1

Vervuilende voertuigen worden geweerd in stad Antwerpen

De hele Antwerpse binnenstad en een deel van Linkeroever worden vanaf 1 februari 2017 een lage-emissiezone (LEZ).

De meest vervuilende voertuigen mogen de stad dan niet meer in. In 2020 en 2025 worden de LEZ-voorwaarden nog strenger.


Wat betekent nu de hele binnenstad en een deel van Linkeroever?

Op Linkeroever ligt de LEZ tussen de E17, de park-en-ride Linkeroever en het Sint-Annabos.

vervuilende-voertuigen-plan

 

Voor welke voertuigen geldt LEZ?

De LEZ geldt altijd, 7 dagen per week, 24 uur per dag voor:

  • categorie M: personenvervoer met personenwagens, busjes, bussen en autocars
  • categorie N: goederenvervoer met bestelwagens en vrachtwagens
  • categorie T: land- of bosbouwtrekkers op wielen

De LEZ geldt niet voor bromfietsen en moto’s.

 

Hoe gebeurt de controle op de LEZ?

Op de grens van de LEZ staan slimme camera’s. Die zoomen in op elke nummerplaat. De nummerplaat wordt vergeleken met een lijst van toegelaten voertuigen. Wagens die niet op de lijst staan en de stad inrijden, krijgen een boete.

 

Mag mijn voertuig binnen in de LEZ?

De meest vervuilende voertuigen mogen de stad niet meer in. Dit zijn oudere diesels en heel oude benzinewagens.

  • Of een voertuig de LEZ binnen mag, hangt af van zijn euronorm. Die norm – een cijfer van 1 tot 6 – staat in principe op het inschrijvingsbewijs van uw voertuig (zie rubriek ‘milieuklasse’). Hoe hoger het cijfer, hoe minder uw voertuig vervuilt.
  • De euronorm is een Europese milieustandaard waaraan de motor van een voertuig moet voldoen. Het doel is de uitstoot van vervuilende stoffen te beperken. Hoe hoger de euronorm van een auto, hoe lager de uitstoot van de motor. De euronorm van een auto bepaalt of hij binnen mag in de lage-emissiezone (LEZ).
    • Euronorm 3 is in voege sinds 2001.
    • Euronorm 4 geldt sinds 2006.
    • De meeste nieuwe personenauto’s hebben euronorm 5.
    • Sinds eind 2015 hebben personenauto’s euronorm 6.
    • Nieuwe vrachtwagens hebben ook euronorm 6.


Waar vindt u de euronorm van uw voertuig?

De euronorm van uw auto staat in principe op het inschrijvingsbewijs vermeld onder de rubriek ‘milieuklasse’. Soms beantwoorden auto’s sneller dan wettelijk verplicht aan de euronorm. Kijk dus zeker op uw inschrijvingsbewijs om de juiste euronorm van uw auto te weten. Staat er geen euronorm vermeld op uw inschrijvingsbewijs?

Enkel voertuigen die aan de toelatingsvoorwaarden beantwoorden, mogen nog binnen.

dia1

* Voor vrachtwagens boven 3,5 ton wordt de vermelding EEV (Enhanced Environmentally friendly Vehicle) gebruikt. Deze EEV is gelijkgesteld aan euronorm 5

 

Tot januari 2020 zijn dit de regels

Voertuigen die tot 2020 ALTIJD binnen mogen in de LEZ … als ze een Belgische nummerplaat hebben:

  • benzinevoertuigen en voertuigen op LPG of aardgas met euronorm 1, 2, 3, 4, 5 en 6
  • dieselvoertuigen met euronorm 4, 5 en 6
  • dieselvoertuigen met euronorm 3, met een roetfilter waarvoor een Vlaamse premie werd aangevraagd
  • landbouwvoertuigen met emissienorm fase IIIa, IIIb en IV
  • elektrische voertuigen
  • voertuigen op waterstof
  • plug-in-hybride voertuigen met een maximale CO2-uitstoot van 49 g/km
  • bepaalde specifieke professionele voertuigen


Voertuigen die NA REGISTRATIE binnen mogen in de LEZ:

  • toegelaten voertuigen (zie lijst hierboven) met een buitenlandse nummerplaat (Nederlandse nummerplaten moeten niet geregistreerd worden).
  • dieselvoertuigen met euronorm 3 met een roetfilter waarvoor geen Vlaamse premie werd aangevraagd.
  • voertuigen voor vervoer van personen met een handicap die een speciale parkeerkaart hebben én die een aangepaste wagen hebben of recht op een verhoogde tegemoetkoming in de gezondheidszorg.
  • voertuigen voor vervoer van personen met een handicap die uitgerust zijn met een rolstoellift en die niet vallen onder andere toegangsvoorwaarden voor personen met een handicap.

U moet uw voertuig registreren, daarna kan u steeds gratis binnen in de LEZ. Registreren kan vanaf begin november 2016 en moet ten laatste 24 uur na het binnenrijden van de LEZ. Bij de verstrenging van de toelatingsvoorwaarden in 2020 en 2025, zal een nieuwe registratie nodig zijn.

 

Voertuigen die NA BETALING binnen mogen in de LEZ:

  • dieselvoertuigen met euronorm 3 zonder roetfilter
  • voertuigen ouder dan 40 jaar
  • sommige beroepsgebonden dieselvoertuigen met euronorm 2 of 3 zonder roetfilter.
  • alle niet toegelaten voertuigen kunnen maximaal 8 keer per jaar toch de LEZ binnenrijden via een LEZ-dagpas.

U moet vooraf registreren en betalen.

Betalingen kunnen voor een dag, een week, een maand, drie maanden, zes maanden of een een jaar. De tarieven verschillen voor personenauto’s en vrachtwagens.

Allemaal heel ingewikkeld…… en voor verdere vragen zie www.slimnaarantwerpen.be/nl/lez

 

(Bron: www.slimnaarantwerpen.be)




Wat verandert er op 1 januari 2017?

Traditiegetrouw zijn er op 1 januari een aantal veranderingen en nieuwigheden. Wat brengt 2017 zoal?
Heel veel, daarom hebben wij getracht uit verschillende bronnen een samenvatting te maken en in te delen in verschillende categorieën.
Wij raden iedereen aan dit even door te nemen, een verwittigd man/vrouw is er twee waard!!!!

Algemeen

  • Waterfactuur gemiddeld 20 euro omhoog
    De waterfactuur van een gemiddeld gezin in Vlaanderen zal in 2017 ongeveer 20 euro hoger liggen dan in 2016. (basis: gemiddeld gezin van 2,3 personen en met een verbruik van 84 kubieke meter per jaar).

