1

Geld lenen bij Uw vennootschap is duur en wordt wellicht niet goedkoper!

Bestuurders of zaakvoerders ontlenen wel eens geld uit de vennootschap via de zogenaamde rekening courant. De intresten op zulke rekening courant bedroegen 7,14% in 2022. Rekening houdende met de tarieven uit het verleden en de stijgende intresten valt het te verwachten dat deze intrest in 2023 veel hoger zal zijn. Dit weten we pas begin 2024 wanneer dit tarief voor leningen zonder vaste looptijd bekend gemaakt worden in het Belgisch Staatsblad.

In 2020 bedroeg deze fictieve debetrente nog 10,20% dus de verwachtingen zijn niet rooskleurig!

De intrest op de rekening courant dient door de bestuurder/zaakvoerder aan de vennootschap betaald te worden of dient belast te worden in de personenbelasting als een voordeel alle aard.

Het is dus financieel aangewezen om een lening met vaste looptijd te voorzien en hiervoor de contractuele afspraken duidelijk op papier te zetten. Uiteraard is het noodzakelijk dat deze contractuele afspraken ook nagekomen worden en dat ook alle regels met betrekking tot het belangenconflict worden nageleefd.

Voor een lening met vaste looptijd werd het maandelijkse lastenpercentage in 2022 bepaald op 0,12%. In het geval van een lening over een periode van 5 jaar bedroeg dus de intrest op een lening in 2022 2,856% in plaats van 7,14%. Een aanzienlijk verschil.

Spijtig genoeg weten we nog niet wat het maandelijkse lastenpercentage voor 2023 zal worden maar het valt te verwachten dat dit aanzienlijk lager zal zijn dan de fictieve debetrente.

Meer info vindt u op de website van FOD Financiën.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/09/2023)




Een belastbaar voordeel alle aard voor zonnepanelen en/of laadpalen?

De huidige energiecrisis in combinatie met de fiscale voordelen en de gewijzigde autofiscaliteit zet meerdere vennootschappen aan om te investeren in zonnepanelen en/of laadpalen.

De fiscale voordelen van een investering in laadpalen werd reeds eerder toegelicht in één van onze voorgaande nieuwsbrieven maar wordt verder in detail toegelicht op de website van VLAIO.

De vraag is uiteraard of deze investeringen door de vennootschap aanleiding geven tot een belastbaar voordeel alle aard bij de werknemers of bestuurders van de vennootschap?

Indien de vennootschap zonnepanelen, al dan niet met batterij, plaatst op het dak van de private woning van de werknemer of bestuurder en hiervan de eigendomsrechten overdraagt, dan ontstaat er een belastbaar voordeel in hoofde van de begunstigde. Dit voordeel alle aard moet bepaald worden op basis van een voor particuliere klanten marktconforme aankoopprijs voor eenzelfde installatie.

Wordt het eigendomsrecht niet overgedragen, dan ontstaat bij de begunstigde een voordeel alle aard voor de terbeschikkingstelling van de installatie. Ook hier moet het voordeel alle aard worden vastgesteld op basis van de werkelijke waarde. Deze werkelijke waarde stemt overeen met de gangbare leaseprijs op jaarbasis voor een gelijkaardige particuliere installatie. Het betreft dus een jaarlijks weerkerend voordeel alle aard.

De opbrengsten van deze installatie in zonnepanelen geven geen aanleiding tot het belasten van een aanvullend voordeel alle aard. Dit werd bevestigd door onze Minister van Financiën naar aanleiding van een parlementaire vraag.

Investeert de vennootschap in laadpalen en worden deze ter beschikking gesteld van de werknemers of bestuurders, dan is er goed nieuws. Het voordeel alle aard hiervan, alsook het gebruik, wordt immers geacht inbegrepen te zijn in het voordeel alle aard van de elektrische wagen. Heeft de werknemer of bestuurder echter geen elektrische wagen van de vennootschap ter beschikking en mag hij/zij een persoonlijk voertuig opladen, dan zal dit wel aanleiding geven tot een belastbaar voordeel alle aard in hoofde van de genieter!

Noteer dat de investering in deze laadpalen kan geschieden op de bedrijfsterreinen van de vennootschap, maar ook bij de woning van de werknemer/bestuurder. Op zich zal dit geen aanleiding geven tot een aanvullend belastbaar voordeel alle aard in de veronderstelling dat enkel de ter beschikking gestelde elektrische wagen van de vennootschap er wordt opgeladen.

