1

Nog snel investeren vóór 31/12/2019?

De derde fase uit het zomerakkoord 2017 treedt in werking vanaf 01/01/2020. Voor KMO-vennootschappen heeft deze derde fase ondermeer een gevolg op de fiscaliteit met betrekking tot de investeringen:

  • Tot en met 31/12/2019 kan de KMO-vennootschap een investeringsaftrek genieten van 20% dewelke ten hoogste 1 jaar overdraagbaar is. Deze investeringsaftrek is van toepassing op nieuwe activa, die door de KMO-vennootschap uitsluitend voor de beroepsactiviteit worden gebruikt en over een periode van minstens 3 jaar worden afgeschreven. De investeringsaftrek wordt gereduceerd naar 8%.
  • Vanaf 01/01/2020 moeten de afschrijvingen pro rata temporis berekend worden. Dit impliceert dat de afschrijvingen op nieuwe activa in het aanschaffingsjaar slechts afgeschreven worden vanaf de datum van de aankoop. (bedrag investering * % * xxx/365). De bijkomende kosten op de investeringen moeten éénmalig afgetrokken worden of hetzelfde afschrijvingsritme als de hoofdzaak ondergaan.
  • Er kunnen geen degressieve (versnelde) afschrijvingen meer toegepast worden op nieuwe investeringen na 31/12/2019. Dit fiscale gunstregime wordt met andere woorden afgeschaft.

Rekening houdende met voorgaande, de verdere daling van de tarieven inzake vennootschapsbelasting en op basis van de resultaten van Uw KMO-vennootschap kan het zeker aangewezen zijn om Uw investering nog snel te realiseren vóór 31/12/2019 en fiscaal te optimaliseren !

(Auteur: Edwin Van Lommel, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 96 807)




Rijd je niet vast in de autofiscaliteit!!!

Met het autosalon nog in het achterhoofd denken vele bedrijfsleiders eraan om een nieuwe wagen aan te schaffen. Maar welke auto koop je het best? En wat verandert het zomerakkoord aan de autofiscaliteit?

Vandaag wordt de fiscale aftrekbaarheid van autokosten bepaald o.b.v. de theoretische CO2-uitstoot per kilometer. De aftrekbaarheid kan variëren van 50% tot 120%. Deze regelgeving blijft van toepassing tot en met 31/12/2019.

Vanaf aanslagjaar 2021 (boekjaren met startdatum 01/01/2020) zal er een nieuwe formule toegepast worden, de zogenaamde gramformule (Zomerakkoord). Deze zal ook gelden voor de brandstofkosten !

 

Aftrek % = 120% – (0,5% x brandstofcoëfficiënt x aantal gr CO2/km

 

De coëfficiënt is gelijk aan:

  • 1 voor dieselwagens
  • 0,95 voor wagens met benzinemotor
  • 0,90 voor wagens met aardgasmotor.
  • De aftrek kan niet meer dan 100% zijn en niet minder dan 50%.
  • Voor auto’s met een CO2-uitstoot van 200 gram of meer, bedraagt de aftrek 40%.

 

En wat met de valse hybrides?

Ook zij zullen vanaf 2020 vallen onder de nieuwe gramformule. Een valse hybride is een wagen waarvan de accucapaciteit minder is dan 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht of de CO2-uitstoot meer bedraagt dan 50 gr / km.

De bepaling van het aftrekpercentage gebeurt dan op dezelfde manier als bij een brandstofmotor van hetzelfde model. Indien er geen uitvoering bestaat met uitsluitend een brandstofmotor, dan wordt de CO2-uitstoot van de hybride versie vermenigvuldigd met 2,5.

Uitzondering: indien je je valse hybride vóór 01/01/2018 hebt besteld/aangekocht, dan behoud je de theoretische CO2-waarde.

Voor volledig elektrische wagens zal het aftrekpercentage vanaf 2020 dalen naar 100%. Het maakt niet uit wanneer je je wagen gekocht heeft.

Conclusie: de juiste wagen kopen, kan je veel geld besparen.

Abeka zorgt met een advies op maat dat je steeds de juiste keuze maakt!

 

(Auteur: Christof Van Gheel, Erkend Boekhouder BIBF 302 15 904)




Doet men er goed aan belangrijke investeringen uit te stellen tot volgend jaar?