 

  • Gemiddelde elektriciteitsfactuur met 5 procent omhoog
    Gezinnen en kmo’s in Vlaanderen zullen in 2017 opnieuw meer betalen voor hun elektriciteit, terwijl grotere bedrijven op middenspanning significant minder zullen betalen. De jaarlijkse stroomfactuur voor een gezin met een doorsnee verbruik stijgt in 2017 met 5 procent, of 50 euro, naar 1.022,29 euro. Ook voor de kmo’s (op laagspanning) gaat de stroomfactuur omhoog met ruim 6 procent voor een gemiddelde kmo (50.000 kWh jaarverbruik).

 

  • Brandweersirenes moeten ‘s nachts stiller
    Brandweerkorpsen zijn vanaf 1 januari verplicht een tweede, stillere sirene te gebruiken voor interventies tussen 22 en 6 uur. De verplichting bestond al langer voor brandweerwagens die na 1 januari 2014 besteld werden, maar geldt voortaan ook voor alle andere interventievoertuigen. Zo’n nachtsirene mag nog maximaal 95 decibel produceren, in plaats van 110 decibel voor de ‘dagsirene’.

 

  • Achternamen in alfabetische volgorde als ouders het niet eens raken
    Als ouders het niet eens raken over de familienaam van hun kind, zal vanaf 1 januari de naam van beide ouders gelden, naast elkaar en in alfabetische volgorde. De vorige regering maakte het mogelijk dat ouders vrij de familienaam van hun kind konden kiezen. Het Grondwettelijk Hof struikelde echter over de bepaling in de wet-Turtelboom dat automatisch zou worden teruggevallen op de naam van de vader als de ouders het niet eens raken. Daarom wordt in een dergelijk geval voortaan gekeken naar de alfabetische volgorde.Ouders van kinderen die sinds 1 juni 2014 zijn geboren en die geen keuze hebben gemaakt of die het niet eens waren, krijgen nog tot 30 juni 2017 de tijd om het kind alsnog een dubbele naam in alfabetische volgorde te geven.

 

Auto

  • Benzine 95 verdwijnt
    De meer milieuvriendelijke brandstof 95 E10-benzine vervangt de benzine 95. Voertuigen die niet 95 E10-compatibel zijn, moeten benzine 98 tanken. Vooral met oldtimers en sportwagens is het opletten geblazen.
    Om er zeker van te zijn dat uw voertuig compatibel is met 95 E10, heeft de Belgische Automobiel- en Tweewielerfederatie (FEBIAC) een toepassing ontwikkeld. Deze applicatie omvat de lijst van voertuigen (auto’s en motorfietsen) die al dan niet compatibel zijn met 95 E10.

 

  • Maximumsnelheid van 70 km/u wordt nieuwe norm buiten bebouwde kom
    Vanaf 1 januari geldt buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 70 km/u. Momenteel is dat nog 90 km/u, maar die regel is in de praktijk eerder de uitzondering, waardoor er een wildgroei aan verkeersborden is ontstaan die de limiet van 70 opleggen.

 

  • Boetes uitgesproken door een rechter worden pak duurder
    Boetes uitgesproken door een rechter, of penale boetes, worden een pak duurder. De boete die een rechter uitspreekt, werd standaard met 6 vermenigvuldigd. Die vermenigvuldigingsfactor stijgt vanaf 1 januari naar 8. Daardoor komt er voor gsm’en achter het stuur minstens 40 euro bij. Voor dronken rijden gaat het om 400 euro. Het gaat echter niet alleen om verkeersmisdrijven, maar ook om alle boetes die door een rechter worden uitgesproken als straf bij een misdrijf, bijvoorbeeld milieu-inbreuken, inbreuken op de sociale wetgeving, inbreuk op fiscale wetgeving,  vermogensdelicten, enzovoort.

 

  • Aanvraag premie elektrische wagen wordt eenvoudiger
    De procedure voor het aanvragen van een premie voor een elektrische wagen wordt vanaf 1 januari een stuk eenvoudiger. Voortaan is het voldoende om zich binnen de drie maanden na de eerste inschrijving van het voertuig aan te melden via een webapplicatie van het Vlaams Energieagentschap (VEA). Vroeger moesten bestuurders bij de ontvangst van de wagen nog een tweede dossier indienen, maar veel Vlamingen vergaten die tweede stap en liepen zo de premie mis.

 

  • Werkgevers betalen meer voor bedrijfswagens met tankkaart
    Werkgevers die werknemers een bedrijfswagen met tankkaart ter beschikking stellen, zullen daar meer voor moeten betalen. De verhoging van het werkgeversgedeelte van het voordeel van alle aard stijgt voor deze bedrijfswagens van 17 naar 40 pct. Voor werknemers heeft deze maatregel geen gevolgen.

 

  • Bedrijfswagens: referentie CO2-uitstoot voor 2017
    Voor inkomstenjaar 2017 bedraagt de basis-CO2-coëfficiënt 5,5% voor een referentie-uitstoot van:

    • 87 gr/km voor dieselvoertuigen (i.p.v. 89 gr/km voor inkomstenjaar 2016);
    • 105 gr/km voor wagens met benzine-, LPG- of aardgasmotor (i.p.v. 107 gr/km voor inkomstenjaar 2016).
  • Ligt de CO2-uitstoot:
    • hoger dan de referentie-uitstoot, dan wordt de coëfficiënt verhoogd met 0,1% per gram CO2 boven de referentie-uitstoot (tot een maximum van 18%);
    • lager dan de referentie-uitstoot, dan wordt de coëfficiënt verlaagd met 0,1% per gram CO2 onder de referentie-uitstoot (tot een minimum van 4%).

Door een daling van de referentiecijfers, stijgt het voordeel van alle aard, waardoor er meer bedrijfsvoorheffing op ingehouden wordt en de werknemers (en bedrijfsleiders) netto iets minder overhouden

  • Bedrijfswagens: CO2-solidariteitsbijdrage bedrijfswagens 2017 bekend:
    De CO2-solidariteitsbijdrage wordt op 1 januari aangepast.

 

  • Strengere controle van parkeerkaarten voor personen met een handicap
    Vanaf 1 januari controleert de politie strenger op verkeerd gebruikte parkeerkaarten voor personen met een handicap.
    Parkeerwachters en politieagenten scannen de QR-code op je parkeerkaart en zien meteen of de kaart nog geldig is.
    Gebruik je de parkeerkaart van een overleden persoon, dan betaal je een boete van 110 euro.