Tot slot willen wij ook nog vermelden dat de voordelen alle aard voor de gratis terbeschikkingstelling van elektriciteit en verwarming werden aangepast vanaf 01/01/2022. Hiervoor verwijzen wij naar volgend artikel op onze website.

Indien de vennootschap de woning niet ter beschikking stelt, worden de voordelen alle aard elektriciteit en verwarming immers sinds begin 2022 belast op de werkelijke waarde van het genoten voordeel. Rekening houdende met de huidige energietarieven zal dit voor veel genieters van dit voordeel een aanzienlijke fiscale impact hebben inzake personenbelasting en sociale bijdragen!

Een investering in zonnepanelen kan zodoende aanleiding geven tot een aanvullend belastbaar voordeel alle aard bij de genieter maar kan anderzijds de voordelen alle aard voor de gratis terbeschikkingstelling van elektriciteit aanzienlijk reduceren. Mogelijk kan dit element ook meespelen in de beslissing van de vennootschap om toch over te gaan tot een investering?

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 29/11/2022)




Fictieve debetrente op gratis lening of voorschot uit de vennootschap kan vermeden worden!

Wanneer u als bedrijfsleider geld leent van uw vennootschap voor onbepaalde duur zonder hierop intresten te betalen of geld opneemt in rekening courant, dan geniet u een belastbaar voordeel alle aard dat berekend wordt door op die lening/opname een fictieve intrest toe te passen.

Deze aanzienlijke fictieve intrest wordt jaarlijks bepaald bij KB en bedroeg voor 2021 6,48% en voor 2020 maar liefst 10,20%.

Indien u dus behoefte heeft aan een lening uit uw vennootschap is het aangewezen om een lening met vaste looptijd af te sluiten en dit aan de rentevoet die wordt bepaald door het KB voor de niet-hypothecaire leningen met vaste looptijd. Deze intresten zijn aanzienlijk lager en worden bepaald op een maandelijks lastenpercentage van 0,11% voor 2021. Het uiteindelijke tarief zal afhankelijk zijn van de duur van de lening maar zal aanzienlijk lager zijn dan de fictieve debetrente.

Alle partijen zullen zich wel dienen te houden aan de contractuele afspraken die uiteraard een correcte betaling van de intresten impliceren. Voorzie tevens in de overeenkomst dat de lening vervroegd kan worden terugbetaald. Zodoende heeft u in een later stadium de mogelijkheid om de lening aan te zuiveren door middel van dividenduitkering of andere persoonlijke tegoeden.

Het opstellen van de overeenkomsten en jaarlijkse intrestberekeningen vergen een kleine administratieve inspanning, maar zullen op termijn een aanzienlijk persoonlijk financieel voordeel opleveren.

Hou er rekening mee dat u de lening uiteindelijk ook zal moeten terugbetalen aan de vennootschap, dus ga niet ondoordacht te werk en reserveer of voorzie hiervoor tijdig de noodzakelijke fondsen.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/09/2022)




Zorg voor voldoende bewijs van Uw fiscaal aftrekbare uitgaven!

Artikel 49 WIB 92 stelt dat aan een aantal voorwaarden voldaan moet zijn opdat een beroepskost voor fiscale aftrek in aanmerking komt:

  • De kost moet in het belastbare tijdperk gedaan of gedragen zijn (annualiteitsvoorwaarde);
  • De kost moet gedaan zijn om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden (finaliteitsvoorwaarde/intentionaliteitsvoorwaarde);
  • De kost moet verantwoord worden door middel van bewijsstukken, of ingeval een dergelijke zaak niet mogelijk is, door alle andere door het gemeen recht toegelaten bewijsmiddelen, met uitzondering van de eed (realiteitsvoorwaarde).

In de praktijk stellen wij vast dat de belastingplichtige er niet altijd in slaagt om voldoende bewijsstukken voor te leggen om de fiscus te overtuigen in het geval van een fiscale controle.

Het voorleggen van een factuur met een betalingsbewijs is op zich dan ook niet altijd voldoende om de kost fiscaal in rekening te kunnen brengen. Er zal moeten aangetoond worden dat de kost effectief werd gedragen om beroepsinkomsten te behouden of te verkrijgen en dit is in de praktijk niet altijd evident.

