1

Meerwaarden op belangrijke deelnemingen/participaties vanaf 01/01/2026 belastbaar in de personenbelasting!

Tot eind 2025 zullen meerwaarden op belangrijke deelnemingen/participaties in vennootschappen in de meeste gevallen vrij zijn van een meerwaardebelasting in de personenbelasting.

Vanaf 01/01/2026 wijzigt dit ten gevolge het zomerakkoord 2025 en zullen de meerwaarden op belangrijke participaties/deelnemingen (doorgaans > 20%)  die u persoonlijk realiseert belastbaar worden in de personenbelasting.

De tarieven van de meerwaardebelasting zijn als volgt:

  • 0 – 1.000.000 € meerwaarde                 vrijgesteld
  • 1.000.001 – 2.500.000                             1,25%
  • 2.500.001 – 5.000.000                             2,50%
  • 5.000.001 – 10.000.000                           5,00%
  • Boven 10.000.000 €                                 10,00%

Indien er in de toekomst belangrijke meerwaarden verwacht worden op uw deelnemingen/participaties is het aangewezen om een waardering van deze aandelen per 31/12/2025 te laten maken door een onafhankelijke deskundige.

De waarderingsformule voorzien in de wet, zijnde eigen vermogen + 4 x EBITDA zou immers ver kunnen afwijken van de uiteindelijke waardering van uw deelneming/participatie per 31/12/2025.

Wenst u in de toekomst geen fiscale betwistingen omtrent de omvang van de belastbare meerwaarde dan is het dus aangewezen om begin 2026 een onafhankelijke deskundige aan het werk te zetten.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 26/09/2025)




DBI-beleggingen worden minder interessant voor de vennootschap!

Vandaag de dag wordt er door vennootschappen veel belegd in DBI-beleggingen en de redenen hiervoor zijn logisch:

  • Meerwaarden worden niet belast in de vennootschapsbelasting
  • Dividenden worden niet belast in de vennootschapsbelasting en de ingehouden roerende voorheffing wordt in mindering gebracht van de verschuldigde vennootschapsbelasting.

Dit in tegenstelling tot andere beleggingsproducten waarvan meerwaarden wel belast worden in de vennootschapsbelasting alsook de dividenden.

De opgenomen maatregelen in het regeringsakkoord De Wever I zullen de DBI-beleggingen in de toekomst minder interessant maken:

  • 5% vennootschapsbelasting op de meerwaarde
  • roerende voorheffing op dividenden enkel nog verrekenbaar met de verschuldigde vennootschapsbelasting indien wordt voldaan aan de nieuwe minimale bedrijfsleidersbezoldiging (50.000 euro + jaarlijkse indexering)

Het is nog niet duidelijk vanaf wanneer deze nieuwe regelgeving wordt ingevoerd (vanaf 01/01/2026?) maar misschien dient u te overwegen om uw winst op deze DBI-beleggingen nog te nemen voor het jaareinde?

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/02/2025)




De meerwaardebelasting wordt een feit!

Er is eind 2024 veel geschreven over de nota’s De Wever en de mogelijke fiscale impact voor de KMO’s en de ondernemer. Ondertussen is de regering De Wever I gevormd en dienen wij te onthouden dat deze regering in het regeerakkoord tal van fiscale maatregelen heeft opgenomen.

Er zal ondermeer een algemene solidariteitsbijdrage, lees meerwaardebelasting in de personenbelasting, komen van 10% op de toekomstige gerealiseerde meerwaarden op financiële activa opgebouwd vanaf het moment van de invoering van deze bijdrage.

Welke activa allemaal in aanmerking dienen genomen te worden is nog niet duidelijk maar wel staat reeds vast dat aandelen, beleggingsfondsen en crypto-activa geviseerd zijn.

Er zal een vrijstelling gelden van 10.000 euro per kalenderjaar en deze vrijstelling zal jaarlijks geïndexeerd worden.