 

Fiscaliteit:

  • Roerende voorheffing, taks op beursverrichtingen, speculatietaks, uitwisseling financiële informatie
    • Vanaf 1 januari wordt de roerende voorheffing op de meeste dividenden en intresten van 27% naar 30% verhoogd. De roerende voorheffing op een gereglementeerd spaarboekje blijft wel onveranderd op 15 procent, die bovendien enkel betaald moet worden door wie meer dan 1.880 euro aan rente-inkomsten heeft.
    • De taks op de beursverrichtingen blijft ongewijzigd voor wie zijn orders in België uitvoert, maar de bovengrens verdubbelt. Zo wordt de taks voor aandelentransacties behouden op 0,27%, maar gaat het maximum per transactie van 800 euro naar 1.600 euro. Dit betekent dat er alleen impact is op orders van meer dan 300.000 euro. De toepassing van de taks op de beursverrichtingen wordt wel uitgebreid tot de verrichtingen die Belgische residenten in het buitenland uitvoeren. Tot nog toe ontsnapten die aan de taks. De beurstaks vermijden door via een buitenlandse makelaar effecten te kopen en te verkopen, kan niet meer.
    • De speculatietaks op overdrachten van beursgenoteerde aandelen binnen de zes maanden na hun aankoop wordt afgeschaft.
    • In de loop van 2017 zal de uitwisseling van financiële informatie tussen de belastingdiensten van de Europese lidstaten gebeuren volgens de Common Reporting Standard die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling heeft opgesteld. Die uitwisseling van informatie slaat niet alleen op intresten (in tegenstelling tot de vroegere Spaarrichtlijn) maar ook op dividenden en meerwaarden. De beurstaks vermijden door via een buitenlandse makelaar effecten te kopen en te verkopen, kan niet meer. De regering verdubbelt ook de maximumbedragen van de beurstaks.
    • Afbouw individuele premies voor renovatiewerkzaamheden
      Verschillende individuele premies voor renovatiewerkzaamheden, bijvoorbeeld voor dakisolatie en glas, worden geleidelijk afgebouwd. In de plaats komt er een premie voor wie verschillende investeringen combineert in een zogeheten ‘totaalrenovatie’. Die bonus varieert tussen de 1.250 en 4.750 euro. Daarnaast komt er ook een burenpremie. Als tien mensen in één gemeente samen hun woning energiezuiniger maken, krijgen ze daarvoor per woning een premie van maximaal 400 euro. Die premie komt bovenop de al bestaande premies voor energiebesparende maatregelen.
    • Brussel schrapt woonbonus, vermindering registratierecht, personenbelasting verlaagt, gunstregimes schenking familiale onderneming, verhoging taks op bankinstellingen.
      De grootste verandering is de afschaffing van de woonbonus. Die gaf een royale aftrek bij de aankoop van een huis. In ruil verhoogt de Brusselse regering het abattement, of de korting op de registratierechten, van 60.000 euro naar 175.000 euro voor een eerste woning tot 500.000 euro.
      Een tweede belangrijke hervorming betreft de personenbelasting. Die ging dit jaar al met 1 procent naar beneden (afschaffing agglomeratie-belasting) en daalt in 2017 nog eens met een halve procent.
    • Verder vereenvoudigt de regering de bestaande gunstregimes voor de schenking en vererving van familiale ondernemingen. Tenslotte wordt de belasting op bank- en kredietinstellingen én op bankautomaten 2,5 maal verhoogd.

 

Werkgelegenheid:

  • Meer loon voor honderdduizenden werknemers
    In januari hebben honderdduizenden werknemers uitzicht op extra centen, als gevolg van de jaarlijkse indexering van hun lonen. De indexering van de lonen verschilt van sector tot sector. Voor sommige sectoren gebeurt dat bijna maandelijks, voor anderen per kwartaal, halfjaar of jaar. De grootste groep die er in januari op vooruit gaat, zijn de bedienden uit het aanvullend paritair comité voor bedienden. HR-dienstverlener SD Worx berekende hun jaarlijkse indexering in januari op 1,13 procent. Andere grote groepen die in januari hun loon zullen zien stijgen: de arbeiders en bedienden uit de voedingssector (1,12 procent jaarlijkse indexering), de werknemers uit de horeca (1,123 procent jaarlijkse indexering) en de arbeiders uit de transportsector (1,14 procent jaarlijkse indexering). Nog een grote groep die er in januari op vooruitgaat is de schoonmaaksector: 0,38 procent. Maar die groep heeft een halfjaarlijkse indexering. Ze kregen dus in juli al wat extra loon.

 

  • Flexibeler werken wordt een feit in 2017
    De wet rond werk- en wendbaar werk, die tot meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt moet leiden, treedt op 1 januari in werking, al zal de uitvoering van sommige onderdelen op zich laten wachten tot werkgevers en vakbonden op sectorniveau over die delen een akkoord bereiken. Een van de aspecten die wel al begin volgend jaar ingaan, betreft de werkregeling voor piek- en dalmomenten. Daarnaast komt er door die hervorming meer tijdskrediet voor zorg, een wettelijk kader om af en toe te kunnen thuiswerken en meer vorming. Werkgevers zullen hun werknemers tijdens piekmomenten maximaal 45 uur per week en hoogstens 9 uur per dag aan het werk kunnen stellen. Op kalmere momenten kan dan een dalrooster gelden, en door piek- en dalroosters af te wisselen werkt de werknemer op jaarbasis evenveel uren en vermijdt hij dus overuren. Er komt ook een wettelijk kader voor ‘occasioneel telewerk’, zodat werknemers voor een aantal onverwachte gebeurtenissen (technicus die aan huis komt bijvoorbeeld) niet verplicht zijn vakantie te nemen.Wie tijdskrediet opneemt voor de zorg voor een kind of familielid, kan dat voor 51 in plaats van 48 maanden doen. Een laatste element is het thematisch palliatief verlof, voor wie iemand bijstaat die aan een ongeneeslijke ziekte lijdt en zich in een terminale fase bevindt, dat met 1 maand wordt verlengd. De periode van één maand kan vanaf dan twee keer verlengd worden met nog een maand, zodat het totaal op drie maanden komt. Behalve volledig met werken stoppen, maar het kan ook halftijds of voor een maand.

 

  • Studentenarbeid
    Op 1 januari 2017 veranderen de regels op studentenarbeid. De 50 dagen waarin studenten mogen werken met verminderde sociale bijdragen, worden dan omgezet in 475 uur. De maatregel is vooral interessant voor studenten die geen volledige dagen werken.Vandaag kunnen studenten gedurende 50 dagen genieten van een voordeelstatuut als ze werken. Gedurende deze 50 dagen betaalt de student namelijk slecht 2,71% RSZ of solidariteitsbijdrage. Het voordeel voor de werkgever is nog groter: de RSZ bijdrage bedraagt amper 5,42%. Reeds lange tijd ligt het systeem echter onder vuur zowel bij werknemers als werkgevers. Vooral de lage flexibiliteit stuit op weerstand. De app Student@work waarmee studenten hun resterende dagen kunnen checken zal vanaf 1 januari ook in uren tellen.

 

  • Voordeliger statuut voor student-ondernemers
    Studenten die naast hun studies ook een bedrijfje willen opstarten, kunnen daarvoor vanaf 1 januari rekenen op een voordeliger statuut. Jongeren die hun opleiding combineren met werken of ondernemen, zullen hierdoor in de toekomst fiscaal ten laste van hun ouders kunnen blijven.