Ook in de rechtspraak moeten wij vaststellen dat er een strenger standpunt wordt ingenomen door de fiscale rechters. Zo denken wij bijvoorbeeld aan de kosten dewelke de vennootschap draagt om een voordeel alle aard aan de bestuurder van de vennootschap toe te kennen (vb. gratis woonst, personenwagen, …). De vennootschap zal in dat geval moeten aantonen dat deze voordelen worden toegekend als een vergoeding voor de geleverde prestaties door de bestuurder en bovendien is het aangewezen dat diens prestaties voldoende inkomsten genereren voor de vennootschap!

Billijkheid, voldoende verantwoording en bewijskracht voor de beroepskosten, zijn dan ook aangewezen om fiscale betwistingen omtrent de fiscale aftrek te vermijden!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 20/12/2021)




Vanaf 01/01/2022 een hoger voordeel alle aard voor de gratis ter beschikkingstelling van Uw bedrijfswagen!

Als U van Uw vennootschap of werkgever een bedrijfswagen gratis ter beschikking krijgt voor persoonlijk gebruik, dan geniet U een voordeel alle aard dat belastbaar is in de personenbelasting.

Het wagenpark in België wordt minder vervuilend, maar dit heeft als effect dat dit een negatieve impact kan hebben op het belastbare voordeel alle aard voor de wagen die U op dit ogenblik ter beschikking heeft. De Co2-referentie, dewelke gebruikt wordt om het voordeel alle aard te berekenen, wordt immers gedrukt door de vergroening van het wagenpark.

Hierdoor kan het belastbare voordeel voor 2022 in vergelijking met 2021 met meer dan 10% stijgen!

Een klein voorbeeld voor één van de wagens uit ons wagenpark:

  • voordeel alle aard 2021:            3.360 euro
  • voordeel alle aard 2022:            3.640 euro

In het concrete voorbeeld gaat het om een stijging van maar liefst 8,33 % en dit in de wetenschap dat hierover 50% personenbelasting verschuldigd is.

Ons inziens is deze stijging van het voordeel alle aard niet te verantwoorden en de personenwagen blijft dan ook ten allen tijde een fiscale melkkoe voor onze diverse overheden. Ook na de verdere vergroening van het wagenpark!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 20/12/2021)




Nog éénmaal genieten van een superlaag voordeel alle aard gratis woonst. Nieuwe berekening VAA gratis woonst is meer dan aanvaardbaar!

Op 28/11/2010 besliste de nieuwe regering Di Rupo het voordeel van alle aard gratis woonst bijna te verdubbelen.
Van KI x 100/60 x 2 naar KI x 100/60 x 3,8 waarbij KI staat voor geïndexeerd Kadastraal Inkomen.
Deze maatregel werd ingevoerd vanaf 01/01/2012.

Op 15/05/2018 legde de fiscus zich neer bij de rechtspraak die meermaals oordeelde dat het onderscheid dat werd gemaakt naargelang de hoedanigheid van de verstrekker van het voordeel strijdig was met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
Vanaf inkomstenjaar 2017 kregen wij op deze wijze een zeer voordelige berekening voor iedereen, namelijk KI x 100/60.

In het Koninklijk Besluit van 07/12/2018 (BS 27/12/2018) werd er door de regering Michel een definitieve oplossing gegeven door bij de berekening van het VAA gratis woonst de vermenigvuldigingsfactor 2 toe te passen vanaf 01/01/2019.

Voor alle duidelijkheid: voor inkomstenjaar 2018, aangifte personenbelasting 2019, kan men nog steeds het voordeligere KI x 100/60 aangeven!

Volgend voorbeeld zal u een beter idee geven van de berekening VAA gratis woonst.

Wij gaan uit van een geïndexeerd KI van 4.513,98 € en in het voorbeeld steeds van het inkomstenjaar.


Opmerkingen:

  • er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen wie het onroerend goed ter beschikking stelt
  • er wordt geen onderscheid meer gemaakt in de hoogte van het KI (voorheen al dan niet lager of hoger dan 745 €)
  • wat betreft een ongebouwd onroerend goed blijft de formule: geïndexeerd KI x 100/90
  • het VAA gratis verwarming bedraagt voor 2018 1.990 €,
  • het VAA gratis elektriciteit bedraagt voor 2018 990 €
  • voor de berekeningen VAA moet men prorateren op dagbasis indien men niet het ganse jaar het voordeel heeft genoten.

Nu er een definitieve regeling werd uitgewerkt kan het dus terug interessant zijn voor een bedrijfsleider om een woning op de vennootschap te kopen.

