom de RSZ niet betaald werd, kunnen de achterstallige sociale zekerheidsbijdragen gevorderd worden van de bestuurders.
  • Wanneer blijkt dat het faillissement van de vennootschap te wijten is aan een grove fout van de bestuurders, worden zij persoonlijk en hoofdelijk aanpsrakelijk gesteld tot het betalen van achterstallige sociale zekerheidsbijdragen. Er kan tevens een vordering ingesteld worden aan de bestuurders tot het voldoen van de bijdrageopslagen, verwijlintresten, … wanneer blijkt dat zij een grove fout begingen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 




Maatregelen inzake fraudebestrijding en betere inning van de belastingen

In het Belgisch Staatsblad van 28/12/2006 verscheen een publicatie van een nieuw artikel 52bis in het BTW-wetboek. Door dit nieuwe artikel kunnen BTW-ambtenaren een administratief bewarend beslag leggen op verdachte goederen.

Goederen worden als verdacht beschouwd wanneer:

  • de tussenkomende partijen bij de levering, intracommunautaire verwerving of invoer niet identificeerbaar zijn of,
  • de oorsprong, de hoeveelheid en de prijs of de waarde van de goederen niet kunnen vastgesteld worden.

De ambtenaren dienen een proces-verbaal van beslag op stellen dat de vastgestelde feiten en een omschrijving van de goederen, die het voorwerp uitmaken van het beslag, vermeldt. Dit proces-verbaal moet binnen de 24 uur volgend op de opmaak betekend worden.

Indien de belastingplichtige de oorsprong, de hoeveelheid, de kostprijs of de waarde van de goederen en de identiteit van de partijen kan bewijzen, dan wordt het beslag opgeheven.

Het beslag kan slechts gedurende 1 maand behouden worden, behoudens bekrachtiging door de beslagrechter.  De belastingplichtige kan ook de geldigheid van het beslag betwisten voor de beslagrechter.

Deze maatregel treedt in werking de tiende dag na publicatie in het Belgisch Staatsblad.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Verlaging BTW-tarief in de horeca vanaf 01/01/2010

Vanaf 01/01/2010 gelden er 3 tarieven in de horeca:

  • 6% voor meeneemmaaltijden
  • 12% voor maaltijden die ter plaatse worden verbruikt
  • 21% voor dranken


Wie kan van de verlaging genieten?

  • traditionele restaurants en dergelijke, brasseries, …
  • fastfood- en zelfbedieningsrestaurants,
  • restauratie in schouwburgen (theaters, clubs, …), musea, handelscentra, … , die over een ruimte beschikken die speciaal is ingericht voor verbruik ter plaatse,
  • bedrijfskantines en -messes,
  • maaltijden verstrekt in vol- of halfpension in hotels, gastenkamers,
  • cafetaria’s, bars, cafés, tearooms, …


Wat valt niet onder het 12%-tarief?

  • de levering van bereide maaltijden en van dranken dient belast te worden tegen het BTW-tarief dat geldt voor de geleverde goederen (6% of 21%),
  • drank bij maaltijden voor verbruik ter plaatse (alcoholische en niet-alcoholische dranken),
  • de terbeschikkingstelling van een gemeubileerde kamer met ontbijt.


Geregistreerd kassasysteem

Eén van de voorwaarden, die op 01/01/2010 in werking treedt, is de verplichting voor exploitanten van inrichtingen waar regelmatig maaltijden ter plaatse worden verbruikt (minstens 10% van de omzet) om een geregistreerd kassasysteem aan te schaffen of om met de leverancier af te spreken om het reeds aanwezige systeem aan te passen.

De verplichting geldt vanaf 01/01/2010 voor starters en overnemers. Voor reeds gevestigde uitbaters is er een overgangsperiode voorzien tot 31/12/2012.

Het kassaticket van het geregistreerde systeem vervangt het BTW-bonnetje. Op het kassaticket moet een opsplitsing gemaakt worden tussen de verschillende BTW-tarieven.

Voor zelfstandigen in de overgangsregeling blijft de regeling van het BTW-bonnetje van toepassing tot de ingebruikname van een geregistreerd kassasysteem.


Minimale technische eisen voor het geregistreerd kassasysteem

  • onveranderlijkheid van de ingebrachte gegevens, vanaf het moment van invoer in het kassasysteem tot op het einde van de wettelijke bewaartermijnen (= 7 jaar),
  • bewaring van alle ingebrachte gegevens, gelijktijdig met de aanmaak van een kassaticket, in een elektronisch journaal of journaalbestand; dit bevat tevens elke wijziging van de software of programmaparameters en elk gebruik van specifieke functionaliteiten,
  • de mogelijkheid tot verificatie door de bevoegde controleambtenaren,
  • een minimum verplichte inhoud van het kassaticket,
  • een verplichte aanmaak van een dagelijks financieel Z-rapport en een dagelijks gebruiker Z-rapport die de verkopen en het gebruik van de andere functionaliteiten van de kassa tijdens de openingsperiode samenvatten,
  • een verplichte registratie van alle fictieve dienstprestaties uitgevoerd in het kader van een vorming,
  • uitgerust met een module, die op onherroepelijke en veilige manier, relevante data van de kassatickets opslaat, verwerkt tot een algoritme en eventueel andere controlegegevens die worden afgedrukt op het kassaticket en die toegankelijk zijn voor de controleambtenaren.