 

  • Werkgevers die langdurig werklozen in dienst nemen krijgen premie
    Werkgevers die een langdurig werkloze in dienst nemen, hebben vanaf 1 januari 2017 recht op een aanwervingspremie van de Vlaamse regering. Het gaat om een bedrag van 1.250 euro na drie maanden en nog eens 3.000 euro na een vol jaar tewerkstelling. De financiële stimulans moet werkgevers het laatste duwtje in de rug geven om langdurige werklozen een contract aan te bieden.

 

  • Afbetalingsplan RSZ moet werkgevers in moeilijkheden uit de rechtbank houden
    Werkgevers die problemen hebben om hun sociale zekerheidsbijdragen te betalen, moeten vanaf Nieuwjaar niet meer automatisch voor de rechtbank verschijnen. De werkgevers krijgen eerst de mogelijkheid om samen met de Rijksdienst Sociale Zekerheid (RSZ) een afbetalingsplan uit te werken.

 

  • Vakantiebijdrage arbeiders daalt verder:
    Werkgevers financieren het vakantiegeld van de arbeiders via kwartaalbijdragen en via een jaarlijkse bijdrage aan de RSZ. Vorig jaar werd een geleidelijke verlaging ingezet van het percentage van de kwartaalbijdrage. Vanaf 1 januari 2017 zal de kwartaalbijdrage 5,61% bedragen in plaats van 5,65%. Ook volgend jaar zal de bijdrage nog verder dalen, tot 5,57%. De jaarlijkse bijdrage blijft behouden op 10,27%.

 

  • Meer moederschapsrust voor zelfstandigen
    Ben je zelfstandige in hoofdberoep of meehelpende echtgenote? Dan mag je vanaf 1 januari een langere periode van moederschapsrust opnemen na je bevalling.
    Vrouwelijke zelfstandigen hebben vanaf 2017 recht op 12 weken moederschapsrust in plaats van de huidige 8 weken.

 

  • Hogere vergoeding voor vrijwilligers
    In 2017 mogen vrijwilligers een hogere forfaitaire kostenvergoeding krijgen voor het vrijwilligerswerk. Vanaf 1 januari mag dan maximaal 33,36 euro per dag verdient worden en dit voor maximaal 1334,55 euro per jaar.

 

  • Fusie FBZ en FAO tot Fedris
    Het Fonds voor de beroepsziekten (FBZ) en het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) fuseren tot Fedris, het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s.

 

  • Fusie RSZ en DIBISS
    De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) fusioneert met DIBISS en neemt een belangrijk deel van zijn opdrachten over. 223 personeelsleden maken de overstap naar de RSZ. De pensioenopdrachten van DIBISS gaan naar de Federale Pensioendienst (FPD). Meer info op de website van Fedris (online vanaf 1 januari).

 

Financieel:

  • Hypotheekleningen
    Vanaf 1 april 2017 moet er een Europees gestandaardiseerd informatieblad (ESIS) worden gebruikt bij kredietoffertes, waardoor de consumenten de verschillende aanbiedingen beter kunnen vergelijken. Ook komt er een jaarlijks kostenpercentage (JKP), zoals bij de consumentenkredieten. Het JKP drukt uit hoeveel kosten er in totaal (alles inbegrepen, dus met schattingskosten, waarborgkosten, notariskosten,…) bij een krediet komen kijken.

 

  • Bankmobiliteit:
    In 2017 (vermoedelijk in het tweede kwartaal) wordt de bankoverstapdienst nog verder uitgebreid. De nieuwe bank zal de recurrente betalers en schuldeisers die via domiciliëring worden betaald, informeren over het nieuwe rekeningnummer. Op dit ogenblik dient u dit nog zelf te doen.

 

Volksgezondheid:

  • Oude ‘doktersbriefjes’ worden afgeschaft
    De oude getuigschriften voor verstrekte hulp – de zogenaamde ‘doktersbriefjes’ – worden vanaf 1 januari 2017 definitief afgeschaft en vervangen door de nieuwe modellen, voorzien van een ontvangstbewijs met vermelding van het KBO-nummer. Dat meldt LTD3, de grootste tariferingsdienst voor de medische sector. Wie na Nieuwjaar nog een oud model indient, loopt het risico geen terugbetaling meer te kunnen krijgen. Artsen die de oude briefjes blijven gebruiken, riskeren bovendien een boete. De nieuwe getuigschriften zijn al meer dan een jaar in omloop, maar veel artsen gebruiken nog de oude doktersbriefjes die ze in voorraad hadden. Dat mogen ze nog doen tot en met 31 december, daarna hangt hen een boete van 50 tot 1.250 euro boven het hoofd.Patiënten kunnen de nieuwe doktersbriefjes herkennen aan het ontvangstbewijs onderaan, waarop het KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen) ingevuld moet worden.Vanaf 1 januari 2018 valt ook de papieren afdruk weg, en wordt het vervangen door de eID-kaart. Enkel het elektronische voorschrift is dan nog geldig.
    Meer informatie vindt u op de website van RIZIV.

 

  • SIS-kaart wordt definitief afgeschaft
    Vanaf 1 januari 2017 is de SIS-kaart, die al sinds 2014 geleidelijk wordt afgeschaft, definitief niet meer geldig. Mensen kunnen vanaf dan enkel nog terecht bij de apotheker, de dokter of het ziekenhuis met hun elektronische identiteitskaart (eID). Wie geen eID heeft, kan terecht bij zijn of haar ziekenfonds voor een Isi+-kaart. Het gaat dan om kinderen jonger dan twaalf jaar, grensarbeiders, vreemdelingen die bijdragen maar geen Belgisch paspoort hebben, of gepensioneerden die in het buitenland verblijven.

 

  • Snellere terugbetaling voor geneesmiddelen tegen hepatitis C
    Tot nu toe kreeg je geneesmiddelen tegen hepatitis C pas terugbetaald als je een ernstig stadium van de ziekte had (leverfibrose stadium 3 en 4). Vanaf 1 januari krijg je de geneesmiddelen al in stadium 2 van de leverfibrose terugbetaald. Zo hoef je als patiënt niet meer te wachten tot de ziekte verergert voor je met de behandeling start.

 

  • Artsen moeten goedkoper voorschrijven
    Huisartsen zijn verplicht om een bepaald percentage goedkope geneesmiddelen voor te schrijven. Vanaf 1 januari moet 60 % van de geneesmiddelen die huisartsen voorschrijven goedkoop zijn. Vroeger was dat maar 50 %. Zo kan je als patiënt gemakkelijker besparen op je geneesmiddelen op voorschrift.Bespaar ook op geneesmiddelen die je zonder voorschrift bij de apotheker koopt. Zoek het goedkoopste geneesmiddel zelf op via deze link.

