Belgische ondernemingen zullen vanaf 01/01/2026 een E-invoice moeten opstellen en verzenden voor B2B-transacties. Eén en ander is een gevolg van het ViDA-pakket (VAT in the Digital Age) van de Europese Commissie.

Doelstelling van de Europese Commissie is de optimalisatie van de Europese Btw-werking en uiteraard fraudebestrijding.

De E-invoice zal moeten voldoen aan de Europese PEPPOL-norm. Het zal dus niet langer meer voldoende zijn om Uw factuur in PDF-bijlage te versturen aan Uw B2B-relatie.

Hiermee rekening houdende zal het aangewezen zijn om U te wapenen tegen deze wijzigingen in de loop van het jaar 2025.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 30/10/2023)

In het kader van fraudebestrijding en digitalisering werd beslist dat elke onderneming het mogelijk moet maken voor hun consumenten om elektronisch te betalen. Concreet zal u als ondernemer dan ook vanaf 1 juli 2022 minstens één elektronische betalingswijze moeten aanbieden. Met deze maatregel wil men bepaalde sectoren minder fraudegevoelig maken, zoals de invoering van de witte kassa in de horeca zes jaar geleden.

De verplichting geldt niet alleen voor ondernemingen, maar ook voor vrije beroepers en alle personen en verenigingen die een economische activiteit uitvoeren, gericht op particuliere klanten.

Uiteraard blijven cash betalingen toegelaten en belangrijk hierbij te melden is dat u als handelaar/ondernemer zelf kan kiezen welk elektronisch betaalmiddel u wil aanbieden aan uw klanten.

U mag aan de klant, die elektronisch wil betalen, geen extra vergoeding of transactiekost aanrekenen. Tevens mag u vanaf 1 juli ook niet meer weigeren dat men elektronisch betaalt onder een bepaald bedrag. Wel mag u, als u meerdere elektronische betaalmiddelen aanbiedt, bepalen bij welke het niet toegelaten is onder een bepaald bedrag te betalen.

Kies dan ook een goed systeem en hou hierbij rekening met de mogelijke transactiekosten die u ten laste kunnen gelegd worden.

Meer informatie vindt u op de website van de FOD Economie.

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/04/2022)

In het Belgisch Staatsblad van 28/12/2006 verscheen een publicatie van een nieuw artikel 52bis in het BTW-wetboek. Door dit nieuwe artikel kunnen BTW-ambtenaren een administratief bewarend beslag leggen op verdachte goederen.

Goederen worden als verdacht beschouwd wanneer:

• de tussenkomende partijen bij de levering, intracommunautaire verwerving of invoer niet identificeerbaar zijn of,
• de oorsprong, de hoeveelheid en de prijs of de waarde van de goederen niet kunnen vastgesteld worden.

De ambtenaren dienen een proces-verbaal van beslag op stellen dat de vastgestelde feiten en een omschrijving van de goederen, die het voorwerp uitmaken van het beslag, vermeldt. Dit proces-verbaal moet binnen de 24 uur volgend op de opmaak betekend worden.

Indien de belastingplichtige de oorsprong, de hoeveelheid, de kostprijs of de waarde van de goederen en de identiteit van de partijen kan bewijzen, dan wordt het beslag opgeheven.

Het beslag kan slechts gedurende 1 maand behouden worden, behoudens bekrachtiging door de beslagrechter.  De belastingplichtige kan ook de geldigheid van het beslag betwisten voor de beslagrechter.

Deze maatregel treedt in werking de tiende dag na publicatie in het Belgisch Staatsblad.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)