Wenst u graag te weten wat dit concreet voor u betekent, aarzel dan niet om een Abeka-medewerker te contacteren voor meer uitleg.

 

(Auteur: Georges Bauwens, Erkend Boekhouder-Fiscalist BIBF 301 85 790)

 




Voordeel alle aard woonst, fiscus naar af, wat te doen?

Voordeel alle aard woonst:

  • 07/03/2018: Minister wil onderscheid ongedaan maken
  • eind maart 2018: Minister zal eerst eens naar zijn administratie luisteren

100% garantie kunnen wij u in België al lang niet meer geven inzake fiscaliteit.

Een totaal onrechtvaardige discriminatie heeft Abeka het altijd al gevonden.

Recente rechtspraak van het hof van beroep van Gent en Antwerpen bevestigde onze visie.

Minister Van Overtveldt bevestigde op 07/03/2018 dat hij het onderscheid wilde terugdraaien. Maar de beslissing van Van Overtveldt is niet naar de zin van de fiscale administratie.

Te veel bedrijfsleiders zouden nu het idee kunnen hebben terug een woning in de vennootschap te krijgen.

De Minister antwoordde vorige week dat zijn administratie bezig is met een juridische en budgettaire analyse. De administratie zal nu een voorstel voor een definitieve oplossing bij de regering indienen. Dat belooft niet veel goeds …

Op het einde van dit artikel toch ook nog eens speciale aandacht voor de houding van de Administratie t.o.v. de aftrekbaarheid van de kosten in de vennootschap. Ook hier verwerpt de fiscus regelmatig de kosten van afschrijving, registratierechten, notaris kosten en onderhoudskosten.

 

Waarover gaat het?

Wanneer een vennootschap een onroerend goed ter beschikking stelt van een bedrijfsleider werd/wordt deze 3,8 keer meer belast dan wanneer het onroerend goed ter beschikking werd gesteld door een natuurlijk persoon. Heel discriminerend, heel onrechtvaardig.

 

Hoe heeft de fiscus gereageerd?

Wanneer een aanslag vernietigd wordt door een hof van beroep (zie hierboven) kan de fiscus cassatieberoep aantekenen. Maar de fiscus heeft ingezien dat dit beroep in cassatie geen kans op slagen had.

De fiscus heeft het dan ook slim willen spelen en heeft geprobeerd een volledige nieuwe aanslag voor te leggen aan het hof, namelijk de aanslagen te laten goedkeuren op grond van de reële huurwaarde van de woning.

Maar gelukkig volgde het hof van beroep te Gent in zijn arrest van 20/02/2018 de fiscus niet: de discriminatie zou immers blijven, een aanslag op de werkelijke huurwaarde wordt niet aanvaard, dus wordt de regel: KI x 100/60. Bedrijfsleiders van vennootschappen zullen hun VAA gratis woonst verminderd zien met de deler 3,8. Over een succes gesproken!! Maar zoals in het begin geschreven, 100% garantie kunnen wij u in België al lang niet meer geven inzake fiscaliteit.

 

Is dit arrest definitief?

De administratie zou nog cassatieberoep kunnen aantekenen, maar heeft er blijkbaar de buik van vol.

Er verschenen ondertussen al verschillende berichten in de media, waarbij Minister Van Overtveldt stelt “het onderscheid gedaan te willen maken”, alhoewel hij achteraf zegt “eerst naar zijn fiscale administratie te willen luisteren”. Een circulaire zou meer duidelijkheid gaan verschaffen.

 

Wat adviseert Abeka?

Wat vorig jaar betreft, adviseren wij de algemene (de 3,8 maal goedkopere) formule toe te passen (KI x 100/60 in plaats van KI x 100/60 x 3,8).

Tenzij de Administratie een circulaire uitvaardigt om spontaan de oude aanslagjaren recht te zetten, adviseert Abeka de oude forfaitaire berekeningen VAA gratis woonst aan te vechten.

Als bedrijfsleider hoef je hier geen schrik voor te hebben, het is een bezwaar in de personenbelasting.

 

Kosten en verloop van de procedure?