 

  • Stoppen met roken via tabakoloog wordt fors goedkoper
    Wie wil stoppen met roken en daarvoor bij een tabakoloog aanklopt, betaalt vanaf 1 januari enkel nog het remgeld en niet langer de volle pot. Voor Vlamingen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming en voor jongeren tot en met 20 jaar wordt het zelfs bijna gratis.

 

  • Hogere minimumleeftijd voor vervroegd pensioen
    Net als in de voorbije jaren wordt op 1 januari de minimumleeftijd om vervroegd op pensioen te kunnen gaan, lichtjes opgetrokken. Het wordt 62,5 jaar bij een loopbaan van 41 jaar. Voor langere loopbanen zijn er uitzonderingen: vervroegd pensioen op 61 jaar bij een loopbaan van 42 jaar en 60 jaar bij een loopbaan van 43 jaar.

 

  • Minimumpensioenen met 0,7 procent omhoog
    Wie er een volledige loopbaan van 45 jaar (of gelijkgestelde periodes) heeft opzitten en enkel een minimumpensioen ontvangt, zal vanaf 1 januari 2017 iets meer krijgen. De regering besliste in het kader van de taxshift 25 miljoen euro uit te trekken om de minimumpensioenen van betrokkenen met 0,7 procent te verhogen. De maatregel zou een impact moeten hebben op circa 168.000 mensen, van wie 21.100 zelfstandigen met een volledige zelfstandigenloopbaan en 71.100 zelfstandigen met een gemengde loopbaan.

 

  • Inkomensgerelateerde kinderopvang wordt 1,08 procent duurder
    De tarieven in de kinderopvanginitiatieven waar ouders volgens hun inkomen betalen, worden in 2017 automatisch geïndexeerd met 1,08 procent. De indexering komt fors hoger uit dan begin 2016, toen die 0,41 procent bedroeg. Alle ouders voor wie de tariefverhoging geldt, zijn in de loop van december op de hoogte gebracht. Zij hebben het nieuwe attest al gekregen en moeten niets meer doen.

 

  • Ziekenfondsen Securex, Partenamut en Partena fuseren
    De onafhankelijke ziekenfondsen Securex, Partenamut en Partena Ziekenfonds bundelen vanaf 1 januari 2017 de krachten. De drie onafhankelijke ziekenfondsen willen zo inspelen op de veranderde context, met toegenomen regionalisering van het gezondheidsbeleid.

 

  • Wat verandert er specifiek voor artsen:
    Vooral inzake honoraria, administratie, financiële tegemoetkomingen, wetgeving, sociaal recht verandert er heel wat.
    Artsen kunnen hierna op de website van het Vlaams Artsensyndicaat meer informatie vinden.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Kick-off Abeka Adviesraad

Abeka nodigt u graag uit op de kmo-connectdays in de Lotto Arena te Antwerpen, hét belangrijkste event van het jaar voor ondernemers.

Hieronder vindt u uw uitnodiging om gratis deel te nemen aan het hele event (uitgezonderd het congres).

Wij kijken er naar uit u te ontmoeten op onze stand of tijdens één van de parallelsessies die wij met Abeka verzorgen op 23 en 24 november e.k.

Tijdens deze sessies maakt u kennis met de “ABEKA-ADVIESRAAD voor KMO’s” en lichten wij u graag toe welke voordelen deze voor u als ondernemer kan bieden.

Alle details vindt u op de website van kmo-connectdays.

Moeite met uw deelname te registreren? Stuur een mail naar bruno@abeka.be en wij doen de registratie graag voor u.

kmo-connectdays

 

Dit is uw persoonlijke uitnodiging voor één van de grootste professionele netwerkevents van dit najaar. Waarom? Omdat we geloven in de sterkte van een uitgebreid netwerk en dus in de kracht van dit event.

kmo-connectdays 2016 biedt jou gedurende deze tweedaagse een B2B-plaza met 100 bedrijven, parallelsessies, meet-the-experts en volop netwerkmogelijkheden. Wilt u er graag bij zijn? Registreer u hier.

Op 23 & 24 november verzorgen wij een interactieve parallelsessie: “Abeka-Adviesraad een noodzaak of overbodige luxe?”. Inschrijven voor deze sessie kan nog via deze link.

Heeft u zin om ook aan de betalende congresformule deel te nemen en toegang te krijgen tot alle sessies van de keynote sprekers? Dan kunnen wij u als trouwe klant een korting van € 50 op uw toegangsticket aanbieden! Gebruik de promocode abeka2016 bij registratie voor het congres.

We kijken uit naar uw deelname aan onze parallelsessie en een bezoek aan onze stand 1213!




Vacatures Abeka

Abeka staat garant voor een no-nonsense aanpak van fiscale en financiële vraagstukken. Abeka neemt daarbij de rol op van end-to-end adviseur, van boekhouding en operationele ondersteuning tot strategische begeleiding, van opstart van een onderneming tot de regeling van de successie.

Abeka wil de fiscale en financiële ontzorger zijn van zowel kmo’s als grote bedrijven.

De naam Abeka is eind december 2014 ontstaan door de naamsverandering van Antwerps Boekhoudkantoor, opgericht in 1987. De vorige naam dekte niet langer de lading. Wij hebben ondertussen klanten in heel Vlaanderen.

Abeka heeft zijn hoofdkantoor in Deurne en bijkantoren in Kapellen, Schilde en Geel. Door onze organisatie bestrijken wij de driehoek Kalmthout, Mechelen en Geel.

Abeka investeert daarom in oprecht betrokken en competente medewerkers. Interne en externe opleidingen, overlegmomenten en een goed georganiseerde supervisie zorgen ervoor dat onze medewerkers hun kennis op een dynamische en enthousiaste manier overbrengen naar onze klanten.

Wilt u ons 20-man/vrouw sterk, enthousiast team komen versterken, dan ontvangen wij graag uw c.v. , welke u ook per mail kan bezorgen aan bart@abeka.be

Vacature commercieel medewerker




Lancering Abeka-Adviesraad in de Lotto Arena

Abeka nodigt u graag uit op de kmo-connectdays in de Lotto Arena te Antwerpen.

Het belangrijkste event van het jaar voor ondernemers.

Hieronder vindt u uw uitnodiging om gratis deel te nemen aan het hele event, uitgezonderd het congres.

Wij willen u graag ontmoeten op onze stand of tijdens één van de parallelsessies die wij met Abeka animeren en die wij gratis iedere dag telkens om 11u30 organiseren.

Tijdens deze sessies maakt u kennis met de “ABEKA-ADVIESRAAD voor KMO’s” en lichten wij u graag toe welke voordelen deze voor u als ondernemer kan bieden.

Alle detailinfo vindt u op de website van kmo-connectdays .