Verplichte vermeldingen kassaticket van het geregistreerd kassasysteem

  • volledige benaming “BTW-kassaticket”,
  • datum en uur van uitreiking van het kassaticket,
  • volgnummer, genomen uit een ononderbroken reeks,
  • identificatie van de dienstverlenende belastingplichtige door vermelding van naam of maatschappelijke benaming, adres en BTW-identificatienummer,
  • identificatie van de gebruiker,
  • gebruikelijke benaming van iedere verrichte handeling met hoeveelheid en bedrag,
  • bedrag van de verschuldigde belasting en gegevens aan de hand waarvan het bedrag kan worden berekend,
  • identificatie van de kassa/terminal,
  • korting en teruggegeven bedragen,
  • algoritme berekend op basis van de vermeldingen opgenomen in de voorgaande punten.

 

Link Koninklijk Besluit dd. 30/12/2009

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Procedure maandelijkse BTW-teruggave uitgebreid!!!

De crisis heeft ook zijn goede kanten.

Er werd door de ministerraad een besluit genomen om de BTW-teruggaveprocedure te versoepelen en sneller te laten verlopen.


Bestaande regeling BTW-teruggave:

  • teruggave kan enkel gevraagd worden op de laatste maand van het kalenderkwartaal (dus maand maart, juni, september en december),
  • de BTW-aangifte wordt dan de 20ste van de volgende opgemaakt en het duurt dan nog een vijftal weken vooraleer de BTW (na een eventuele controle) wordt terugbetaald,
  • maandelijkse terugbetaling vragen kon al voor de belastingplichtigen waarvan:
    – de omzet van het afgelopen kalenderjaar voor minimum 30% bestond uit verkopen export of uit intracommunautaire leveringen,
    – het BTW-tegoed van het vorige kalenderjaar minstens 12.390,00 euro bedroeg.


Nieuwe regeling maandelijkse BTW-teruggave:

  • deze regeling is bedoeld voor belastingplichtigen die maandelijkse BTW-aangiften indienen en die door de aard van hun activiteiten een structureel BTW-tegoed hebben,
  • minstens 30% van de omzet van het voorafgaande kalenderjaar moet bestaan uit specifiek in het KB vermelde handelingen,
  • het BTW-tegoed van het vorige kalenderjaar wordt verlaagd tot 12.000,00 euro,
  • er is geen beperking van tijd voorzien voor deze maatregel.


Op wie is deze maatregel meer specifiek van toepassing?

  • voor diegenen die kunnen genieten van het verlaagd BTW-tarief van 6% in de bouwsector,
  • voor diegenen die het stelsel van BTW medecontractant kunnen toepassen (bouwsector, levering van beleggingsgoud),
  • voor leveringen door belastingplichtigen die bepaalde leveringen van goederen en diensten verrichten die in het buitenland plaatsvinden en waarvoor ze geen BTW in België moeten betalen
    – de diensten die worden geacht plaats te vinden waar de buitenlandse afnemer van de dienst is gevestigd,
    – levering van goederen met installatie in het buitenland.


Hoe is de maandelijkse BTW-teruggave te bekomen?

  • er dienen maandelijkse BTW-aangiften plaats te vinden: bent u kwartaalaangever, dan dient een aanvraag te gebeuren om maandaangever te worden,
  • er dient een schriftelijke aanvraag te gebeuren tot toepassing van de maandelijkse BTW-teruggave bij het BTW-controlekantoor, waaronder de belastingplichtige valt,
  • de aanvraag moet die elementen bevatten die aantonen dat de belastingplichtige aan de voorwaarden voldoet om maandelijkse BTW-teruggaaf te verkrijgen.


Toekomst

Zoals elke nieuwe regeling in België zal ook deze maatregel onderhevig worden aan bijkomende voorwaarden, beperkingen, uitbreidingen. Wordt vervolgd …..


Onze klanten

Onze klanten werden reeds automatisch aangeschreven indien zij in aanmerking komen om van deze maandelijse BTW-teruggave te genieten.  Aan hen de keuze …..

 

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Opgelet bij vermoeden van BTW-fraude

De lezing van een circulaire (nr. AFZ/2006-0604) leert ons het volgende:

Een belastingplichtige die wist of had moeten weten dat hij door zijn aankoop deelnam aan een transactie die onderdeel is van BTW-fraude, moet voor de toepassing van de Zesde Richtlijn worden aangemerkt als een deelnemer aan deze fraude, en dit ongeacht de vraag of hij al dan niet winst haalt uit de doorverkoop van de goederen.

In een dergelijke situatie is de belastingplichtige de fraudeurs immers behulpzaam en wordt hij hun medeplichtige.

Drie categorieën van personen zijn dus betrokken bij misbruik (BTW-fraude):

  1. de eigenlijke fraudeurs of hun medeplichtigen: recht op aftrek moet volledig worden geweigerd,
  2. degenen die erbij betrokken zijn zonder hun medeweten of medewerking: recht op aftrek mag niet worden geweigerd,
  3. degenen die zich situeren tussen de eigenlijke fraudeurs of hun medeplichtigen en de deelnemers aan een misbruik: recht op aftrek moet volledig worden geweigerd (moeten dus als medeplichtige worden behandeld) zelfs als de betrokken handeling voldoet aan de objectieve criteria waarop het begrip “levering van goederen” is gesteund.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)