1

Vergeet Uw vrijstelling van dividenden niet te vragen in de aangifte personenbelasting!

Indien U in 2022 dividenden heeft ontvangen kan U hiervan 800 euro vrijstellen van belastingen in de  personenbelasting. Deze vrijstelling geldt per belastingplichtige zodoende dat gehuwden meestal deze vrijstelling 2 keer kunnen genieten. Dit gegeven is afhankelijk van het huwelijksstelsel.

Bij de uitkering van deze dividenden wordt er een bevrijdende roerende voorheffing ingehouden. Deze varieert tussen de 5% en 30% en is afhankelijk van de aard van de reserves welke worden uitgekeerd of van de kenmerken van de vennootschap die deze dividenden uitkeert.

Het is de ingehouden roerende voorheffing op het vrijgestelde dividend van 800 euro die kan worden teruggevraagd via de aangifte personenbelasting. De terugbetaling van de roerende voorheffing zal dus variëren ten gevolge de inhouding:

  • 5% RV = 40 euro
  • 15% RV = 120 euro
  • 20% RV = 160 euro
  • 30% RV = 240 euro

Het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing zal U in de aangifte personenbelasting moeten opnemen in de code 1437 en/of 2437.

In het slechtste geval kan U bij een vergetelheid toch al snel 480 euro per jaar te veel aan personenbelasting betalen. Toch de moeite om even door Uw beschikbare attesten te gaan en deze correct aan te leveren aan Uw mandataris!

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 28/04/2023)




Waar blijft de vennootschapsbijdrage 2022?

In een ver verleden werd er voor de begrotingsmaatregelen een éénmalige sociale bijdrage ingevoerd voor vennootschappen. Deze éénmalige bijdrage bleek al snel een jaarlijkse éénmalige bijdrage te zijn. Een verplichte bijdrage die spijtig genoeg geen rechten opbouwt voor de vennootschap of haar bedrijfsleiders.

Vele bedrijfsleiders zullen vastgesteld hebben dat zij voor 2022 nog geen afrekening ontvangen hebben. Mogen wij hieruit concluderen dat er een verhoging van deze jaarlijkse bijdrage op komst is?

In 2021 bedroeg de jaarlijkse sociale bijdrage 347,50 euro voor de kleine vennootschappen en 868,00 euro voor grote vennootschappen. De grootte van uw vennootschap wordt bepaald aan de hand van het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar.

Noteer dat startende vennootschappen, die voldoen aan de opgelegde voorwaarden, een vrijstelling van deze bijdrage kunnen vragen. Deze vrijstelling geldt ook voor niet actieve vennootschappen en voor vennootschappen die ontbonden zijn, in vereffening werden gesteld of in faling zijn.

Meer info omtrent deze jaarlijkse sociale bijdrage voor vennootschappen vindt u hier.

 

(Auteur: Edwin Van Lommel – Fiscaal Accountant 11308681 – 27/10/2022)




Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw € 640 belastingvrij dividend niet!

Vanaf 1 januari 2018 kan elke belastingplichtige een dividenduitkering van € 640 vrijstellen van belastingen.

Wat zijn de spelregels:

  • In eerste instantie wordt er 30% roerende voorheffing door de vennootschap ingehouden.
  • Het jaar erop volgend kan u deze 30% roerende voorheffing recupereren in uw persoonlijke belastingaangifte.
  • Deze vrijstelling van belastingen geldt:
    • voor beursgenoteerde vennootschappen
    • voor zowel binnenlandse als buitenlandse dividenden
    • voor uw eigen vennootschap
    • Uitzondering: dividenden van beleggingsfondsen en dividenden uitgekeerd via juridische constructies, onderworpen aan de Kaaimantaks.
  • Bij KB zal nog worden bepaald welk type bewijsstuk zal moeten voorgelegd worden om de roerende voorheffing te kunnen terugvorderen.

Tip: Maak van deze belastingvrijstelling gebruik op uw eerstkomende algemene vergadering.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Vanaf 1 januari 2016: geen werkgeversbijdrage op de eerste aanwerving voor onbepaalde duur en vermindering op de volgende vijf aanwervingen

Het voorstel zal in werking treden op 01/01/2016. Het gaat om twee maatregelen:

  • Levenslange vrijstelling van werkgeversbijdragen op de eerste werknemer die in dienst wordt genomen in de komende 5 jaar.
  • Vermindering van de sociale bijdragen voor de 2de tot de 6de aanwerving.  De huidige voordelen die betrekking hadden op de 1ste, 2de, 3de, 4de en 5de aanwerving worden respectievelijk verschoven naar de 2de, 3de, 4de, 5de en 6de aanwerving. De verminderingsbijdragen hierna vermeld zijn maximumforfaits die toegekend worden bij voltijdse tewerkstelling en bij volledige kwartaalprestaties.

Dia1

 

Opmerkingen:

  1. Deze informatie is onder voorbehoud, omdat de definitieve wetteksten nog niet beschikbaar zijn (dd. 07/12/2015). Na de publicatie wordt dit artikel dan ook aangepast.
  2. De doelgroepvermindering mag slechts toegepast worden op voorwaarde dat de werknemer minstens 27,5% prestaties bereikt in het betrokken kwartaal (voor personeel dat deeltijds werkt en horecapersoneel is dit geen voorwaarde).
  3. Bij deeltijdse tewerkstelling worden deze verminderingen geprorateerd.
  4. Voor 2016 mag de werkgever wel de verhoogde verminderingsbijdragen toepassen voor zijn werknemers die in dienst kwamen in 2015, maar enkel voor het resterend aantal kwartalen.
  5. Om de levenslange vrijstelling 1e werknemer te kunnen genieten, moet u een “nieuwe werkgever” zijn. Dit wil zeggen:
    – nooit een werknemer in dienst gehad
    – sedert tenminste 4 opeenvolgende kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van indienstneming, niemand in dienst gehad
  6. Er zullen garanties worden ingebouwd om misbruiken te vermijden.
  7. Vanaf 2017 zouden deze bedragen nog verhoogd worden.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)