Moeite met uzelf te registreren? Stuur een mailtje naar bruno@abeka.be en wij doen de registratie graag voor u.

 

kmo-connectdays

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit is jouw persoonlijke uitnodiging voor één van de grootste professionele netwerkevents van dit najaar. Waarom? Omdat we geloven in de sterkte van een uitgebreid netwerk en dus in de kracht van dit event.

kmo-connectdays 2016 biedt jou gedurende deze 2-daagse een B2B-plaza met 100 bedrijven, parallelsessies, meet-the-experts en volop netwerkmogelijkheden. Wil je er graag bij zijn? Registreer je hier.

Op 23 & 24 november verzorgen wij een interactieve parallelsessie: “Abeka-Adviesraad een noodzaak of overbodige luxe?”. Inschrijven voor deze sessie kan nog via www.kmo-connectdays.biz.

Heb je zin om ook aan de betalende congresformule deel te nemen en toegang te krijgen tot alle sessies van de keynote sprekers? Dan hebben we het genoegen om jou als onze klant een korting aan te bieden van € 50 op je ticket! Gebruik de promocode abeka2016 bij registratie voor het congres.

We kijken uit naar je bezoek op onze parallelsessie en op onze stand nr. 1213.

REGISTREER HIER

 




Rechter fluit fiscus terug inzake VAA gratis woonst voor zaakvoerders/bestuurders

Fiscus:             wij zullen de zaakvoerder eens zwaar belasten op een voordeel alle aard gratis woonst !

Rechter:          kan niet !!!! Een zaakvoerder/bestuurder is ook een mens !!!!

Onder de regering Di Rupo werd de berekening voordelen alle aard woonst drastisch aangepast.

De formule is echter altijd verschillend geweest naargelang de werkgever die de woning ter beschikking stelde een natuurlijke persoon, dus eenmanszaak, dan wel een vennootschap was.
En het resultaat was drastisch verschillend in het nadeel van de zaakvoerder/bestuurder.

De rechter van het hof van beroep van Gent heeft nu echter beslist “ …. dit is in strijd met het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel ….. “
Of zoals in een sprookje… die zaakvoerder/bestuurder is ook een mens!

Is er nu een definitieve oplossing? Nog niet direct want uit ervaring weten wij dat de fiscus dit arrest grondig zal gaan bestuderen en kan daarbij uiteindelijk ook nog altijd in cassatie gaan.
Dus zijn wij weer vertrokken voor jaren onzekerheid, maar …. hoop doet leven…. en Abeka …. de fiscaal en financieel ontzorger van de bedrijfsleider ziet mogelijkheden.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Het positieve verhaal van het betalen van sociale bijdragen zelfstandigen

Bijdragen sociale kas, een veel besproken maar vaak ook een miskend onderwerp. Hoog tijd om eens dieper in te gaan op welke uitkeringen je voor deze bijdragen terugkrijgt.

Verder lezen is de boodschap, want Abeka is ervan overtuigd dat vele zelfstandigen niet weten waar ze recht op hebben.
Bij ieder oranje onderlijnde tekst kan je doorlinken!

 

Bijdragen sociale kas, wat betaal je als zelfstandige?

Als zelfstandige betaal je in 2016 21,5% op je netto belastbaar jaarinkomen aan sociale bijdragen en dit tot een bedrag van 56.182,45 €. In 2017 wordt dat 21%, in 2018 wordt dit 20,5%.
Tussen 56.182,45 € en 82.795,15 € betaal je maar 14,16 % bijdragen, omdat er vanaf dat moment boven dit bedrag geen extra pensioenrechten meer verkregen worden.

82.795,16 € netto belastbaar inkomen is het wettelijk plafond, daarboven betaal je géén bijdragen meer.
Netto belastbaar inkomen wil zeggen: bruto-inkomen – beroepskosten – sociale bijdragen.

Tot hier is deze kwartaalbijdrage voor elke zelfstandige hetzelfde.Maar voor het beheer van een dossier rekent elk sociaal verzekeringsfonds beheerskosten aan. In België varieert de beheerskost, afhankelijk van het verzekeringsfonds, op uw sociale bijdrage van 3,05 % tot 4,30 %. Aansluiten of overstappen naar een sociaal verzekeringsfonds met lagere beheerskost betekent dus automatisch een forse besparing waar u niets voor hoeft te doen.

Acerta en Xerius bieden u alvast de laagste beheerskost aan, zijnde 3,05%.

Tabel percentages beheerskosten sociale verzekeringsfondsen

Maak dus een verstandige keuze !!!!!

 

Bijdragen sociale kas, wat krijgt de zelfstandige er voor terug?

An Govaerts van Xerius schreef hierover een schitterende bijdrage op de Xerius-website. Wegens zijn volledigheid willen wij u dit artikel niet onthouden.

Elk kwartaal betaal je als zelfstandige sociale bijdragen. Dat doe je niet voor niets. Want voor wat, hoort wat. In ruil voor deze bijdragen krijg je uitkeringen op belangrijke momenten in je leven. Als je een kind krijgt bijvoorbeeld, of wanneer je met pensioen gaat. Akkoord, de sociale rechten van een zelfstandige verschillen van die van een werknemer. Dat is al jaren zo. Maar de kloof wordt steeds kleiner. We zetten al je rechten op een rij. 

Het leven zit vol gebeurtenissen en veranderingen. Bij een aantal van die momenten horen steunmaatregelen. Rechten die je opbouwt, omdat je als zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende partner sociale bijdragen betaalt aan een sociaal verzekeringsfonds. Ben je zelfstandige in bijberoep? Dan reken je op het sociaal vangnet via je werkgever of je uitkering: je betaalt sociale bijdragen, maar bouwt geen extra sociale rechten op.

  • Je krijgt een kind 

Net als een werknemer heb je recht op kraamgeld en maandelijkse kinderbijslag. Je ontvangt ook een moederschapsuitkering, hoewel die verschilt met die van een werknemer. Maar als zelfstandig werkende mama kan je ook dienstencheques aanvragen voor huishoudhulp na de geboorte van je kind.

  • Je wordt ziek of je krijgt een ongeval 

Als zelfstandige krijg je, net als een werknemer, een deel van je medische kosten terugbetaald via je ziekenfonds. Ben je door ziekte of ongeval tijdelijk arbeidsongeschikt? Dan krijg je – opnieuw via je ziekenfonds – arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Langer buiten strijd? Dan kan je een gelijkstelling wegens ziekte’ aanvragen via je verzekeringsfonds. Wordt je aanvraag goedgekeurd door het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen), dan behoud je je sociale rechten zonder dat je sociale bijdragen moet betalen.

  • Je moet zorg dragen voor een naaste 

Je wil tijdelijk stoppen met werken om voor een naaste te zorgen die ernstig ziek is? Dan krijg je steun als zelfstandige. Ook als je palliatieve zorgen geeft aan een naaste of zorgt voor een gehandicapt kind, kan je een uitkering voor mantelzorg aanvragen bij je sociaal verzekeringsfonds.

