Wij hebben vastgesteld dat veel van onze klanten gebruik gemaakt hebben van de “bijzondere liquidatiereserve”. En niet ten onrechte! Reserves of overgedragen winsten kunnen op deze manier via dividenden, zonder tot liquidatie over te gaan, uitgekeerd worden aan een anticipatieve heffing van 10% met daarbovenop 5% bij uitkering (indien men uitkeert na 5 jaar). De werkelijk betaalde belasting bedraagt dan 13,64% (zie artikel van onze vorige nieuwsbrief: Bijzondere liquidatiereserve aanslagjaar 2013: deadline nadert!).
Op 1 januari 2016 werd de roerende voorheffing verhoogd van 25% naar 27%.
Er blijven nog slechts enkele kleine uitzonderingen (15% rv): de inkomsten uit cessie of concessie van auteursrechten, de “Leterme bon”, de VVPR-KMO regeling, intresten van spaardeposito’s boven de vrijgestelde schijf.
Ter herinnering: VVPR-KMO regeling: 15% rv op dividenden van aandelen die zijn uitgegeven in ruil voor een inbreng in geld sinds 01/07/2013.
Heeft men gebruik gemaakt van de bijzondere liquidatiereserve, zoals hierboven beschreven, dan blijft bij uitkering na 5 jaar de belasting 5%. Indien men echter uitkeert binnen de 5 jaar, dan wordt de belasting toch nog 17% in plaats van 15%.
(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)