Voor nieuwe investeringen gedaan vanaf 1 januari 2018 wordt de eenmalige investeringsaftrek voor kleine vennootschappen van 8% voor twee jaar verhoogd naar 20%.

De investeringsaftrek is een bedrag dat u, bovenop de afschrijvingen van een investering, mag aftrekken van uw belastbare inkomsten in het jaar waarin u een investering doet.

De investeringsreserve verdwijnt, met een uitdoofscenario voor bestaande reserves.

Abeka stelt dan ook vast dat meerdere klanten ervoor opteren hun belangrijke investeringen uit te stellen tot 2018.

Bent u van plan belangrijke investeringen op te starten, neem dan contact op met ons kantoor, zodat wij u het extra fiscale voordeel kunnen berekenen indien u nog een drietal maanden wacht om te investeren.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Altijd belastingen en boetes voor onterecht ingebrachte bedrijfskosten?

Wie herinnert zich enkele jaren geleden niet de discussies en frustraties van de monsterboetes van 309 %.
Afgevoerd, maar er is een nieuw ei gelegd…..

In het zomerakkoord staat dat de belastingcontroleur vanaf volgend jaar het toepasselijke belastingtarief vennootschappen zal mogen toepassen (verlaagd of progressief tarief):

  • op een onterechte ingebrachte kost (een kost waarvan de controleur denkt dat het niet beroepsmatig is)
  • ook al maakte de onderneming geen winst na fiscale aftrekken (dus een onderneming die verlies maakt)
  • en er komt hierbovenop nog een boete (belastingverhoging)

Dus kunnen controleurs, wanneer deze maatregel goedgekeurd wordt, er terug op los schieten.
En dit met alle frustraties van voordien voor de bedrijfsleiders en hun adviseurs.

Een verwittigd bedrijfsleider is er twee waard…..

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Vermindering vennootschapsbelasting

De regering besliste in het Zomerakkoord tot een belangrijke hervorming van de vennootschapsbelasting. De grote lijnen van de verschillende maatregelen zijn bekend. Ze moeten in de loop van de volgende maanden echter nog concreet vertaald worden in regelgeving. Onderstaand overzicht is dus voorlopig en aan verandering onderhevig.

 

Verlaging tarieven vennootschapsbelasting

Zoals blijkt uit deze tabel krijgen KMO’s (minder dan 50 werknemers – omzet < 9 miljoen € – balanstotaal < 4,5 miljoen) een extra verlaging vennootschapsbelasting:

  • 20,4 % (incl. crisisbijdrage) voor de eerste 100.000 euro winst in 2018, vanaf 2020 is dit 20%, MAAR !!!!!!
    • Elke vennootschap zal jaarlijks aan minstens 1 bedrijfsleider/natuurlijk persoon een bezoldiging moeten uitkeren van minstens 45.000 euro, ofwel een bedrag gelijk aan de winst vóór belastingen als die lager is dan 45.000 euro, zo niet volgt er een bijzondere aanslag. Het tarief van deze bijzondere aanslag is gelijk aan 10% op het te weinig uitgekeerde bedrag van de bezoldiging. Deze bijdrage is wel fiscaal aftrekbaar.
    • Pas opgerichte vennootschappen zouden gedurende de eerste vier jaar niet aan de hierboven vernoemde voorwaarde moeten voldoen.
    • Kritische vraag: is dit niet het ontmoedigen van het gebruik van vennootschappen?
    • Vele exploitatievennootschappen keren geen bezoldiging uit aan hun bedrijfsleider, maar wel een managementvergoeding aan de managementvennootschap. Van daar uit wordt de bedrijfsleider bezoldigd. Zoals het vandaag ook reeds aan de orde is, komt de werkvennootschap dus niet in aanmerking voor het verlaagd tarief. Maar deze exploitatievennootschappen zullen nu een extra belasting ondergaan via de bijzondere aanslag: dit betekent een extra belasting van 4.500 euro ………

 

Extra positief nieuws:

  • Kleine ondernemingen zouden echter hun verlaagd tarief niet verliezen indien zij dividenden uitkeren die hoger zijn dan 13% van het gestort kapitaal.