  • Je zaak gaat failliet 

Stop je met werken omdat je zaak failliet gaat? Een overbruggingsrecht zorgt ervoor dat je gedurende 12 maanden aanspraak kunt maken op een forfaitaire uitkering. Ben je tijdelijk gedwongen om te stoppen met werken? Bijvoorbeeld door een brand, vernieling of natuurramp? Dan kan je beroep doen op hetzelfde overbruggingsrecht.

  • Je gaat met pensioen 

Voor elk kwartaal dat je sociale bijdragen betaalt, bouw je pensioenrechten op. Hoe meer je verdient, hoe hoger de sociale bijdrage en hoe meer pensioen je zal hebben. Je beroepsloopbaan, de bijdragen die je hebt gestort, je leeftijd waarop je met pensioen gaat en je gezinssituatie bepalen de berekening van je maandelijks pensioen.

Kloof met werknemers verkleint 

Over het onderscheid tussen het statuut van een werknemer en dat van een zelfstandige zijn al boeken vol geschreven. Maar is het verschil in sociale rechten vandaag nog zo groot? Recente aanpassingen in het socialezekerheidsstelsel maken de kloof steeds kleiner. Een positieve trend, die zelfstandigen de laatste jaren steeds meer bescherming biedt.

Recente maatregelen?

  • Sinds 2014 is de maandelijkse kinderbijslag volledig gelijkgesteld. Zelfstandigen en werknemers krijgen dus evenveel.
  • Vanaf 1 augustus 2016 wordt het minimumpensioen voor zelfstandigen volledig gelijkgeschakeld met dat van werknemers. Het minimaal gezinspensioen was al eerder gelijkgesteld, nu volgen ook het minimale alleenstaandenpensioen en het overlevingspensioen.
  • Momenteel ligt er een plan op de regeringstafel om de moederschapsrust voor zelfstandige vrouwen op te trekken tot 12 weken. Wordt ongetwijfeld vervolgd!

Verschil in sociale bedrijgen?

Als zelfstandige betaal je de sociale bijdragen per kwartaal aan een sociaal verzekeringsfonds. Dat is een belangrijk verschil met een werknemer die elke maand automatisch de sociale bijdragen van zijn brutoloon ziet gaan.

Zelfstandigen  Werknemers
Hoeveel sociale bijdragen je betaalt, is afhankelijk van je jaarinkomen en onder welk statuut je werkt.Tot voor kort betaalde je als gevestigde zelfstandige 22% van je netto belastbaar jaarinkomen aan sociale bijdragen. Dankzij de taxshift betaal je in 2018 nog 20,5%. Die daling gaat geleidelijk: dit jaar draag je nog 21,5% bij, in 2017 nog 21%. Je persoonlijke sociale bijdragen liggen vast: er wordt maandelijks 13,07% van je brutoloon afgehouden. Daarnaast betaalt je werkgever ook nog ongeveer 35% patronale socialezekerheidsbijdragen.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790, met dank voor de bijdrage van Xerius)




Onroerend goed verhuren: geen btw aan te rekenen, dus ook niet te recupereren, maar…

Op een onroerend goed dat verhuurd wordt (bvb. winkel, kantoorruimte…. ), wordt er in principe geen btw aangerekend.

Uiteraard heeft dit ook gevolgen op de aftrekbaarheid van btw, waarbij de verhuurder de btw niet kan recupereren, op bv. de verbouwingskosten of op onderhoud- en herstellingswerken van het onroerend goed.

Er zijn echter een aantal uitzonderingen waarbij op de huur wel btw dient aangerekend te worden. In dat geval kan u dan ook volgens de normale regels de btw in aftrek brengen die de verhuurder betaald heeft op de goederen en diensten die geleverd werden in het kader van de verhuur.

 

Uitzondering 1: garage

Zelfs als particulier bent u btw-plichtig als u een garage, een box of een autostaanplaats verhuurt. Dat wil zeggen dat u bij het btw-controlekantoor van uw woonplaats een btw-nummer moet aanvragen.

Als btw-plichtige moet u:

  • de btw aanrekenen aan uw huurders
  • periodieke btw-aangiften indienen
  • de aan uw huurders aangerekende btw doorstorten naar de Staatskas.

Als u niet btw-plichtig bent door een andere economische activiteit en uw jaarlijkse omzet uit de huurinkomsten niet hoger is dan 25.000 euro (vanaf 1/1/2016,voorheen 15.000 €) kunt u een bijzondere regeling genieten, de vrijstellingsregeling btw.

U moet dan nog steeds een btw-nummer aanvragen, maar u bent vrijgesteld van de meeste andere btw-verplichtingen zoals het aanrekenen van btw aan uw huurders.

Als u samen met een ander onroerend goed (appartement, huis, kantoorruimte…) een garage, een box of een autostaanplaats verhuurt (of die nu zijn opgenomen in hetzelfde huurcontract of niet), dan moet u geen btw aanrekenen of doorstorten als de garage, de box of de autostaanplaats en het onroerend goed dat u voor andere doeleinden verhuurt:

  • deel uitmaken van eenzelfde gebouwencomplex
  • door dezelfde eigenaar aan dezelfde huurder zijn verhuurd

Uitzondering 2: opslagruimtes

De verhuur van een opslagruimte is onderworpen aan btw.  De opslagruimte mag uitgerust zijn met een bureel op voorwaarde dat het bureel niet meer bedraagt dan 10% van de totale oppervlakte of 10% van het totale volume van de opslagruimte.  Belangrijk is dat er geen activiteit mag gevoerd worden in de ruimte – de ruimte mag alleen gebruikt worden voor puur goederenopslag.

Uitzondering 3: stallingen voor rijtuigen, hotels, kampeerplaatsen, havens, enz.

De verhuur van deze onroerende goederen is dus in principe steeds onderworpen aan btw, rekening houdend met de concrete toepassingsvoorwaarden.

Uitzondering 4: dienstencentra

Wanneer u kantoorruimtes met bijhorende diensten aanbiedt, beschouwt men dit als een terbeschikkingstelling van een ruimte en dient er btw aangerekend te worden op deze vergoeding.  De aard van de  zeer uitgebreide verplichte bijhorende diensten zijn duidelijk omschreven zoals o.a. de nutsvoorzieningen, minimum aan meubilair, gemeenschappelijk onthaal e.d.

Alternatief 1: Onroerende leasing

De leasing van een gebouw is eveneens onderworpen aan btw mits alle modaliteiten nageleefd zijn. Zo moet de leasingovereenkomst betrekking hebben op een nieuw te verwerven of op te richten gebouw. De noodzakelijke aanwezigheid van een aankoopoptie in hoofde van de huurder, is voor de verhuurder vaak een reden om leasing links te laten liggen.

