1

Forfaitaire onkostenvergoedingen in het vizier van de fiscus en RSZ?

In de praktijk wordt er door vennootschappen gretig gebruik gemaakt van forfaitaire onkostenvergoedingen aan werknemers en bedrijfsleiders.

Aangezien deze vanaf 2022 op de loonfiches dienen vermeld te worden zal de fiscus en de RSZ-administratie beter zicht krijgen op de toekenning van deze vergoedingen aan werknemers en bedrijfsleiders.

Toekomstige controleacties zijn dan ook niet uit te sluiten. Het is immers een doorn in het oog dat deze vergoedingen fiscaal aftrekbaar zijn voor de vennootschap maar anderzijds onbelast blijven bij de genieters. Bovendien worden deze ook niet onderworpen aan RSZ-bijdragen.

Het zal dan ook een kwestie worden om deze forfaitaire onkostenvergoedingen grondig te onderbouwen. Dit kan bijvoorbeeld door een korte periode de bewijsstukken te verzamelen om het gebruik van de forfaitaire onkostenvergoedingen te verantwoorden.

Worden alle bewijsstukken reeds ten laste van de vennootschap gelegd en wordt er bovendien een aanzienlijke forfaitaire onkostenvergoeding toegekend, dan zou deze laatste wel eens een brug te ver kunnen zijn.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 30/05/2023)




De Corona telewerkaangifte = aanvullende administratieve rompslomp die de ondernemer-werkgever niet verdient!!

De ondernemingen, waarvan de meeste de negatieve impact van de Corona-crisis ervaren, worden met een nieuwe en verplichte administratieve formaliteit opgezadeld.

De situatie op uw werkvloer vanaf 01/04/2021 moet gerapporteerd worden via de RSZ-diensten ten laatste op 06/04/2021. Daarbij zal u het aantal medewerkers in de onderneming moeten rapporteren alsook bevestigen hoeveel medewerkers een functie hebben die niet telewerkbaar is en dit per vestigingseenheid.

Meer informatie omtrent deze verplichte aangifte vindt u in deze link.

Abeka begrijpt dat telewerk belangrijk is in de strijd tegen Covid-19, maar ziet niet in hoe deze aanvullende administratieve formaliteit gaat bijdragen. Zeer spijtig dat deze verplichting wordt opgelegd zonder enig overleg met de werkgevers die in het algemeen reeds zware inspanningen leveren om het werk zo veilig mogelijk te organiseren!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel, fiscaal accountant ITAA 11308681 – 30/03/2021)




Niet betalen RSZ, BV, BTW: aansprakelijkheid bestuurder

De programmawet van 20/07/2006 voorziet in een uitbreiding van de bevoegdheden en de aansprakelijkheid van de bestuurders van een vennootschap.

Niet betalen BTW of bedrijfsvoorheffing:

  • Wanneer de BTW of de bedrijfsvoorheffing herhaaldelijk niet betaald wordt, is de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk. Er is een regularisatieperiode voorzien van 1 maand na de aangetekende aanmaning.

Niet betalen RSZ:

  • Wanneer er binnen een termijn van 1 jaar twee maal geen kwartaalbijdragen werden betaald en wanneer geen uitleg gegeven werd over het waarom de RSZ niet betaald werd, kunnen de achterstallige sociale zekerheidsbijdragen gevorderd worden van de bestuurders.
  • Wanneer blijkt dat het faillissement van de vennootschap te wijten is aan een grove fout van de bestuurders, worden zij persoonlijk en hoofdelijk aanpsrakelijk gesteld tot het betalen van achterstallige sociale zekerheidsbijdragen. Er kan tevens een vordering ingesteld worden aan de bestuurders tot het voldoen van de bijdrageopslagen, verwijlintresten, … wanneer blijkt dat zij een grove fout begingen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

 




8,86% sociale bijdrage op groepsverzekering werknemers strenger gecontroleerd

Indien u voor uw werknemers een groepsverzekering hebt afgesloten, dan wordt er geen normale RSZ-bijdrage personeel berekend, maar dient er door de werkgever zelf wel een speciale bijdrage van 8,86% op de werkgeverspremie aangegeven en betaald te worden. Meestal geeft de werkgever dit bedrag door aan het loonsecretariaat.

De Overheid heeft een electronische databank gemaakt, waarin alle groepsverzekeringen zijn opgenomen. Daarvoor kunnen de verzekeraars zelf aangesproken worden om de nodige informatie aan te leveren. Zo een databank heeft niet alleen zijn voordelen, maar zeker ook zijn nadelen.

Wij stellen ook vast dat het dikwijls onwetendheid/vergetelheid is bij bedrijven dat zij zelf de nodige actie moeten ondernemen om deze taks aan te geven, en te betalen….

Wij moeten er dan ook geen tekening bij maken dat de RSZ de nodige softwareprogramma’s heeft ontwikkeld om de “niet-aangevers” op te sporen. En bent u bij de ” niet-aangevers “, dan zal er vrij snel een onderzoek volgen. En zoals u waarschijnlijk weet, zijn op niet betaalde RSZ-bijdragen hoge bijdrageopslagen en intresten verschuldigd.

In een normale procedure kan de RSZ drie jaar terug gaan. Wij raden u dan ook aan, indien er groepsverzekeringen voor uw personeel lopende zijn, een controle uit te voeren, tenminste over de drie laatste jaren. Voorkomen is immers beter dan genezen…

 

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)