Er zijn ook bijkomende fiscale lastenverlagingen voorzien in 2018:

  • De bestaande investeringsaftrek voor KMO-vennootschappen van 8 % wordt in 2018 tot 20 % verhoogd;
  • Gefaseerde uitbreiding van de vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke onderzoekers naar bachelors;
  • Afschaffing belasting 0,4% op meerwaarden van aandelen gerealiseerd door grote ondernemingen.

In onze volgende nieuwsbrief gaan wij voor minder goed nieuws: de compenserende lastenverhogingen !!!!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Zomerakkoord 2017: sociale maatregelen voor de zelfstandigen

De regering keurde op 26 juli een pakket hervormingen goed. Daarin zitten enkele maatregelen die  het sociaal statuut van de zelfstandigen verbeteren.

Een verlaging van de sociale bijdragen in de eerste 2 startersjaren, 500 euro vrij van bijdragen en belastingen voor specifieke activiteiten, halvering van de carensperiode bij ziekte, afschaffing van de eenheid van loopbaan bij pensioen,… Het zomerakkoord had heel wat in petto.

Hierna volgt een overzicht. Deze maatregelen gaan in vanaf 2018, tenzij anders aangegeven.

 

Sociale bijdragen:

  • Nu betalen beginnende zelfstandigen in hoofdberoep 20,5 procent van hun inkomsten het eerste jaar, met een minimum van 681,43 euro per kwartaal (forfaitair geschat op netto-beroepsinkomsten 13.296,45 euro per jaar)
  • De sociale bijdragen in de eerste twee startjaren worden verlaagd. Op basis van het barema van 2017 zou dat geven:
    – eerste jaar: 1/3 van de minimumbijdrage of 234,07 euro per kwartaal (incl. beheerskosten);
    – tweede jaar: 2/3 van de minimumbijdrage of 468,14 euro per kwartaal (incl. beheerskosten).

 

Vrijetijdswerk social profit en deeleconomie:

  • Wie minstens 80 % in hoofdberoep werkt – ook een zelfstandige – zal via ‘vrijetijdswerk’ tot 500 euro per maand of 6.000 euro per jaar kunnen bijverdienen zonder belastingen of sociale bijdragen te betalen. Het moet gaan over specifieke functies in de social profit (sportcoach, scheidsrechter, naschoolse kinderopvang, dirigent van het plaatselijk koor, inslapen bij mindervaliden, lesgever bij een cultureel-educatieve organisatie, seingever bij evenementen, …).
  • Idem voor activiteiten in de deeleconomie (erkende internetplatformen), al geldt daar de 80 %-werknorm niet.
  • Idem voor ‘burger-tot-burger activiteiten’. Dit concept moet de regering nog wel uitwerken.

 

Ziekteverzekering:

  • Bedienden hebben gedurende de eerste 30 dagen van hun ziekte recht op gewaarborgd loon. Dit geldt ook voor arbeiders. Zelfstandigen hebben dit nu niet.
  • De carensmaand, namelijk de niet-vergoedbare periode, in de verzekering arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen, wordt gehalveerd. De arbeidsongeschikt erkende zelfstandige zal dus recht hebben op een uitkering na 14 dagen.
  • De bedragen die zullen uitgekeerd worden zijn: alleenstaande 44,95 euro, samenwonende 34,47 euro, met gezinslast 56,17 euro.

 

Pensioenen:

  • Het minimumpensioen van de werknemers verhoogt met 0,7 % voor gepensioneerden met volledige loopbaan. Traditioneel volgt dan ook een verhoging voor de zelfstandigen.
  • De eenheid van loopbaan in de pensioenberekening wordt geschrapt. Men berekent pensioen nu op maximum 45 jaar, ook al heeft men langer gewerkt. Een loopbaan van 46/45 of hoger wordt dus mogelijk. Voor gelijkgestelde dagen boven de eenheid zal er echter geen pensioenrecht zijn, tenzij ze voordeliger uitvallen dan de gewerkte dagen.
  • Vanaf 2019 wil de regering sleutelen aan de gelijkgestelde periodes zodat die minder pensioen opleveren dan de actieve periodes.
  • Vanaf 2019 zal er ook een systeem van deeltijds pensioen ingevoerd worden, zowel voor werknemers als voor zelfstandigen. Men kan dan deeltijds blijven werken en dus pensioenrechten blijven opbouwen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)