Alternatief 2: btw-eenheid.

De btw-eenheid biedt een alternatief wanneer u uw bedrijfspatrimonium heeft afgescheiden van uw exploitatie en u beide aldus in een afzonderlijke vennootschap heeft gestructureerd.  Door de vennootschappen in een BTW-eenheid op te nemen kan de btw van onkosten toch gerecupereerd worden, ook al betreft het een zuivere verhuur vrijgesteld van btw.

De oprichting van een btw-eenheid zorgt er immers voor dat bedrijven, die deel uitmaken van eenzelfde groep, geen btw meer moeten aanrekenen voor de producten of diensten die ze onderling leveren.

Voor de groep die een btw-eenheid uitmaakt, moet er maar één btw-aangifte worden ingediend voor de hele groep.

De cumulatieve vereisten, die nodig zijn om een btw-eenheid te mogen oprichten, zijn:

  • financiële band
  • organisatorische band
  • economische band
  • vestiging in België

Abeka, specialist in het opzetten van btw-eenheden kan u hierbij helpen.

Besluit:

Abeka raadt dan ook aan om, indien u van plan bent om een gebouw te verhuren, na te gaan of u aan bepaalde spelregels kan voldoen. In bepaalde gevallen kan u de btw recupereren én worden gemaakte kosten voor de verhuurder 21% goedkoper.

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Een onderneming volgen in het Staatsblad: doe het ook voor uw eigen onderneming !!!!

De controle op de authenticiteit van publicaties van wijzigingen in het Belgisch Staatsblad laat veel te wensen over.

Daarom vindt Abeka dat het nuttig kan zijn dat u op de hoogte wordt gebracht over de wijzigingen van ontslag en benoeming bestuurders/zaakvoerders, verplaatsing maatschappelijke zetel etc.

Afgelopen zomer werden zelfs een twintigtal ondernemingen het slachtoffer van fraudeurs. Deze fraudeurs benoemden zichzelf, via een frauduleuze publicatie in het Belgisch Staatsblad, tot bestuurder of zaakvoerder van uw bedrijf. Nadien probeerden zij, met de publicatie in het Staatsblad in de hand, de rekeningen van het bedrijf leeg te plunderen.

Via de volgende link kan u trouwens alle publicaties in het Belgisch Staatsblad van een onderneming opvragen:

http://www.ejustice.just.fgov.be/tsv/tsvn.htm

Wilt u op de hoogte gehouden worden van elke wijziging in het Belgisch Staatsblad van uw of een andere onderneming dan kan u zichzelf registreren om automatisch verwittigd te worden van een nieuwe publicatie.

U kan u hiervoor aanmelden op http://www.wettelijke-publicaties.be en daar het KBO nummer van de vennootschap ingeven, alsmede uw emailadres waarop u wenst verwittigd te worden.

Wettelijke-publicaties.be is een initiatief van advocatenkantoor Tack 51, IT-bedrijf TRI-S en het Vlaams netwerk van ondernemingen VOKA.

Zo blijft u op de hoogte van elke nieuwe publicatie !!!

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)




Forfaitaire verblijfsvergoedingen voor opdrachten in het buitenland: nieuwe bedragen 01/04/2016

Vanaf 1 april 2016 zijn er nieuwe bedragen van de forfaitaire verblijfsvergoedingen voor opdrachten in het buitenland van toepassing.

De volledige lijst vindt u in onderstaande link.

Link Belgisch Staatsblad dd 29032016

 

INHOUDELIJK

Voor kortstondige verblijven in het buitenland kunnen ambtenaren van een forfaitaire verblijfsvergoeding genieten. Daar deze vergoedingen voor buitenlandse reizen door de fiscale administratie als ernstig worden aanvaard, kunnen ook werknemers die in de privé-sector worden tewerkgesteld hiervan genieten. Deze bedragen zijn vastgesteld per land.

Er zijn 2 soorten vergoedingen:

  • De huisvestingskosten: Dit zijn de maximum-richtprijzen voor hotels. Best doet u er echter aan om de werkelijke facturen in te boeken (bedragen zijn meestal hoger).
  • De dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen:Dit betreft een forfait voor kleine uitgaven en maaltijdkosten.

 

TE BEWIJZEN 

  • u moet kunnen bewijzen dat u in het buitenland was voor zaken,
  • het beroepsmatige karakter moet bewezen worden (inkomticket beurs, mails over afspraken, verslagen van meetings, factuur hotel),
  • u moet minstens 10 uur weg zijn als u op 1 dag heen- en terugreist. Indien er een overnachting bij is, dan tellen de dag van vertrek en de dag van terugkomst slechts voor een halve dag. De zakenreis mag in principe niet langer duren dan 30 opeenvolgende kalenderdagen.

Het betreft hier een NIET-BELASTBARE terugbetaling van eigen kosten. Dit betekent dat deze kosten aftrekbaar zijn voor de werkgever die ze toekent en niet belastbaar zijn bij de werknemer die ze ontvangt.

Aan de RSZ werd de vraag voorgelegd of deze fiscale bedragen ook door de RSZ werden aanvaard. De RSZ heeft hierop positief geantwoord. Voor de RSZ dekken deze forfaits evenwel uitsluitend de kosten van maaltijden, drank, het gebruik van plaatselijke vervoermiddelen en andere kleine uitgaven, met uitsluiting van reis- en logementskosten. Deze laatste moeten bewezen worden door middel van facturen.

Let wel op: U dient aan uw sociaal secretariaat deze kosten op te geven. Zij dienen immers op de individuele fiche MET BEDRAG vermeld te worden.

De nieuwe circulaire (15/04/2011) heeft onopvallend een verstrenging (verduidelijking …) toegevoegd:

  • Indien uw beroep bestaat uit dagelijkse verplaatsingen naar het buitenland, dan vindt de fiscus dat dit niet in aanmerking kan komen. Het moet gaan over “dienstreizen”.
  • Alleen sedentaire functies komen in aanmerking: d.w.z. dat u hier in België uw vaste plaats van tewerkstelling moet hebben.

In onderstaande links vindt u telkens de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de lijst van verblijfsvergoedingen voor opdrachten in het buitenland vanaf 2010.

Link Belgisch Staatsblad dd. 01/04/2010
Link Belgisch Staatsblad dd. 09/05/2011
Link Belgisch Staatsblad dd. 30/03/2012
Link Belgisch Staatsblad dd. 06/05/2013
Link Belgisch Staatsblad dd. 27/03/2014 
Link Belgisch Staatsblad dd. 23/03/2015

De Federale Overheidsdienst voor Financiën publiceerde een verduidelijkende handleiding bij de tabellen, Circulaire nr. Ci.RH.241/534.514 (AOIF 17/2006) dd. 11.05.2006, die u in volgende link terugvindt.

Website Fisconet

 

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)