Wat de aandelen betreft is er voorzien in een uitzondering. In het geval een natuurlijke persoon een aanmerkelijk belang aanhoudt, nl. 20% van de aandelen in een vennootschap, wordt er voorzien in een vrijstelling van 1.000.000 euro en een trapsgewijze taxatie van toekomstige meerwaarden:

  • Meerwaarde tussen 1 en 2,5 mio:         1,25%
  • Meerwaarde tussen 2,5 en 5 mio:         2,5%
  • Meerwaarde tussen 5 en 10 mio:          5%
  • Meerwaarde boven 10 mio:                   10%

Gerealiseerde minderwaarden mogen in mindering gebracht worden van meerwaarden maar zullen fiscaal niet overdraagbaar worden naar andere jaren.

Gezien er nu reeds meningsverschillen zijn tussen de verschillende regeringspartijen omtrent de inhoud hiervan in het regeringsakkoord, valt het tevens te verwachten dat hierover het laatste nog niet geschreven zal zijn.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/02/2025)




Zijn meerwaarden op Bitcoins en cryptomunten belastbaar in de personenbelasting?

Of de meerwaarden op Bitcoins en cryptomunten al dan niet belastbaar zijn in de personenbelasting hangt af van de feitelijke omstandigheden en zal in de praktijk wellicht nog dikwijls aanleiding geven tot fiscale betwistingen.

Voor belastingplichtigen die handelen als een goed huisvader en beleggen voor de lange termijn zijn meerwaarden in principe niet belastbaar.

Van belastingplichtigen dewelke regelmatig traden en speculeren met als doelstelling meerwaarden te realiseren, wordt verwacht dat deze inkomsten worden aangegeven als een divers inkomen in de personenbelasting. Dit divers inkomen wordt belast aan het afzonderlijke tarief van 33% in de personenbelasting.

Belastingplichtigen wiens voornaamste inkomsten en activiteiten bestaan uit het traden van Bitcoins en cryptomunten worden geacht deze inkomsten aan te geven als een beroepsinkomen. Dit beroepsinkomen zal onderworpen worden aan de progressieve tarieven personenbelasting.

Deze laatste categorie is uiteraard ook gehouden om zich te registreren in de KBO en aan te sluiten bij een sociale kas voor zelfstandigen.

Weet tevens dat het Nationaal Centrum Opsporingen en FOD Financiën middelen inzet om deze digitale transacties op te sporen en te belasten. In het geval u een regelmatige trader bent en aanzienlijke meerwaarden realiseert, is de kans dan ook reëel dat u vroeg of laat een vraag om inlichtingen van de fiscus kan verwachten.

Een gewaarschuwd man is er twee waard …

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/01/2024)




Meerwaarden op aandelen belastbaar in de personenbelasting?

De blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming van Minister Van Peteghem voorziet in een meerwaardebelasting van 15% op financiële producten omdat dit eerlijk zou zijn:

We nemen ook meerwaarden op financiële producten mee

We belasten gerealiseerde meerwaarden op aandelen, obligaties en andere financiële producten aan 15%, gezien ze doorgaans over meerdere jaren worden opgebouwd. We voeren de meerwaardebelasting in met respect voor verworven rechten en houden rekening met minderwaarden. We doven bestaande belastingen op vermogen of vermogenstransacties uit, zoals de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen en de taks op de beursverrichtingen.

We ondersteunen actief ondernemerschap

Een onderneming uitbouwen en mensen tewerkstellen vergt initiatief, creativiteit en doorzettingsvermogen. Dat actief ondernemerschap belonen we met een bijzondere, weliswaar beperkte, vrijstelling van de meerwaarden op aandelen als de vennootschap met behoud van haar activiteit wordt overgedragen.”

Weet dat ook vandaag deze meerwaarden in principe belastbaar zijn, of de meerwaarden moeten kaderen binnen het normale beheer van privaat patrimonium. Dit vage begrip geeft in de praktijk wel eens aanleiding tot fiscale betwistingen en is een zuivere feitenkwestie.

Indien de meerwaarden niet kaderen binnen het normale beheer van privaat patrimonium en geen beroepsinkomsten zijn, dan worden deze belast als een divers inkomen (33% + gemeentebelasting) in de personenbelasting.