  • Indienen van een formeel en gemotiveerd bezwaarschrift. Dit moet tijdig gebeuren. De bezwaartermijn bedraagt immers maar 6 maanden vanaf de datum van de verzending van het aanslagbiljet.
  • Indien een tijdig bezwaarschrift niet meer kan, dan kan een ambtshalve ontheffing overwogen worden, daar het standpunt van Minister Van Overtveldt als een nieuw feit kan gekwalificeerd worden. Dit is belangrijk, want bij sommige belastingplichtigen gaat het toch over heel veel euro’s.
  • Zodra de fiscus een negatieve beslissing heeft genomen, heeft men 3 maanden om een gerechtelijke procedure op te starten.
  • De gerechtelijke procedure vindt plaats voor de bevoegde rechtbank van eerste aanleg.
  • Aan het opstarten van een procedure zijn geen kosten verbonden, enkel een bijdrage van € 20,00 per eisende partij voor het fonds voor de juridische bijstand. Wij adviseren echter een advocaat te nemen die het dossier behartigt.
  • Een gerechtelijke procedure kan 1 à 2 jaar duren.
  • Indien u gelijk krijgt voor de rechtbank krijgt u:
    • de terugbetaling van de teveel betaalde belasting
    • 7% moratoriumintresten (2% vanaf 01/01/2018).
    • terugbetaling € 20,00 F.J.B.
    • recht op een rechtsplegingsvergoeding

 

Hoe evolueert de houding van de fiscus in het bekijken van de woning in de vennootschap?

Tot enkele jaren geleden stelden wij vast dat de fiscus de aftrek van de kosten (afschrijvingen, onderhoud, e.d.) aanvaardde.

Maar de laatste jaren stellen wij vast dat de fiscus deze kosten verwerpt. Ook de rechtbanken beginnen meer en meer de fiscus hierin te volgen. Het ergste van al is dat zelfs, indien men de kosten in de vennootschap verwerpt, een eventuele meerwaarde toch in de vennootschap belast wordt bij het verkopen van de woning.

Abeka heeft steeds het advies gegeven om in de notulen van de jaarlijkse algemene vergadering te vermelden dat de woning dient om de prestaties van de bedrijfsleider te vergoeden.

En vergeet zeker niet dit VAA op de bezoldigingsfiche aan te geven.

Hopelijk komt er echter een circulaire die alle problematieken regelt, ook deze i.v.m. de vennootschapsbelasting. Maar laat alvast uw kans niet verloren gaan tot zolang er geen positieve circulaire is.

 

(Herwerkte versie – bron Cazimir Advocaten)




Hoge belasting op gebruik gratis woning is ongrondwettelijk, zegt nu ook Antwerps Hof van Beroep (deel 3)

Eind 2011 werd door de belastinghervorming van de regering Di Rupo het voordeel van alle aard voor een woning zo goed als verdubbeld.

Het Gentse Hof van Beroep oordeelde vorig jaar al dat dit onderscheid discriminerend is. Maar nu komt het Hof van Beroep te Antwerpen tot hetzelfde besluit. De fiscus zal die conclusie nu nog maar moeilijk kunnen negeren.

Zie ook onze links:

 

“Unanieme” rechtspraak

In ons vorig artikel hebben we nog opgemerkt dat het weinig waarschijnlijk leek dat de fiscus zich zomaar zou neerleggen bij deze rechtspraak. Maar nu het Antwerpse Hof van Beroep dat van Gent bijtreedt, wordt het lastig voor de fiscus om nog vol te houden.

De kans is weliswaar reëel dat de bestaande regeling bevestigd zal worden in een nieuw koninklijk besluit, dat deze keer wel samen met een Verslag aan de Koning gepubliceerd zal worden met daarin de “juiste” verantwoording. Maar het zal moeilijk zijn om die “rechtzetting” terugwerkende kracht te geven. Voor zover nog mogelijk, dienen de betrokkenen dus best snel een bezwaarschrift in.

Verder opvolgen is de boodschap, Abeka kan u hierin verder begeleiden!!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Tarieven vennootschapsbelasting

Tabel normale aanslagvoeten + de verminderde tarieven

Tabel investeringsaftrek

Tabel voorafbetalingen

Tabel voordelen alle aard

Tabel voordelen alle aard auto

Tabel revalorisatiecoëfficiënt + huur als bezoldiging

 

 

 




Voordeel alle aard bedrijfswagen: belangrijke aanpassing vanaf 01/01/2010

Een bedrijfswagen waarmee de werknemer of bedrijfsleider privé-verplaatsingen en woon-werkverplaatsingen maakt, vormt een belastbaar voordeel in natura. Op dit voordeel moet de genieter belastingen betalen. Vanaf 01/01/2010 is het belastbaar voordeel niet langer afhankelijk van de fiscale PK, maar van de CO2-uitstoot en de CO2-coëfficiënt.

