De eerste resultaten van de harmonisering van de opzeggingstermijn van arbeiders en bedienden worden stilaan zichtbaar. De Kamer heeft op 7 april 2011 namelijk een wetsontwerp goedgekeurd.
Voor arbeiders wordt de opzeggingstermijn vermenigvuldigd met 1,15 en opgetrokken in functie van de anciënniteit van de werknemer. De verworven anciënniteit als uitzendkracht wordt voortaan mee in de berekening van de anciënniteit opgenomen.
Voor bedienden met een jaarloon van meer dan 30.535 euro wordt de opzeggingstermijn voortaan bij wet vastgelegd.
De opzeggingstermijn kan dus niet meer vrij tussen beide partijen worden overeengekomen.
De maatregelen hebben slechts betrekking op de arbeidscontracten die worden afgesloten na 1 januari 2012. Alle andere contracten volgen dus nog gewoon de bestaande regeling.
(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)