Verkoopt U als natuurlijke persoon een participatie van 25% of meer van Uw vennootschap aan een rechtspersoon buiten de EU, dan zal de meerwaarde minimaal belast worden aan het afzonderlijke tarief van 16,5% in de personenbelasting, uiteraard ook te verhogen met de gemeentebelasting.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/02/2023)




Gespreide belasting op meerwaarde – nu extra voordelig

Door de hervorming van de vennootschapsbelasting en de daaruit voortvloeiende tariefdaling wordt ook de keuze voor de gespreide taxatie extra voordelig.

Wanneer een vennootschap een meerwaarde realiseert bij het vervreemden van een bedrijfsgoed, is deze meerwaarde belastbaar. De vennootschap kan evenwel kiezen voor de gespreide taxatie van de meerwaarde. Daarvoor moet ze de ontvangen verkoopprijs herbeleggen in een nieuw actief dat bedrijfsmatig wordt gebruikt. De meerwaarde wordt dan maar belast naar gelang dat nieuwe actief wordt afgeschreven.

Waar deze keuze van gespreide taxatie voorheen vooral diende om de verschuldigde belasting te gaan spreiden in de tijd zal deze door de tariefdaling ook veel voordeliger zijn.

De gespreide belasting zal immers gebeuren tegen een lager tarief dan het tarief voor het boekjaar waarin de meerwaarden gerealiseerd werden.

Hieronder worden de tarieven vennootschapsbelasting nog even opgesomd.

Basistarief AJ 2018 (incl. 3% crisisbijdrage) 33,99%
Verlaagd opklimmend tarief AJ 2018 (incl. 3% crisisbijdrage)
0 – 25.000 euro 24,98%
25.000 – 90.000 euro 31,93%
90.000 – 322.500 euro 35,54%
> 322.500 euro 33,99%

 

De nieuwe tarieven vennootschapsbelasting vanaf AJ 2019 (belastbare tijdperken vanaf 01/01/2018)

LET OP !

Gespreide belasting is enkel mogelijk voor meerwaarden op investeringen die u minstens vijf jaar voor uw beroep hebt gebruikt.

Er moet herbelegd worden voor de volledige verkoopprijs en dit:

  • binnen een termijn van drie jaar vanaf de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde werd verwezenlijkt en dit in afschrijfbare investeringen.
  • binnen de 5 jaar voor herbelegging in een gebouw.

Indien U niet tijdig of onvoldoende herbelegt zullen de meerwaarden alsnog integraal belast worden aan het tarief dat van toepassing was in het jaar waarin de meerwaarden gerealiseerd werden en zullen er tevens interesten moeten worden betaald.

Het stelsel van de gespreide taxatie is een keuzestelsel. De belastingplichtige kan er dus wel voor kiezen om onmiddellijk volledig belast te worden op de meerwaarde.

Voorbeeld:

Bvba Janssens heeft een oude machine met een restwaarde van 20.000 €. De machine wordt verkocht voor 100.000 €. De bvba realiseert dus een meerwaarde van 80.000 €. Om in aanmerking te komen voor het stelsel van de gespreide taxatie moet de bvba Janssens echter de volledige verkoopprijs van 100.000 € herbeleggen.

 

(Auteur: Ronny Scheers)




Meerwaarde op aandelen worden sneller belast

Tot en met aanslagjaar 2018 was de meerwaarde op aandelen niet belast indien u:

  • de aandelen minstens 1 jaar onafgebroken in bezit had
  • of de waarde van de aandelen minstens 2.500.000 euro bedroeg.

Vanaf aanslagjaar 2019 voegt de wetgever hier een extra voorwaarde aan toe. De participatie moet vanaf aanslagjaar 2019 minstens 10% bedragen.

Belegt u dus met uw vennootschap ook in (beursgenoteerde) aandelen, dan komt u algauw niet aan een deelneming van 10% en zal u dus bij verkoop belasting moeten betalen als u hierop winst maakt.

De tarieven zijn dezelfde als de gewone vennootschapsbelasting. Zijn de aandelen nog geen jaar in bezit, maar u voldoet wel aan de overige voorwaarden, dan zal u een belasting van 25,50% (bij KMO-vennootschappen op deel belastbare grondslag minder dan 100.000 euro slechts 20,4%) moeten betalen. Vanaf 2020 wordt dit 25% en 20%.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)