Deze belasting wordt in principe aangerekend door de inhouding van bedrijfsvoorheffing op de maandelijkse loonberekening.

Om dit belastbaar voordeel te bepalen, bestaan er 2 fiscale berekeningsformules:

  • de forfaitaire berekeningsformule
  • de berekeningsformule volgens de werkelijke waarde van het voordeel

De nieuwe CO2-wetgeving heeft betrekking op de forfaitaire berekeningsformule. Aan de berekeningsformule volgens de werkelijke waarde van het voordeel, dit voor bestelwagens en moto’s, wijzigt niets.


Hoe werkt de forfaitaire berekeningsformule?

  • er geldt een forfait van 5.000 kilometer: woon-werkafstand (enkele rit) bedraagt maximum 25 kilometer
  • er geldt een forfait van 7.500 kilometer: woon-werkafstand (enkele rit) bedraagt meer dan 25 kilometer
  • er geldt een forfait van 5.000 kilometer: voor werknemers of bedrijfsleiders die geen woon-werkverkeer doen met de wagen, maar deze wel privé ter beschikking krijgen van de werkgever

Belastbaar voordeel tot en met 31/12/2009: forfaitaire kilometers vermenigvuldigd met een coëfficiënt afhankelijk van de fiscale PK van de wagen.

Belastbaar voordeel vanaf 01/01/2010: forfaitaire kilometers vermenigvuldigd met de CO2-uitstoot en met de CO2-coëfficiënt.


Berekeningswijze

Het belastbaar voordeel is vanaf 01/01/2010 gelijk aan het aantal forfaitaire kilometers, vermenigvuldigd met de CO2-uitstoot van de wagen en met de CO2-coëfficiënt.

Woon-werkafstand (enkele rit) bedraagt < 25 km –> berekening maandelijks belastbaar voordeel: 5.000 km x CO2-uitstoot x CO2-coëfficiënt/12

Woon-werkafstand (enkele rit) bedraagt > 25 km –> berekening maandelijks belastbaar voordeel: 7.500 km x CO2-uitstoot x CO2-coëfficiënt/12
De CO2-coëfficiënt is afhankelijk van het brandstoftype van de wagen:

Benzine/LPG/aardgas –> CO2-coëfficiënt: 0,00210 euro per gram CO2
Diesel                        –> CO2-coëfficiënt: 0,00230 euro per gram CO2
Elektrisch                   –> CO2-coëfficiënt: 0,10 euro per gram CO2 (= minimumbijdrage)

De CO2-coëfficiënten worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd.

Vanaf 01/01/2011 gelden volgende bedragen:

Benzine/LPG/aardgas –> CO2-coëfficiënt: 0,00216 euro per gram CO2
Diesel                        –> CO2-coëfficiënt: 0,00237 euro per gram CO2
Elektrisch                   –> CO2-coëfficiënt: 0,10 euro per gram CO2 (= minimumbijdrage)


Waar vindt men de CO2-uitstoot van de wagen terug?

De CO2-uitstoot kan men terugvinden op het gelijkvormigheidsattest van de wagen of op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

CO2-gids

Website Ecoscore
Wat indien de CO2-uitstoot van de wagen niet gekend is?

Indien de CO2-uitstoot van de wagen niet gekend is bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) geldt volgende vaste CO2-emissie:

  • 205 gram per kilometer voor wagens op benzine, LPG en aardgas
  • 195 gram per kilometer voor dieselwagens


Er is een minimumbijdrage

Eveneens nieuw in de CO2-berekeningsformule: er is een minimumbijdrage van 0,10 euro per kilometer.

Deze minimumbijdrage moet toegepast worden indien de uitkomst van de vermenigvuldiging van de CO2-coëfficiënt en de CO2-uitstoot lager is dan 0,10 euro per gram CO2. Deze minimumbijdrage zal uiteraard enkel maar van toepassing zijn op zeer milieuvriendelijke wagens.


Wat indien het personeel zelf een bijdrage betaalt?

Sommige firma’s vragen aan hun werknemers om een bijdrage te betalen, opdat ze met een bedrijfswagen zouden kunnen rijden. Deze persoonlijke bijdrage mag afgetrokken worden van het berekende belastbare voordeel. Mogelijk komt het belastbare voordeel hierdoor zelfs te vervallen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)